‘Migratie heeft meer te maken met hoop dan met economie’
Afghanen die in allerijl naar Nederland kwamen, vluchtelingen die door Wit-Rusland als pressiemiddel werden ingezet en bootvluchtelingen die steeds wanhopiger Europa probeerden te bereiken: de kranten stonden vol met nieuws over migranten. Vandaag, op de Internationale Dag van de Migrant, gaan we in gesprek met hoogleraar Marlou Schrover.
Schrover is expert in migratiegeschiedenis. In haar meest recente onderzoek houdt ze zich met name bezig met de periode na de Tweede Wereldoorlog. Volgens haar valt het aantal mensen dat de afgelopen maanden naar Nederland is gekomen relatief mee. ‘Er zijn een heleboel problemen in de wereld niet opgelost, waardoor er nog steeds mensen migreren. Deze herfst werd het door de versoepeling van de coronarestricties iets makkelijker om te reizen. Daar kwamen de Afghanen bij die vluchtten voor de Taliban, maar omdat het niet makkelijk is om Afghanistan te verlaten, vallen die aantallen nogal mee.’
‘Baat bij extremen’
Dat wij toch het idee hebben dat er deze herfst een haast unieke migratiepiek was, komt volgens Schrover omdat verschillende partijen graag benadrukken hoe uitzonderlijk het is wat wij meemaken. ‘Voor mijn onderzoek kijk ik niet alleen naar government, de nationale overheid, maar ook naar governance. Dat is het samenspel tussen de nationale overheid en spelers als de Europese Unie, de media en ngo’s. Samen hebben zij invloed op wat het beleid wordt, maar ook op hoe het in de praktijk wordt gebracht.’
'Je had op je vingers kunnen natellen dat die migratie er zou komen.'
Veel van die partijen hebben baat bij ‘constante verbazing’. Schrover: ‘Ankie Broekers-Knol, staatssecretaris Justitie en Veiligheid, zegt bijvoorbeeld dat ze deze migratie niet konden zien aankomen en dat er daarom onvoldoende opvang was. Maar je had op je vingers kunnen natellen dat die migratie er zou komen. Tegelijkertijd is het lastig om te zeggen: houd altijd tenminste zoveel asielzoekerscentra open als buffer. Door zo’n centrum te sluiten, creëren beleidsmakers ook de noodzaak om mensen met een status sneller te huisvesten. Als centra openblijven bij een daling van het aantal nieuwkomers, wordt het verleidelijk om mensen daar te laten wonen en dan is er alsnog geen ruimte wanneer er een nieuwe groep komt.’
Politici waren niet de enigen die de vluchtelingenstroom als een crisis presenteerden. Ook Amnesty International deed dit. Schrover: ‘Dat gebeurt vanuit de beste bedoelingen. Je haalt mensen makkelijker over om te helpen wanneer er een groot probleem is dan wanneer je zegt dat het eigenlijk ongeveer hetzelfde is als de jaren hiervoor.’
Paradox
De beweging van crisis naar crisis komt mede door de 'restrictionistische paradox’ waarmee beleidsmakers worden geconfronteerd, legt Schrover uit. ‘Mensen stemmen voor een restrictief beleid, maar vragen tegelijkertijd mededogen wanneer bepaalde mensen dreigen te worden uitgezet. Dat gold bijvoorbeeld bij Lili en Howick, Sahar, en Mauro. Daarom hebben hulporganisaties en media vaak een personifiërende strategie in de hoop mensen te kunnen helpen. Het kan heel effectief zijn om kinderen en vrouwen naar voren te schuiven als kwetsbaar en hulpbehoevend. Dat heeft voor vrouwen wel als nadeel dat je ze in de slachtofferrol duwt en dat kan dan weer belemmerend werken als ze een baan zoeken.’
Trouwen, doodgaan en migreren
De kans is dus groot dat er binnen nu en een paar jaar een nieuwe ‘unieke’ situatie ontstaat. ‘Er zullen altijd nieuwe migranten blijven komen,’ stelt Schrover. ‘Zelfs als we het zouden willen, kunnen we migratie niet stoppen. We kunnen de grenzen niet sluiten of gezinshereniging verbieden, dan moeten we uit de EU stappen of breken met het Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Vluchtelingenverdrag.’ Volgens haar is het beter om migratie als een gegeven te zien. ‘Mensen worden geboren, trouwen, gaan dood en een deel migreert, dat hoort bij het leven.’
‘Zolang mensen hoop hebben, blijven ze waar ze zijn.’
En wat kunnen we doen als we toch willen proberen te voorkomen dat mensen zich gedwongen voelen om op de vlucht te slaan? ‘Zolang ze hoop hebben, blijven mensen waar ze zijn,’ stelt Schrover. Mensen denken vaak dat migratie een gevolg is van economische ongelijkheid en dat is ook wel een beetje waar. Maar belangrijker is de hoop. Toen het IJzeren Gordijn viel, werden centra ingericht om de vluchtelingen uit de Sovjet-Unie op te vangen die nu vast massaal naar het rijkere Westen zouden komen. Die mensen kwamen niet, want ze hadden hoop dat het in hun eigen land beter zou worden. Pas wanneer mensen geen hoop niet meer hebben wordt de migratie omvangrijker.’