‘Wetenschap is internationaal, dus onze faculteit moet dat ook zijn’
‘Onze faculteit is een internationale gemeenschap. En dat is iets waar iedereen van profiteert’, zegt Yun Tian. Als medewerker internationalisering is zij de brug tussen internationale studenten en medewerkers, de faculteit en universiteiten in het buitenland. ‘Wetenschap overschrijdt landsgrenzen en heeft geen nationaliteit. We doen wetenschappelijk onderzoek in een internationale setting en streven er zo samen om de wereld een betere plek te maken.’
‘Een aanzienlijk deel van onze medewerkers en een aantal van de studenten zijn afkomstig uit het buitenland. Alleen door samen te werken met geweldige onderzoekers van over de hele wereld blijft ons onderzoek van wereldniveau,’ zegt Tian. ‘We vertrouwen op internationaal talent om goede ideeën en belangrijke wetenschappelijke output met zich mee te brengen. En Nederlandse studenten profiteren tegelijkertijd ook van die internationale samenwerkingen, uitwisselingen en van een gevarieerde leeromgeving.’
Om ervoor te zorgen dat deze internationale samenwerkingen goed verlopen, heeft elke faculteit internationaliseringsmedewerkers. Tian faciliteert netwerkontwikkeling en internationale onderzoekssamenwerkingen voor de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. ‘Ik ben de brug tussen de internationals, de faculteit en de universiteit. Ik help de wetenschappers met het uitbouwen van hun connecties en om gestructureerde projecten op te zetten. Daarnaast werk ik ook aan een “eco-systeem” zodat internationals zich goed, gewaardeerd en geaccepteerd voelen op onze faculteit.’
Bottom-up invloed op het kabinet
Een goed universitair beleid is daarom essentieel. ‘We hebben een universiteitsbrede beleidsgroep waarin elke faculteit wordt vertegenwoordigd door haar beleidsmedewerkers internationalisering.’ Op dit moment is internationalisering in het hoger onderwijs ook op nationaal niveau een hot topic. De universitaire beleidsgroep geeft dan ook input en feedback op het relevante beleid van het Nederlandse kabinet. ‘Zo laten we zien wat internationalisering voor onze universiteit betekent en wat het ons allemaal oplevert. Op die manier werken we samen aan een beter nationaal beleid.’
Dus hoe komen we in contact met andere universiteiten wereldwijd? ‘Ik faciliteer samenwerking door internationale bijeenkomsten en bezoeken te organiseren. Vorige week was er bijvoorbeeld een delegatie van de Indonesische Universitas Gadjah Mada. Samen werken we aan een gezamenlijk onderzoeks- en expertisecentrum. Daar zullen disciplines van biologie en geneesmiddelenonderzoek tot informatica in de toekomst baat bij hebben.’ En ook delegaties van onze faculteit bezoeken af en toe buitenlandse universiteiten. ‘Tijdens die reizen zijn er meetings over strategische samenwerkingen, maar ook openbare lezingen en seminars voor wetenschappers om met elkaar in contact te komen en elkaars onderzoek beter te begrijpen.’
Reizen als onderdeel van de baan
Tian maakt altijd het programma voor die bezoeken en reist mee met de delegatie. ‘Ik ben vaak in China en Indonesië geweest. Hoewel ik deze bezoeken heel leuk vind, ben ik geen grote fan van op het vliegtuig zitten en een grote ecologische voetafdruk creëren. Daarom zorg ik er altijd voor dat we er het maximale uit kunnen halen. Ik plan een vrij intensief programma en laat de hele delegatie tijdens elke reis hard werken. Gelukkig klagen ze daar nooit om.’ zegt ze al lachend. ‘Na de activiteiten overdag hebben we altijd een leuke tijd en leren we elkaar beter kennen. Ik vind het fijn om met wetenschappers te werken, hen te kunnen helpen en een meerwaarde voor hen te kunnen zijn. Dat deel van de baan vind ik heel leuk.’
