Digitaal onderwijs: wat werkt goed en wat kan beter?
Bijna een jaar na de abrupte switch naar grotendeels online onderwijs maakten docenten in het seminar Digital Education de balans op. Wat mag blijven en wat mag weg in 2021? Veelgehoord: interactieve colleges dankzij digitale tools smaken naar meer. En we willen wel vaker thuiswerken, maar dan wel zonder kinderen.
De deelnemers blikten openhartig terug op die spannende dagen in maart 2020. In één week tijd moest de fysieke universiteit bijna geheel digitaal gaan. In allerijl begon de jacht op nieuwe digitale onderwijsplatforms en online vergaderprogramma’s. Het online seminar op 28 januari 2021 voorzag in een grote behoefte: ruim tweehonderd docenten en medewerkers van de Universiteit Leiden deelden onder aanvoering van het Centre for Innovation hun ervaringen.
Gigantische uitdaging
‘We hadden niet meteen voor iedereen laptops en software, maar we hadden wél vertrouwen in onze docenten’, merkte vicedecaan Koen Caminada (Faculty of Governance and Global Affairs) op in de introductievideo. ‘Het was een gigantische uitdaging’, zei ook vicerector Hester Bijl. Ze prees de enorme inzet en flexibiliteit van alle docenten. ‘Tien maanden na de omwenteling is het tijd om terug te blikken en lessen te leren.’ Michelle Olmstead, directeur van het Centre for Innovation, constateerde: ‘Digitaal onderwijs gaat niet zozeer om de nieuwste technologie, maar draait vooral om inventiviteit en creativiteit.’
Positieve ervaringen
Discussieleider Cameron Hope vroeg de docenten welke positieve aspecten mogen blijven en de deelnemers noemden tal van voorbeelden. Er is nu veel meer waardering gekomen voor onderwijs. Digitale tools zoals chatopties zorgen nu ook in de colleges met veel studenten voor meer interactie. Voor sommige studenten met een beperking, zoals dyslexie, werkt het digitaal bijhouden van colleges prettiger. En er is nu een veel lagere drempel om even online te overleggen met een collega van een andere discipline of faculteit.
Zorg voor inclusief digitaal onderwijs
De schotten binnen de universiteit kunnen online eenvoudiger wegvallen maar dat is zeker niet voor iedereen vanzelfsprekend, waarschuwde Diversity Officer Aya Ezawa. Niet alle studenten zijn even digitaal vaardig of missen thuis goede voorzieningen zoals een goede laptop of stabiele wifi. De universiteit moet daar permanent alert op zijn want anders valt een groep studenten buiten de boot.
Quizzen in studeer-app
In online workshops deelden de deelnemers best practices. Scheikundige Ludo Juurlink demonstreerde het nut van de interactieve studeer-app Cerego. ‘Ik merkte dat informatie na het examen al snel wegzakte en studenten echt vaker de stof moeten herhalen om de informatie beter te laten beklijven.’ Met behulp van Cerego ontwerpt hij eenvoudig aantrekkelijke quizzen en testen. Studenten maken de vragen en als ze worstelen met een onderwerp biedt de slimme app vergelijkbare vragen aan. Volgens Juurlink zijn de meeste studenten heel enthousiast: ze vinden het een prettige app die hen goed helpt bij het studeren. De universiteit heeft een licentie voor deze app aangeschaft dus docenten en studenten kunnen deze app kosteloos gebruiken.
Blij met groepsopdrachten
In een andere workshop vertelde filosoof Jan Sleutels dat zijn studenten heel positief zijn over groepsopdrachten in online colleges, zoals samen een beleidsnota schrijven en presenteren. ‘Ze missen de fysieke colleges enorm omdat het hen structuur biedt en sociale contacten. Mijn studenten vinden het daarom extra fijn om samen online groepsopdrachten te maken waarin ze leren samenwerken en elkaar te helpen.’ Digitaal samenwerken blijkt in sommige gevallen zelfs beter te gaan want praktische problemen, zoals een geschikte tijd en locatie vinden, vallen nu grotendeels weg. ‘De opdrachten versterken hun sociale en digitale vaardigheden en dat is in deze tijd extra belangrijk’, aldus Sleutels.
Synchroon hybride colleges
In de laatste ronde van het seminar mochten docenten inbrengen wat weg mag of wat nog niet zo goed werkt. Voor de een zijn dat bijvoorbeeld de ‘synchroon hybride colleges’ waarin de docent fysiek met een groep studenten op locatie is en een ander deel het college online volgt. Het valt niet mee om die twee groepen te verenigen en in de praktijk krijgt de online groep vaak iets minder mee. Online colleges moeten dan ook niet over één kam worden geschoren. Pas je pedagogische aanpak aan het soort college aan, adviseerde een deelnemer.
Vaker thuiswerken
Veel docenten willen ook in de toekomst vaker thuiswerken, maar dan wel zónder kinderen. Teveel communicatiekanalen naast elkaar gebruiken zoals mail, chats in Teams en WhatsApp, zorgt soms voor ergernis. Net als opeens online gedempt worden tijdens het praten. En sommige deelnemers zijn die ene vraag in een Teams-overleg al helemaal zat: is dat een oude of een nieuwe hand?
Tekst: Linda van Putten