Een flitskennismaking met onze bestuursvoorzitter en alumna Annetje Ottow
Onze alumna en bestuursvoorzitter Annetje Ottow vertelt over waarom ze Leiden heeft gekozen om te studeren, dat we als Rechtenfaculteit veel vooruitstrevender zijn dan veel mensen denken en hoeveel baat ze heeft bij haar studie als bestuursvoorzitter.
Wat heb je gestudeerd en waarom heb je destijds Leiden gekozen? 'Ik heb Bedrijfsrecht gestudeerd en ben in 1988 afgestudeerd. Ik heb Leiden gekozen omdat mijn vader Leiden de beste universiteit vond. Ook omdat Leiden niet al te groot is, aangezien ik voor het eerst ver van familie zou zijn en moest wennen aan de ‘grote stad’. Daarnaast sprak het internationale van Leiden en het Europa-instituut me enorm aan.'
Wat voor soort student was je? 'Ik hou van studeren. Studeren hier in Leiden was heerlijk, met zoveel mogelijkheden aan keuzevakken. Ik maakte makkelijk contact met hoogleraren en kwam snel in het vizier van professor Schermers, die me enorm inspireerde. Sociaal gezien had ik het ook naar mijn zin. Ik zeilde bij de Blauwe Schuit en woonde in een gezellig huis. Daarbij had ik een heel hecht vriendenclubje met studiegenoten, één daarvan is nu mijn echtgenoot! Waar ik wel ontzettend aan moest wennen was de directheid van de Nederlanders. Ik ben dan wel Nederlandse maar heel Belgisch opgevoed. De cultuurshock was enorm. Ik was geshockeerd van de, in mijn ogen, botheid in communicatie. In het studentenhuis moest ik ook echt leren voor mezelf op te komen. Ik had echt wel heimwee in het begin en moest langzaam wortelen in Leiden.'
Is er een memorabel moment uit je studententijd dat je wilt delen? 'Ik denk nog vaak terug aan de dag dat ik met professor Schermers langs de Leidse grachten liep. Hij gaf me wijze raad en probeerde me over te halen om te gaan promoveren.'
Wat was je favoriete kroeg in Leiden? 'Ik ben absoluut geen kroegtijger, maar mijn favoriete koffietentjes waren ’t Suppiershuysinghe, tegenover het Gravensteen en natuurlijk de Bruine Boon.'
Is er iets dat je, met de kennis van nu, had willen kunnen volgen tijdens je rechtenstudie? 'Ik vind dat een moeilijke vraag. Ik denk het vergroten van je weerbaarheid en kennis van vaardigheden. Inhoudelijk word je heel goed voorbereid, maar je wordt bij zo’n advocatenkantoor echt in het diepe gegooid. Weerbaarheid zou daarom meer getraind kunnen worden. Ook skills in onderhandelen en mediation waren goed van pas gekomen. Sowieso de toepassing van theorie was in sommige gevallen denk ik nuttig geweest, zoals in het contractrecht: ik leerde pas echt hoe je echt een contract schrijft en beoordeelt tot ik er mee aan de slag ging.'
Waarom heb je ervoor gekozen om niet in de advocatuur te blijven werken? 'Het advies van professor Schermers om te promoveren is sowieso altijd blijven hangen. Maar ik wilde heel graag eerst in de praktijk werken. Dat ik na 12 jaar de overstap naar de wetenschap heb gemaakt was erg persoonlijk. Na de geboorte van mijn zoon werd ik ziek. Ik kon het niet combineren met het drukke bestaan van partner zijn binnen het advocatenkantoor. Ik had eigenlijk al heel lang de wens om een proefschrift te schrijven, en greep nu de kans om er tijdens mijn revalidatie aan te werken. Ik ben wel adviseur gebleven bij Houthoff Buruma, maar tijdens het schrijven van mijn proefschrift vond ik het werken voor de publieke zaak steeds belangrijker. Ik ben dus niet meer teruggekeerd naar de praktijk.
Voor mij biedt dit ook wel een belangrijke les: we staren ons heel erg blind op het belang van academische ervaring en carrière alleen. De druk om in piramide te denken is daarom heel erg groot. Het kan echter juist heel gezond zijn om een stapje buiten de deur te doen en dan misschien weer terug te komen of juist in de praktijk te beginnen en een uitstap naar de academische wereld te maken. Die wisselwerking zou meer mogelijk moeten worden gemaakt. Maar, dat gezegd hebbende, is het best lastig om een stap terug te doen naar de academie wanneer je eenmaal in de praktijk werkt. Dat is niet iets wat vanzelf gaat. Toch, zeker voor rechten, waar de verbindingen tussen praktijk en wetenschap veel sterker zijn, zou ik willen dat we daar wat relaxter mee om zouden gaan.'
Pas je nog iets van je rechtenstudie toe in je huidige werk als collegevoorzitter? 'Je krijgt als bestuurder veel verschillende onderwerpen op je bord, met allerlei juridische haken en ogen, dus het is fijn als je daar wat van weet. Bovendien leer je in de advocatuur om dossiertijger te worden. Ik kan daardoor in heel korte tijd heel veel informatie tot me nemen. Daar heb ik als bestuurder ongelofelijk veel baat van.'
Hoe zou je later als voorzitter willen worden herinnerd? 'Oeh, vind ik een moeilijke én mooie vraag. Je stijl en je visie ontstaan terwijl je bezig bent. Ik ben heel erg bezig met de (werk)cultuur en de kernwaarden van Universiteit Leiden. Voor mij is het een heel belangrijke drijfveer dat iedereen het fijn vindt om in Leiden te werken. Ik wil streven naar openheid, altijd de mogelijkheid voor een goed gesprek. Daarbij heeft Leiden al zoveel moois in huis, maar is daar nog te bescheiden over en moet het veel beter uitdragen. Intern streef ik naar meer verbinding met elkaar. Extern betere verbinding naar en met buiten, dat wil zeggen, ook teruggeven aan de maatschappij en tegelijkertijd ervan leren. Ik denk dat ik wil herinnerd worden als de ambassadeur van een Leiden dat het pareltje is om voor en mee te werken, waar we altijd open het gesprek kunnen blijven voeren, waarvan de wereld weet wat we te bieden hebben en dat iedereen welkom is en zichzelf kan zijn.'
Is er iets wat je in je rol als alumnus graag zou willen zien van onze universiteit of faculteit dat er nu nog niet is? 'Centraal ben ik verantwoordelijk voor het alumnibeleid, dus ik heb me verdiept in wat het LUF en alumnibeleid centraal allemaal doet en organiseert voor en met alumni. Ik vind mijn rechtenfaculteit een geweldige faculteit. Er wordt ontzettend veel interdisciplinair gedaan, we lopen daar al behoorlijk voorop. Dat moeten we nog veel meer uitdragen, ook naar alumni. Het wordt nog te veel gezien als klassieke faculteit terwijl we eigenlijk heel vooruitstrevend zijn. Ook het aanbod van postacademisch onderwijs van Leiden is geweldig, dat heeft een goede reputatie. Wat wellicht nog leuk zou zijn: avonden organiseren met een bepaald thema, waarbij we veel maatschappelijke partners uitnodigden. Bijvoorbeeld rondom alle ontwikkelingen met Leiden Law Park, over het SAILS programma of over duurzaamheid en recht.'
Ten slotte: wat voor opvallende eigenschap heb je? 'Ik zwem graag in zee. Gisteren nog!' (half november, red.)