Onze aarde wordt onleefbaar. Kunnen we het tij nog keren?
We hebben zes van de negen grenzen overschreden die bepalen of menselijk leven in de komende generaties nog mogelijk is op aarde. Geen goed nieuws dus. Is het tij nog te keren?
Tijdens de Sustainability Day van het Leiden University Green Office op 9 mei werden de planetaire grenzen besproken. Hieronder vallen onder meer klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en verzuring van oceanen. Zes van de negen grenzen zijn al overschreden (zie afbeelding). Het overschrijden van de planetaire grenzen verhoogt het risico op grootschalige abrupte of onomkeerbare milieuveranderingen.
Systeemveranderingen nodig
Om ervoor te zorgen dat de aarde leefbaar blijft, zijn drastische veranderingen nodig. In een keynote-lezing zei Jan Willem Erisman, hoogleraar Environmental Sustainability, dat er systeemveranderingen nodig zijn op het gebied van voeding, energie en hoe wij leven en consumeren. Alle planetaire grenzen zijn namelijk met elkaar verbonden.
Zodra de stikstofgrens bijvoorbeeld wordt overschreden, heeft dit effect op biodiversiteit en het klimaat. Naast de planetaire grenzen benadrukte Erisman ook het belang van sociale grenzen, waaronder bijvoorbeeld onderwijs, sociale gelijkheid en gezondheidszorg vallen. Planetaire grenzen en sociale grenzen hebben allebei effect op elkaar. Om een leefbare aarde te houden moeten ze geïntegreerd worden aangepakt. En dat kan.
Lokale oplossingen
Een manier die kan helpen de aarde leefbaar te houden, is om gemeenschappen zelf lokale oplossingen te laten verzinnen. Erisman deed daar samen met een aantal boeren op Schiermonnikoog zelf ervaring mee op. En vanuit het Liveable Planet-programma van de universiteit is het Polderlab een voorbeeld waarbij boeren en burgers samen onderzoeken hoe je veenweidegrond duurzaam en rendabel beheert. Erisman: 'Je ziet dat gemeenschappen vaak meer bereiken dan hun oorspronkelijke doel. Er is hoop als we gemeenschappen hun eigen verantwoordelijkheid geven.’
Tekst: Dagmar Aarts
Afbeelding in tekst: Wikimedia Commons