De rechtbank als theater: ‘Tussen drama als kunstvorm en het juridisch bedrijf bestaan grote overeenkomsten’
De zaak-Lucia de Berk of de zelfmoord van Slobodan Praljak in het Joegoslaviëtribunaal: sommige rechtszaken blijven terugkomen in de media. In haar proefschrift gaat Tessa de Zeeuw in op de culturele aantrekkingskracht van dergelijke zaken en analyseert ze kunstzinnige reacties erop. ‘Kunstwerken hebben soms de neiging om wat in de rechtszaal misging te “repareren” door er alsnog een sluitend verhaal van te maken.’
Voor haar promotieonderzoek onderzocht De Zeeuw onder meer de rechtszaak van Lucia de Berk, de verpleegster die aanvankelijk tot levenslang werd veroordeeld voor de moord en poging tot moord op zeven patiënten, maar uiteindelijk werd vrijgesproken. Haar verhaal werd bewerkt tot meerdere toneelstukken en een film. ‘Tussen drama en het juridische bedrijf bestaan parallellen’, stelt de promovenda. Zo kent een rechtszaak duidelijke rollen en is er over het algemeen een duidelijk dramatisch verloop. Wanneer dat dramatische verloop wordt verstoord, kan dat leiden tot problemen. ‘Als er geen eenduidig oordeel is of mensen niet in één rol passen, wordt het coherente beeld van de rechtsspraak verstoord.’
'Het recht kreeg de rol van dader'
Juist die zaken, waarin het juridische ‘theater’ een ander verloop kent dan normaal, leiden tot culturele heropvoeringen. De Zeeuw heeft zich daarbij geconcentreerd op verstoringen door gebeurtenissen of processen die zij in navolging van het werk van theaterwetenschapper Hans-Thies Lehmann kwalificeert als ‘postdramatisch’: ‘Wanneer op dat soort zaken herdramatisering wordt toegepast, ontstaat alsnog een eenduidig verhaal. Dat zie je heel duidelijk in de bewerkingen van de zaak-Lucia de Berk. In de film en toneelstukken moest zij het slachtoffer zijn. Het recht kreeg de rol van dader: het zou een onschuldige vrouw hebben geschaad. In werkelijkheid is het nog steeds niet duidelijk wat er precies is gebeurd.’
Tegelijkertijd is ook het omgekeerde zichtbaar. Toen oorlogsmisdadiger Slobodan Praljak gif innam voor het Joegoslaviëtribunaal en daar later aan overleed, vierde zijn achterban die doorbreking van het traditionele dramatische verloop van een rechtszaak juist. ‘Soms wordt heel enthousiast gereageerd als er openheid ontstaat in de vorm van de rechtszaak. In het geval van Praljak sloot zijn zelfmoord aan bij de kritiek op de soevereine macht die het hof was. De verstoring van het traditionele juridische theater liet die macht wankelen en werd daarom in sommige kringen juist politiek bejubeld.’
Meer te onderzoeken
Twee tegenstrijdige uitkomsten dus, die genoeg openingen bieden voor verder onderzoek. De Zeeuw: ‘Ik heb een vaste aanstelling gekregen als universitair docent en ik heb een kleine beurs gekregen van het LUCAS om aan een Rubicon-voorstel te schrijven. Daar ben ik heel blij mee, want ik vind het heel erg leuk om college te geven. Daarnaast wil ik me graag verder verdiepen in de herdramatisering van schijnbaar onoplosbare rechtszaken, dus het is fijn dat daarvoor kansen worden geboden.’