COVID Radar goede voorspeller van toename besmettingen
De app COVID Radar is citizen science op z’n best. Ruim 200.000 Nederlandse gebruikers beantwoorden vragen over hun gezondheid en gedrag zodat eerder te voorspellen is hoe de pandemie zich ontwikkelt. Niels Chavannes, hoogleraar Huisartsgeneeskunde in het LUMC, legt uit hoe de app, een ‘Leidse’ uitvinding, werkt.
Hoe is COVID Radar ontstaan?
‘Aan het begin van de eerste golf was de testcapaciteit nog heel laag en we zagen dat gedrag, zoals voldoende afstand houden, een belangrijke voorspeller was van het aantal besmettingen. Onderzoekers van het LUMC en de opleiding Population Health Management hebben toen de app Covid Radar bedacht. Samen met het IT-bedrijf Ortec is er een heel laagdrempelige app gebouwd die zowel de symptomen van covid als het daarmee samenhangende gedrag in kaart brengt. We kregen meteen een enorme aanwas en hebben nog steeds meer dan 200.000 gebruikers over het hele land die samen al zes miljoen vragenlijsten invulden.’
'De mate van invullen neemt erg toe naarmate er weer een golf aankomt. Want dan zien mensen dat de buurman opeens met een ambulance wordt afgevoerd.'
Wat is precies het verschil met de app CoronaMelder van de overheid?
‘CoronaMelder registreert alleen of je zelf positief getest bent en geeft een signaal af of je in de buurt bent geweest bij besmette personen. Dat doet COVID Radar niet. Bij onze app vullen gebruikers ongeveer twee keer per week een korte vragenlijst in of ze positief getest zijn of coronagerelateerde symptomen hebben zoals verkoudheidsklachten of geur- en smaakverlies. Daarnaast beantwoorden ze vragen over hun gedrag: bent u op drukke plekken geweest, heeft u mensen ontmoet binnen anderhalve meter? Het kost je ongeveer dertig seconden, de vragen zijn al default ingevuld en je hoeft alleen maar het schuifje aan te klikken. Invullen is niet verplicht maar de app geeft wel een vriendelijke reminder als je de lijst nog niet hebt ingevuld.’
Wat levert het op?
‘Het is een steekproef die met name in de Randstad heel betrouwbaar is omdat er in dit gebied veel gebruikers zijn van de app. De informatie van al die mensen tezamen heeft een belangrijke voorspellende waarde. Een week voordat er een toename is in de vastgestelde besmettingen, zien wij dat er een toename is in symptomen en dat het gedrag verandert. Mensen geven aan zich minder goed aan de regels houden zoals afstand houden en mondkapjes dragen. Dat zagen we heel duidelijk in de zomer. Een paar weken later nam het aantal besmettingen in sneltreinvaart toe. We zagen bijvoorbeeld dat de gebieden met veel studenten rood kleurden en dat bij losser gedrag de gemelde symptomen daarna toenamen.’
Hoe staat het met de privacy?
‘Die staat niet op het spel, daar hebben we goed naar gekeken. COVID Radar verzamelt gegevens via het postcodegebied en dat betekent dat je als individuele gebruiker onderdeel uitmaakt van een groep van 3.000 mensen in hetzelfde postcodegebied en je niet persoonlijk wordt herkend. De enige persoonsgegevens die de app verzamelt zijn leeftijd, geslacht en of mensen in de zorg werken want dat geeft een hoger besmettingsrisico. De Autoriteit Persoonsgegevens, die heel streng kijkt naar de privacyrisico’s, heeft in april 2020 toestemming gegeven en sindsdien is de app in de lucht.’
Enig idee of de gebruikers de vragenlijst echt eerlijk invullen?
‘Natuurlijk houden we er rekening mee dat niet alle deelnemers alles geheel naar waarheid invullen. We denken wel dat de gebruikers iets meer de welwillende burgers van de bevolking zijn, ze doen mee vanuit de motivatie onderzoekers meer inzicht te geven om de pandemie te bestrijden. Gebruikers krijgen geen individuele feedback op de vragen en ze hoeven niet bang te zijn dat we controleren of ze zich bijvoorbeeld laten testen, want dat soort dingen doen we niet. De mate van invullen neemt overigens erg toe naarmate er weer een golf aankomt. Want dan zien mensen opeens dat de buurman met een ambulance wordt afgevoerd of een tante op de IC ligt.’
Wat gebeurt er met de bevindingen?
‘Het is citizen science en open science. Via een nieuwsoverzicht in de app kunnen deelnemers zien hoe de pandemie zich ontwikkelt en kunnen ze bijvoorbeeld de grafieken in hun eigen postcodegebied bekijken. Gebruikers vinden het fijn om op de hoogte te worden gehouden door een wetenschappelijk team. Met name oudere gebruikers geven aan zich hierdoor minder verloren te voelen, zeker als ze geïsoleerd thuiszitten.’
'Per wijk kan bekeken worden waar het uit de klauwen loopt.'
‘We stellen de data ook beschikbaar aan bestuurders. Zo heeft de burgemeester van Leiden er al dankbaar gebruik van gemaakt omdat er per wijk bekeken kan worden waar het uit de klauwen loopt. De resultaten gaan ook naar het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid en we hopen dat zij die informatie nog beter gaan gebruiken. Er loopt nu een subsidieaanvraag om de gegevens te koppelen aan mobiliteitsdata zoals verkeersstromen omdat preciezer te voorspellen is waar nieuwe brandhaarden optreden. Europese partners kunnen de data ook gebruiken om vergelijkende studies te doen. En onze eerste publicaties zijn nu ingediend bij wetenschappelijke tijdschriften.’
Het einde van de pandemie is hopelijk in zicht nu het aantal gevaccineerden toeneemt. Wat betekent dat voor de toekomst van de app?
‘Die blijft juist nodig, voor deze coronapandemie en voor andere virusuitbraken. Daarom willen we meer nieuwe gebruikers werven. We hebben al deelnemers uit veel verschillende wijken, ook die met een lagere sociaaleconomische status. Maar we zijn nog op zoek naar meer jongeren en bewoners in landelijke gebieden. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de ontwikkelingen beter te voorspellen zijn zodat een nieuwe lockdown misschien wel niet nodig is. Wereldwijd is er ook belangstelling voor COVID Radar. Zo hebben de WHO en Amref interesse getoond omdat ze op zoek zijn naar systemen die ook andere epidemieën vroegtijdig kunnen signaleren.’
De app is in een initiatief van de afdelingen Public Health and Primary Care, Epidemiologie en Infectieziekten van het LUMC en de opleiding Population Health Management van de Campus Den Haag.
Tekst: Linda van Putten