Depressieve tieners hebben weinig baat bij oogcontact met hun ouders (terwijl verbinding zo belangrijk is)
Oogcontact tussen ouder en kind verhoogt bij beiden hun stemming en gevoel van verbondenheid. Maar niet bij tieners met depressie, ontdekte Mirjam Wever. Naast therapie voor het kind, kan hulp voor ouders hun soms verstoorde onderlinge band versterken. Wever promoveert 11 januari.
Ze had intensief contact met veel gezinnen met en zonder een depressieve tiener, vertelt Mirjam Wever. ‘Van alle kanten hoorde ik hoe iedereen erin stond. Het raakte me echt als adolescenten dingen zeiden als: “Ik heb het gevoel dat ik er beter niet had kunnen zijn”, of als ik de machteloosheid van hun ouders zag.’
De neurowetenschapper werkte als een van de vier promovendi met meer dan honderd gezinnen aan onderzoek naar hun onderlinge contact en verbondenheid. Deelnemers vulden vragenlijsten in, schreven dagboeken en kwamen een hele dag naar het lab voor interactietaken en apart ook nog eens naar de scanner. ‘Van bijna alle gezinnen kwamen beide ouders naar het onderzoek, dat is uitzonderlijk. Het overgrote deel van ouder-kind-onderzoek richt zich spijtig genoeg nog enkel op de moeder.’
Video’s waarin je kind je aankijkt, of niet
Wever analyseerde voor haar proefschrift een deel van de vele data. Ze focuste op oogcontact en empathie. ‘Ouders en kinderen keken bijvoorbeeld naar video’s waarin hun eigen kind of ouder of een onbekende hen langere tijd aankeek of juist wegkeek. En ouders beeldden zich in dat hun kind zich bezeerde of werd buitengesloten op school.’ Dat alles gebeurde in een MRI-scanner die de activiteit lieten zien in de hersengebieden waar empathie en verbondenheid zich afspelen.
Sterke effecten van oogcontact…
Een opvallend resultaat: adolescenten met een depressie profiteren veel minder van het verbindende en stemmingverbeterende effect dat oogcontact tussen kinderen en ouders normaal gesproken heeft. Wever: ‘Oogcontact tussen mensen verbetert in een positieve context normaal gesproken de stemming bij beiden. Ook ervaren ze meer verbondenheid met elkaar. Oogcontact maken wekt ook weer meer oogcontact op, het heeft te maken met het trekken en vasthouden van aandacht. Dit zien we bij oogcontact tussen ouders en kinderen, maar ook tussen mensen die elkaar niet kennen.’
…Behalve bij kinderen met depressie
Als een tiener met een depressie een onbekende of een van de ouders aankijkt, gaat het anders. ‘De stemming van het kind is door de depressie doorgaans lager en verbetert niet door oogcontact. Het gevoel van verbondenheid met de ouder neemt zelfs af naarmate oogcontact langer aanhoudt. Wel maken deze kinderen net zo veel oogcontact, maar het effect ervan lijkt bij hen gedempt.’ De verbinding tussen ouders en kind is enorm belangrijk voor een gezonde ontwikkeling. Juist in gezinnen met een kind dat lijdt aan depressie, staat die verbondenheid onder druk.
Help ook de ouders om de band te herstellen
Jongeren die depressief zijn trekken zich vaak terug. Een belangrijke pijler van de behandeling van deze jongeren is gericht op moeilijkheden in het sociaal functioneren, schrijft Wever in haar proefschrift. ‘Daarnaast kan het helpend zijn om via de ouders de verbinding tussen ouders en kind te herstellen.’ Als ouders leren welke moeilijkheden hun kind elke dag ervaart, kunnen ze zich beter inleven. Dat kan helpen de veel voorkomende negatieve spiraal van elkaar niet begrijpen en terugtrekken, te doorbreken.
In bijvoorbeeld de oudercursus Samen Sterk krijgen ouders handvatten om de band met hun kind te versterken. Wever: ‘Een van de hoofdlijnen is dat je als ouder altijd moet proberen in contact te blijven met je kind. En als je bijvoorbeeld tien keer tevergeefs hebt aangeboden samen iets te doen, vraag het dan ook de elfde keer.’
Oogcontact is voor iederéén cruciaal
Ook voor ouders van kinderen zonder depressie – sterker nog, voor iedereen – heeft Wever een advies na haar onderzoek naar oogcontact. ‘Hoe langer mensen elkaar aankijken, hoe meer verbondenheid en empathie ze over het algemeen met elkaar voelen. Veranderingen in onze samenleving staan dit in de weg. Niet alleen kinderen blijven op hun scherm kijken terwijl hun ouders tegen ze praten, steeds vaker zijn ook de ouders in hun scherm verdiept.’ Kijk elkaar weer eens vaker in de ogen, wil Wever zeggen.
Emotionele mishandeling
Wevers onderzoek maakt deel uit van het NWO Vici-project RE-PAIR: Unravelling the Impact of Emotional Maltreatment on the Developing Brain van hoogleraar Bernet Elzinga. Wever onderzocht ook het effect van oogcontact in ouders die vroeger bijvoorbeeld vaak gekleineerd of ‘niet gezien’ zijn door hun eigen ouders. Naarmate dit soort emotionele mishandeling meer had plaatsgevonden in hun kindertijd, leverde ook bij deze ouders oogcontact met hun kinderen en onbekenden geen verbetering in hun stemming op. Wever: ‘Het zou kunnen dat oogcontact voor hen een andere betekenis heeft, bijvoorbeeld omdat vernederingen vroeger vaak begonnen met oogcontact.
Mirjam Wever promoveert 11 januari op het proefschrift I see you: Insights into the neural and affective signatures of connectedness between parents and adolescents.
Tekst: Rianne Lindhout