De parallellen tussen ruziënde dieren en mensen
Van het tijdschrift Philosophical Transactions of the Royal Society - Biological Sciences is op 4 april het themanummer ‘conflict across taxa’ verschenen, met als editor hoogleraar Sociale- en Organisatiepsychologie Carsten de Dreu. Samen met wetenschappers uit andere disciplines geeft hij hierin meer inzicht in groepsconflicten bij mensen en verschillende diersoorten.
Het idee voor het themanummer zat al langer in zijn hoofd, vertelt De Dreu. Al jaren onderzoekt de Spinozawinnaar hoe en waarom conflicten tussen groepen ontstaan. ‘Als ik wetenschappers uit andere disciplines sprak, zag ik regelmatig parallellen. De Stockholmse bioloog Zegni Triki zag bij vissen die samenwerken om roofdieren op afstand te houden mechanismen die vergelijkbaar zijn met wat we bij mensen zien. Samen bedachten we dit themanummer, met als boodschap dat groepsconflicten zich niet tot mensen beperken. Ze worden gezien in heel veel verschillende diersoorten.’
Knuffelhormoon zorgt voor agressie
In een onderzoeksartikel in het blad beschrijft De Dreu een model over het ontstaan van conflicten bij mensen en dieren. ‘Als een ruzie met een andere groep ontstaat, heeft dat vaak meer te maken met wat er binnen de eigen groep gebeurt dan met wat er in de andere groep speelt. Sociaal gedrag, denk aan apen die elkaar vlooien, wordt onder meer aangestuurd door hormonen. Zoals het knuffelhormoon oxytocine, dat zorgt voor hechting tussen individuen. Uit ons eigen onderzoek uit 2010 blijkt dat oxytocine ook een negatievere kant heeft: het kan agressie naar andere groepen oproepen. Dit gedrag komt dus voort uit het willen beschermen van de eigen groep.’ Deze basale biologische systemen komen niet alleen bij mensen voor, vervolgt de Dreu. ‘Ze zijn inmiddels ook aangetoond bij bijvoorbeeld knaagdieren en vissen.’
Conflicten door klimaatverandering
Ook veranderingen en onvoorspelbaarheden in de omgeving, zoals klimaatverandering, kunnen mensen aanzetten tot conflicten. Dit is ook te zien bij diersoorten zoals bepaalde apen en mieren. Klimaatverandering maakt alles schaarser, vervolgt hij. ‘Er is minder ruimte en minder voedsel. Hierdoor ontstaan sneller conflicten met andere groepen. Het maatschappelijk debat gaat nu veel over het omlaag krijgen van de koolstofdioxide-uitstoot en het ophogen van de dijken. Dat is ook enorm belangrijk. Maar we moeten ook goed kijken naar hoe we bijvoorbeeld de voedselproductie in stand kunnen houden. Conflicten zijn vreselijk, dus als je ze kunt voorkomen, moet je dat zeker proberen.’
Leerzaam aan editor van het tijdschrift zijn, was volgens De Dreu dat hij ‘over zijn eigen schutting’ moest werken. ‘Buiten je eigen vakgebied kijken, is niet altijd makkelijk. Soms spreek je een heel andere taal en gebruik je andere methoden. Maar het is wel enorm nuttig. Je ontdekt dat mensen in andere wetenschapsgebieden soms met precies hetzelfde bezig zijn. Soms zijn ze minder ver, soms zijn ze al veel verder en kun je daarvan leren. Zo’n kruisbestuiving is erg inspirerend.’
Tekst: Carin Röst
Bannerfoto: Unsplash