Meekijken over de schouder van de middeleeuwse lezer
Wat vonden geleerden in de middeleeuwen van de boeken die ze lazen? In haar oratie op 12 januari vertelde hoogleraar Mariken Teeuwen over de teksten die ze in de kantlijn schreven. ‘Je vindt er serieuze dingen in, ellende, maar ook grappen en zelfs muziek.
Vanaf maart afgelopen jaar is Mariken Teeuwen bijzonder hoogleraar schriftcultuur in de middeleeuwen bij het Instituut voor Geschiedenis van de universiteit Leiden. Ze is gespecialiseerd in vroegmiddeleeuwse boeken: uit de periode 500-1500. Die waren handgeschreven, vaak in het Latijn, op perkament.
Veel van die boeken bevatten sporen van de lezers uit die tijd. In de kantlijn of marge schreven ze namelijk heel wat opmerkingen, marge-aantekeningen of ‘marginalia’. Zowel de auteurs als de lezers waren voornamelijk monniken.
Hele puzzel
In de liturgische boeken, die vaak mooi versierd waren met goud en prachtige miniaturen, staan niet veel aantekeningen, vertelt Teeuwen. ‘Sommige boeken zijn bedoeld om mooi op een lessenaar te liggen. De boeken waarmee gewerkt werd en waarin de meeste marginalia staan, vind ik het interessantst.’ Die gingen voornamelijk over filosofie, wetenschap en de kunsten.
Het ontcijferen van de marginalia is een hele puzzel, waar veel kennis en ervaring voor nodig is. Net als voor het achterhalen van wanneer en waar de opmerkingen gemaakt zijn. ‘Het schrift ontwikkelt zich op een bepaalde manier in de loop van de middeleeuwen. Dus de vorm van de letters geeft je informatie.’
Naakte vrouw
Tussen alle kennis duiken wel eens persoonlijke dingen op. Je kunt er klachten lezen zoals: ‘Ik heb het koud, mijn vingers zijn verkrampt, ik heb honger’. Soms gaven lezers hun mening: ‘Die meester heeft ongelijk’ of: ‘Dit is prachtig en moet ik onthouden’.
'Je ziet de mensen uit het verre verleden aan het werk.'
In de kloosters werden de hele dag psalmen gezongen. De hoogleraar: ‘Dus de schrijvers hadden hun hoofd vol melodieën en die belanden soms in de marge van een boek over een heel ander onderwerp.’ Ook een leuke vondst: in een boek over antieke logica is de beginletter versierd met een naakte vrouw bovenop een monnik, met rode blossen op de wangen van het betrapte paar.
Fantastisch gevoel
Als Teeuwen op een feestje gevraagd wordt wat er zo fascinerend is aan middeleeuwse handschriften zegt ze: ‘Je hebt een handgemaakt object vast dat honderden jaren oud is. Die boeken geven je een enorme historische sensatie. Alsof je over de schouder meekijkt van degene die het gemaakt of gelezen heeft. Dus je ziet de mensen uit het verre verleden aan het werk. Dat is een fantastisch gevoel. Je kunt het misschien vergelijken met een archeoloog die schatten ontdekt tijdens een opgraving.’
In Nederland liggen ongeveer 5000 à 6000 vroegmiddeleeuwse handschriften in openbare collecties van bibliotheken. Leiden heeft de grootste collectie. ‘Als je geïnteresseerd bent in de vroege middeleeuwen is Leiden een schatkamer.’
Je kunt een beeld krijgen van hoe manuscripten tussen de Europese kloosters en steden reisden.
Van klooster naar klooster
Teeuwen is ook onderzoeker en hoofd van de onderzoeksgroep Digitale Edities bij het Huygens Instituut van de KNAW. Met collega Irene van Renswoude is ze begonnen een nationaal portaal voor gedigitaliseerde middeleeuwse handschriften in Nederlandse collecties te bouwen.
Er is een grote verandering aan de gang in het vak handschriftenkunde, vertelt ze: de laatste twintig jaar zijn steeds meer middeleeuwse handschriften online beschikbaar gekomen. ‘Dat heeft gezorgd voor een enorme ontwikkeling in de bestudering ervan. Met digitale methodes kun je ze veel sneller en op veel grotere schaal vergelijken.’
Om bijvoorbeeld te bepalen waar, door wie en in welke periode het boek of de aantekening is geschreven. Of je kunt een beeld krijgen van hoe manuscripten tussen de verschillende bibliotheken in Europese kloosters en steden reisden. ‘Pas nu we al die oorspronkelijke manuscripten met een klik op de muis digitaal op het scherm krijgen, zien we hoeveel materiaal er eigenlijk zit in de marges.’
Mariken Teeuwen spreekt haar oratie 'Perkamenten personen. De stratigrafie van het middeleeuwse boek.' uit op 12 januari.
Tekst: Thessa Lageman
Beeld: Handschrift uit de 12e eeuw met daarin de Latijnse tekst van de Vertroosting van de Filosofie van Boethius. In de 13e en 14e eeuw is het handschrift voorzien van aantekeningen van lezers en studenten. Leiden, UB, BPL 144, ff. 9v-10r (Digitale collecties)