Een andere onderwijscultuur
Uit de internationale activiteiten ontstaan verschillende vormen van samenwerking. ‘Zoals personeels- en studentenuitwisselingen, gezamenlijke onderzoeksprogramma's en gezamenlijke promotieprogramma's. Bij dat soort programma's zijn er vaak mogelijkheden voor extra financiering. Promovenda werken dan onder de supervisie van begeleiders uit verschillende instellingen. Zo krijgen ze het beste van de twee plekken. En de gedeelde supervisie is vaak de beste manier om de samenwerking tussen wetenschappers uit te breiden en te verdiepen.’
Als onderzoekers in het buitenland wonen brengt ook een aantal uitdagingen met zich mee. ‘Het onderwijssysteem is vaak heel anders dan in hun eigen land. Als ik het bijvoorbeeld vergelijk met China, dan is het onderwijs daar een stuk systematischer, terwijl je in Nederland als student zelfstandiger moet zijn. Hier is het wat meer op jezelf gericht en misschien wel creatiever. Maar ik denk dat mensen van beide onderwijssystemen kunnen leren.’
'Ik ben hun vertrouwenspersoon'
Tian is er dan ook om de internationale onderzoekers hier op de faculteit te ondersteunen. Omdat ze voor haar master van China naar het Verenigd Koninkrijk verhuisde, weet ze hoe het is om aan een nieuwe cultuur te moeten wennen. ‘De manier van communiceren kan heel verschillend zijn in andere culturen. Als er bijvoorbeeld sprake is van een miscommunicatie met de promotor, kan ik de brug vormen tussen de student en die promotor. Ik begrijp beide culturen en hun manier van communiceren vaak wat beter. Maar ik zie de laatste jaren wel dat de zogenaamde cultuurschokken steeds minder voelbaar zijn. Jarenlang een open en internationale organisatie zijn, lijkt te helpen om mensen beter te integreren en elkaar beter te begrijpen.’
Nieuwe onderzoekers komen af en toe bij Tian langs voor advies. ‘Ze vertrouwen me met hun problemen en vragen.’ Na verloop van tijd bouwt ze daardoor vaak een goede band met ze op. ‘Ik ben al uitgenodigd op iemands babyborrel en zelfs een keer op een bruiloft. Helaas heb ik ook een begrafenis moeten bijwonen van een promovendus die omkwam in een woningbrand. Zijn ouders zijn hier toen heengekomen en ik heb geholpen waar ik kon. Dat was ontzettend triest.’ Maar wanneer een student het programma succesvol afrondt, is Tian op haar gelukkigst. ‘Ik sta de student vaak bij vanaf het begin, bijvoorbeeld bij het vinden van de juiste begeleider. Daarna help ik met het regelen van alle praktische zaken, zoals financiering, en ben ik tot het einde van het programma voor ze beschikbaar. Als je goede resultaten ziet van een programma dat je zelf mee hebt ontwikkeld en opgezet, geeft dat echt voldoening.’
Kinderen die vier talen spreken
En het is niet alleen haar werksituatie die heel internationaal is. ‘Mijn man is opgegroeid in Zwitserland, maar zijn moeder is Spaans en zijn vader komt uit Italië. Samen hebben we hiervoor in het Verenigd Koninkrijk en in Spanje gewoond. Dus wanneer we thuis een voetbalwedstrijd kijken, is het moeilijk kiezen voor welk team we moeten supporteren’ , grapt Tian. ‘Onze kinderen groeien dan ook heel internationaal op. Ik spreek Chinees met ze, mijn man Italiaans, thuis spreken we Engels en ze gaan naar school in het Nederlands.’ Ondanks de internationale werk- en thuissituatie is Tians liefde voor Nederland erg groot. ‘We willen hier zeker nog lang blijven. Dat komt mede omdat ik het ontzettend leuk vind om hier op de faculteit met de internationale gemeenschap te werken. Ik denk dat dit mijn favoriete baan ooit is!’