‘Literatuur verkent van alles waar het recht nog niet aan toe is’
Als hoogleraar Literatuur, Cultuur en Recht verkent Frans Willem Korsten het spanningsveld tussen literatuur en recht. Het zijn twee disciplines die de meeste mensen niet gelijk met elkaar verbinden, maar Korsten ziet veel raakvlakken. ‘Een fictief verhaal kan grote invloed hebben op het recht.’
Literatuurwetenschap en rechten zijn allebei disciplines die zijn geconcentreerd rondom taal, legt Korsten uit. ‘Hoe zit die taal in elkaar? Hoe wordt erin geargumenteerd? Hoe speelt een element als fictie een rol? Voor mij zijn de Bijbel, de Tenach en de Koran fictie. Maar die boeken staan aan de basis van hele rechtsordes.’
Daarnaast zijn er nog allerlei problemen die door het recht niet opgelost kunnen worden, zo ziet Korsten. ‘Een rechtszaak wordt afgesloten na een uitspraak, maar vaak is daarmee de kous niet af. Dan zie je eigenlijk dat literatuur en kunst het overnemen en soms honderden jaren later nog daarop reflecteren. Andersom wordt er in literatuur en kunst van alles verkend waar het recht nog niet aan toe is, zoals bijvoorbeeld in romans over robots. Robots hebben in het recht nog geen rechten, maar in de literatuur kan dat wel al.’
Ongelijkwaardige grootheden
Robots komen in het recht nog niet voor als rechtspersoon, maar natuurgebieden steeds vaker wel. Het is een internationale ontwikkeling waar Korsten zich tegen verzet in zijn oratie. ‘Naast personen zoals jij en ik, zogenaamde natuurlijke rechtspersonen, worden in de wet ook andere rechtspersonen beschreven, zoals bedrijven en staten. Door ze in de wet op te nemen als rechtspersonen, kunnen staten en bedrijven ook voor de rechter worden gedaagd, en hebben ze rechten en plichten.’
‘Als je dit doet, dan komt de natuur op een gelijk plan met een bedrijf’, legt Korsten uit. ‘Je kunt dan een rechtszaak krijgen tussen bijvoorbeeld Tata Steel en de natuur. Dat vind ik volstrekt ongelijkwaardige grootheden, die opeens geforceerd op één juridische schaal worden gelegd. Een bedrijf kan de natuur vergiftigen, vervolgens failliet gaan en een doorstart maken. Maar de natuur kan helemaal geen doorstart maken, en wordt ondertussen totaal vernacheld.’
Bodem, grond en aarde
In plaats van de natuur tot rechtspersoon verklaren, kan er beter worden gekeken naar juridische definities, en hoe die tot stand zijn gekomen. In zijn oratie kijkt Korsten naar hoe bodem en grond worden gedefinieerd in de wet, en hoe dat beter kan. Daarbij gebruikt hij zijn blik en kennis als literatuurwetenschapper. ‘In de huidige definitie van bodem wordt grond niet genoemd. Er wordt wel gesproken over aarde, maar aarde wordt dan weer niet gedefinieerd.’ Dit soort wettelijke definities komen tot stand door bestuurders, rechtskundigen en mensen uit het agrarische instituten te raadplegen. ‘Maar biologen en ecologen worden daar niet bij betrokken’, zegt Korsten. ‘Daar gaat het fout’.
Wat ontbreekt in de wet is dat grond als iets levends wordt gezien, zo stelt Korsten. ‘Als je erin slaagt om brede consensus te krijgen over het feit dat grond levend is, dan kunnen we kwesties op een hele andere manier via het recht adresseren. Daarom werk ik toe naar een definitie van grond als een levende entiteit. Als grond levenloos is, kun je het wel verontreinigen, maar niet vergiftigen. Dat is een subtiel verschil. Verontreinigen suggereert dat je die verontreiniging er misschien uit kunt krijgen. Maar als ik de grond vergiftigd heb, dan is die dood. Heb ik iets doodgemaakt wat niet meer tot leven gewekt kan worden? Dan is dat een veel ernstiger misdrijf.’
Tom Poes en The Last Of Us
Korsten gebruikt in zijn onderzoek uiteenlopende bronnen. Zo verwijst hij in zijn oratie naar wetteksten, maar ook naar een stripverhaal van Tom Poes en de game The Last of Us. Hoe kiest hij zijn bronnen? ‘Ik kijk niet naar strikt omschreven corpussen (verzameling teksten, red.), maar onderzoek culturele krachtvelden. Ik kijk naar een probleem en dat kan van veel verschillende kanten benaderd worden.’
Het recht wordt niet alleen maar gevormd door wetten en filosofische teksten, benadrukt Korsten. ‘Een vooraanstaande collega van mij, Greta Olsen, die zegt: “De gevoelens van mensen ten opzichte van het recht, of wat ze rechtvaardig achten, worden gevormd in een soort culturele soep.” Die soep is een heel ingewikkeld samenspel van allerlei soorten teksten, dat is moeilijk af te bakenen.’
Korsten maakt zich in zijn oratie sterk voor ecologische rechtvaardigheid. Hoe kan de natuur beter beschermd worden in het recht? En hoe verschilt de blik op de natuur in het recht en in de literatuur? ‘Het probleem is een houding ten opzichte van de natuur die uiteindelijk economisch gedomineerd is. Veel kunst en literatuur staat daar kritisch tegenover. Hoe komt het dat die literatuur geen effect heeft gehad op het recht? Omdat het om een kernprobleem gaat in de hedendaagse wereld is het van belang te onderzoeken hoe literatuur, cultuur en recht hier met elkaar interageren.’
De oratie van Frans Willem Korsten is op vrijdag 15 maart 2024 ook te volgen via de livestream.
Tekst: Tom Janssen
Bannerafbeelding: Unsplash