Neanderthalers zorgden 125 duizend jaar geleden al voor verandering van ecosystemen
Jagers-verzamelaars zorgden al 125 duizend jaar geleden voor verandering van ecosystemen, dat blijkt uit een interdisciplinaire studie van archeologen van de Universiteit Leiden in samenwerking met andere wetenschappers. Met gebruik van vuur hielden neanderthalers stukken landschap open en hadden daarmee grote impact op hun lokale leefomgeving. De studie is op 15 december gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Science Advances.
'Archeologen zijn al lange tijd bezig met vragen naar het karakter en de tijdsdiepte van menselijk ingrijpen in de ecosystemen van onze planeet. We zien daar in toenemende mate hele vroege, doorgaans zwakke signalen van', vertelt Wil Roebroeks, hoogleraar Archeologie aan de Universiteit Leiden.
'We hebben onder andere de resten van vele honderden geslachte dieren gevonden, temidden van talloze stenen werktuigen en heel veel houtskoolresten' - Wil Roebroeks
Bij onderzoek in een bruinkoolgroeve nabij Halle in Duitsland bleken die signalen een stuk sterker. In die Neumark-Nord groeve is in de afgelopen decennia archeologisch onderzoek gedaan en daar is, naast een immense hoeveelheid data over de vroegere omgeving, een schat aan sporen van activiteiten van neanderthalers aangetroffen. 'We hebben onder andere de resten van vele honderden geslachte dieren gevonden, temidden van talloze stenen werktuigen en heel veel houtskoolresten.'
Tweeduizend jaar open gehouden
De sporen zijn gevonden in wat 125 duizend jaar geleden een bebost gebied was, waar naast prooidieren als paarden, herten en runderachtigen, ook olifanten, leeuwen, en hyena’s leefden. Dat gemengde loofbos strekte zich uit van Nederland tot aan Polen. Op meerdere plekken in het gebied lagen meertjes en op de randen van enkele van die meren zijn sporen van neanderthalers gevonden, zo vertelt Roebroeks. Op het moment dat die neanderthalers daar opdoken maakte het gesloten bos plaats voor grote open ruimten, onder andere door branden.
'Het is natuurlijk de vraag of het er open werd omdat er mensachtigen kwamen, of kwamen er mensachtigen omdat het open was? We hebben echter voldoende aanwijzingen om te kunnen concluderen dat jagers-verzamelaars het gebied zeker tweeduizend jaar lang open gehouden hebben.' Uit vergelijkend onderzoek, verricht door Leidse paleobotanicus Professor Corrie Bakels, blijkt dat bij soortgelijke meren in het gebied, waar dezelfde dieren rondliepen, maar waar sporen van neanderthalers ontbreken, de dichte bosbegroeiing grotendeels intact bleef.
'Jagers-verzamelaars waren geen simpele "oerhippies" die door het landschap trokken en hier en daar een vruchtje plukten of op een dier jaagden' - Wil Roebroeks
Tot nu toe werd veelal gedacht dat pas de landbouwende mens, vanaf zo’n 10 duizend jaar geleden, zijn omgeving vorm begon te geven, bijvoorbeeld door het kappen van bos voor het aanleggen van akkers. Maar volgens veel archeologen begon het al veel eerder, op kleinere schaal, en volgens Roebroeks vormt Neumark-Nord het vroegste voorbeeld van dergelijk ingrijpen. De nieuwe onderzoeksresultaten zijn volgens de hoogleraar niet alleen belangrijk voor de archeologie, maar bijvoorbeeld ook voor vakgebieden die zich bezighouden met natuurherstel. 'Het voegt ook iets toe aan het gedragsspectrum van vroege jagers-verzamelaars. Het waren geen simpele "oerhippies" die door het landschap trokken en hier en daar een vruchtje plukten of op een dier jaagden. Ze hebben hun landschap mede zelf vormgegeven.'
Grote impact door vuurgebruik
Uit een eerder onderzoek van Roebroeks en zijn onderzoeksteam blijkt bovendien dat de kennis over vuurgebruik al minstens 400 duizend jaar geleden door mensachtigen aan elkaar doorgegeven werd. 'We moeten daarom niet opkijken als we in toekomstig onderzoek sporen vinden die erop wijzen dat mensachtigen nog veel eerder, zeker op een lokale schaal, grote impact op hun leefomgeving hadden.'
Tekst: Tim Senden
Hoofdfoto: Pixabay/Ylvers