Van politiek tot psychologie: de kracht van spel en spelen
De Bachelor Honours Class ‘Homo Ludens: Why We Play’ combineert spel, theorie en praktijk. Studenten duiken in alle menselijke domeinen waarin spel een rol speelt en gaan daarover in gesprek, op theoretisch én ervaringsniveau: ‘Soms begrijp je even wat spel is, daarna ontglipt het je weer.’
‘We ontdekken in dit vak vooral de gelaagdheid van spel’, zegt Nienke Muurling, die samen met Nienke van der Heide het vak doceert. ‘Per bijeenkomst duiken we in een domein van het menselijk leven waar spel in een bepaalde vorm terug te vinden is.’ De colleges gaan onder meer over het politieke spel, kunst als spelvorm en de relatie tussen spel en psychologisch welzijn, maar ook spel en verwantschap en het sacer ludens (heilig spel en religie) komen aan bod.
Elke week bereidt een andere groep studenten enkele spellen voor om in het eerste uur van de les te spelen om er daarna over te discussiëren en op te reflecteren aan de hand van de gelezen literatuur. De studenten – zowel Nederlands als internationaal – komen van verschillende opleidingen; van gezondheidswetenschappen tot psychologie, van biologie tot archeologie. Voor vandaag hebben ze spelvormen bedacht die alea, het kansaspect van spel, en paidia, het vrijheidsaspect, combineren.
Spel- en speelervaringen
Bij het eerste spel noemt iedereen om de beurt een dier, en moet daarna een vereiste eigenschap noemen voor de dieren die hierna worden genoemd: het dier moet bijvoorbeeld veren hebben of op het land leven. De dobbelsteen, het kanselement, bepaalt wie de volgende speler is. Naarmate het spel vordert, wordt het lastiger om een dier te noemen dat aan de eisenlijst voldoet. Het vrijheidselement van dit spel – zelf te kiezen welke regel je toevoegt – voelt naarmate de regels zich opstapelen juist beperkend, ervaren de spelers.
In de tweede spelvariant mag iedereen vrij een regel toevoegen nadat die een dier genoemd heeft. Een van de studenten overweegt een gemene regel toe te voegen, maar bedenkt zich dat ze zichzelf daar ook mee in de vingers kan snijden. Ze kiest ervoor dat iedereen z’n antwoord moet schreeuwen. Een andere student bedenkt dat iedereen van stoel wisselt als er een even getal wordt gedobbeld. Hij zoekt naar de regel die plezier geeft. Iedere persoon gebruikt de spelvrijheid dus anders.
Spel in de praktijk
Als je de spelbril eenmaal ophebt, zegt Nienke Muurling, kun je spel overal om je heen zien. ‘Denk aan Oekraïne, daar wordt een heel donker spel gespeeld op verschillende speelborden. Er wordt veelal op het politieke spelbord gespeeld, maar bij de vraag naar een staakt-het-vuren rondom het Orthodox Kerstfeest, gaat het ook om het heilige spel.’ Het toepassen van de spelmetafoor op deze casus helpt om beter te begrijpen wat er aan de hand is – zonder de pretentie dat we het volledig bevatten. Nienke Muurling: ‘Soms begrijp je even wat spel is, daarna ontglipt de betekenis je weer.’
Bij hun eigen veldwerkonderzoek passen de studenten de spelmetafoor toe. Ze kiezen allemaal een speelveld waarin zij etnografisch veldwerk doen. Voorbeelden zijn rituelen in de internationale kerk en het ‘spel’ van belonging, het politieke spel in de Tweede Kamer rondom de debatten over Sint en Piet, en de storytellinggame Dungeons & Dragons.
Manier van kijken
En ook buiten de collegemuren leren studenten anders denken. Zo doet iemand aan gamification of everyday life; ze creëert beloningen voor het doen van dingen die ze liever niet doet. Een andere student zegt zichzelf op een fijne manier minder serieus te nemen. Hij vertelt dat zijn telefoon op straat was gevallen en dat er toen twee auto’s overheen reden. Hij dacht al snel: ach, zo erg is dat niet, het is een grappig verhaal om te vertellen. ‘Die manier van kijken komt door het vak.’
Tekst: Femke van de Griendt
Foto's: Eric van den Bandt