Tentoonstelling over het tweede leven van Anton de Kom, dat begon in Leiden
Weinig mensen zullen de naam van Anton de Kom in verband brengen met Leiden. Toch krijgt de Surinaamse vrijheidsstrijder een tentoonstelling in Museum De Lakenhal. Zo’n kwart eeuw na zijn dood (1945) ontrukten Leidse leden van de Surinaamse Studentenunie hem aan de vergetelheid. In 2023 wordt het eerherstel van De Kom in Nederland vervolgd met de tentoonstelling ‘Strijden ga ik – Anton de Kom en de Surinaamse Studentenunie’.
,,Dit moest een Leidse aangelegenheid worden’’, zegt Garrelt Verhoeven van de Universitaire Bibliotheken Leiden stellig. De herontdekking van De Kom had plaats in de Leidse Universiteitsbibliotheek, waar Rubia Zschüschen in 1967 de eerste druk van het antikoloniale manifest ‘Wij slaven van Suriname’ (1934) opdiepte. De Kom beschreef als eerste de geschiedenis van Suriname met gekoloniseerde ogen. Zschüschen (overleden in 2002) stond versteld van haar ontdekking. Al voor de Tweede Wereldoorlog had hij verwoord wat Surinaamse studenten in Leiden voelden en vonden. Verhoeven: ,,Anton de Kom streed tegen overheersing en slavernij.’’
Roofdruk
De activistische studenten drongen bij de Amsterdamse uitgeverij Contact aan op een herdruk van geschriften van de vrijheidsstrijder. Toen de uitgever er geen brood in zag, kregen zij van weduwe De Kom uit Den Haag manuscripten mee. De studenten stencilden een eigen versie van ‘Wij slaven van Suriname’.
De gestencilde herdrukken van De Koms gedachtegoed gingen volgens Verhoeven ‘als een lopend vuurtje’ door het land, inclusief het toenmalige overzeese rijksdeel Suriname. De Surinaamse Studentenunie was een voortvloeisel van de Surinaamse Studenten Vereniging, die vooral vermaard was om de feesten die zij organiseerde. De unie was volgens Verhoeven militanter en politiek geëngageerd en zat net als De Kom in de linkse hoek. ,,Zij streden tegen onrecht en discriminatie, net als groepen in andere landen in de zestiger jaren. Maar de Surinaamse Studentenunie was niet bezig met de onafhankelijkheid van Suriname, die in 1975 tot stand kwam.’’
Een mengelmoes
Verhoeven benadrukt de diversiteit van de tientallen Surinamers die in de zestiger jaren in Leiden studeerden. ,,Het gezelschap was net als Suriname een mengelmoes. Anton de Kom nam het trouwens zelf ook op voor alle bewonersgroepen die Suriname rijk is, zoals nakomelingen van slaven, contractarbeiders, marrons, Chinezen en Hindoestanen.’’
Voor de tentoonstelling van de Surinaamse Studentenunie, de Universitaire Bibliotheken Leiden en Museum De Lakenhal verrichtte Henna Goudzand Nahar historisch onderzoek naar de Surinaamse Studentenunie en de roofdrukken. Als naam kozen de organisatoren de titel van het gedicht: ‘Strijden ga ik’.
Kopieerdrift
Volgens Verhoeven was De Kom niet alleen een vrijheidsstrijder, maar ook een begenadigd schrijver. Zonder de kopieerdrift van de politiek geëngageerde Surinaamse studenten in Leiden zou zijn werk echter onderbelicht zijn gebleven. 160 jaar nadat Nederland de slavernij officieel heeft afgeschaft staan zowel Anton de Kom als zijn herontdekkers in Leiden in de schijnwerpers.
De tentoonstelling over Anton de Kom en de Surinaamse Studentenunie loopt van 10 november tot en met 7 juli in Museum De Lakenhal. Naast historische objecten bevat zij een documentaire van filmmaker Emma Lesuis over oud-leden van de Surinaamse Studentenunie. Kunstenaar Hedy Tjin maakte vier kleurrijke wandschilderingen van prominente figuren uit deze geschiedenis.
‘Oproerkraaier’
Aan de vooravond van de tentoonstelling over de Leidse herontdekking van Anton de Kom borrelen herinneringen op bij Paul Day. De 83-jarige Leidenaar zat eind zestiger jaren als lid van de Surinaamse Studentenunie dicht bij het vuur. Toen Rubia Zschüschen het vergeten boek van de Surinaamse schrijver en vrijheidsstrijder vond, was ook Day in de UB aanwezig.
Door die ontdekking konden de tientallen Surinaamse studenten in Leiden hun beeld van De Kom bijstellen. Day: ,,Op school hadden wij geleerd dat hij een oproerkraaier was. Nu bleek dat hij onvermoeibaar streed tegen discriminatie, armoede en onrecht. In 2020 verwierf hij zelfs een plaats in de Canon van Nederland.’’
Voor de Surinaamse Studentenunie was Day - gitarist en liedjesschrijver - vooral actief op cultureel gebied. Anderen typten ‘Wij slaven van Suriname’ bladzij voor bladzij over. Day hielp bij het zogeheten rapen van de stencils. Ook selecteerde hij uit De Koms manuscripten gedichten voor een bundel, die in 1973 onder de titel ‘Strijden ga ik’ in druk verscheen. ,,Juist dat strijdbare vind ik zo treffend.’’
Als het goed is, heeft Day thuis nog ergens een gestencild exemplaar uit die periode liggen. Voordat hij dat eens rustig opzoekt, roept de plicht. Op gevorderde leeftijd is het voormalige SP-raadslid nog steeds werkzaam als postbode, zoals de documentaire tijdens de tentoonstelling bewijst.
Tekst: Tim Brouwer de Koning