Organisatie
Bericht namens het CvB n.a.v. de bezetting van het Academiegebouw
De gebeurtenissen rond de Cleveringa-oratie van voorbije woensdag hebben velen binnen en rondom onze universitaire gemeenschap geraakt. De lezing moest op het laatste moment worden verplaatst naar de Faculteit der Rechtsgeleerdheid omdat het Academiegebouw van Universiteit Leiden bezet werd door enkele leden van Students for Palestine.
Laat we beginnen met wat ons als College van Bestuur vooral bezighoudt: wij begrijpen de grote verontwaardiging en machteloosheid die velen voelen bij het aanhoudende en verschrikkelijke geweld in Gaza. De beelden en verhalen laten niemand onberoerd, het menselijk leed is immens. Vanzelfsprekend heeft het College van Bestuur er geen enkel probleem mee dat studenten en medewerkers uiting willen geven aan die verontwaardiging en druk willen uitoefenen. Toch hopen we dat deze groepen te allen tijde voorrang geven aan dialoog. Dat de uitnodiging tot gesprek afgelopen woensdag door de actievoerders niet aanvaard werd, betreuren we dan ook.
Binnen onze gemeenschap bestaan verschillende overtuigingen over hoe we met deze tragedie moeten omgaan en welke stappen wenselijk of noodzakelijk zijn. Ook dat is begrijpelijk: het gaat immers om complexe, pijnlijke vragen die mensen diep raken. De universiteit neemt verantwoordelijkheid met concrete maatregelen, waaronder de opschorting van uitwisselingsakkoorden met Israëlische universiteiten en een zorgvuldige screening van lopende onderzoekssamenwerkingen. Dat werk gebeurt grondig, transparant en met aandacht voor een brede waaier van standpunten.
Maar juist in tijden van spanning is het essentieel dat we met elkaar in gesprek blijven; dat we ruimte laten voor verschillende perspectieven, zolang die passen binnen de kaders van onze rechtsstaat en niet leiden tot onnodige polarisatie, radicalisering of het buitensluiten van anderen. Een universiteit moet een plek zijn waar je je gehoord weet, waar pittig debat mogelijk is, maar waar je ook veilig kunt blijven denken, vragen en bevragen.
Dat de bezetting van het Academiegebouw plaatsvond op het moment van de Cleveringa-oratie betreuren wij als College van Bestuur ten zeerste. Rudolph Cleveringa verzette zich in 1940 — openlijk en met grote persoonlijke risico’s — tegen het ontslag van zijn Joodse collega’s. Zijn daden staan symbool voor moed, rechtsstatelijke principes en het beschermen van wie kwetsbaar is. Juist daarom was de timing van de actie voor velen binnen en buiten de Joodse gemeenschap pijnlijk en ongelukkig.
We zijn dankbaar dat de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, samen met talloze medewerkers, studenten en vrijwilligers, er met enorme inzet voor gezorgd heeft dat de lezing op waardige wijze kon doorgaan. Het toont opnieuw de veerkracht van onze gemeenschap.
In deze roerige tijd hopen we dat we elkaar blijven vinden in dialoog, met respect en met oog voor elkaars emoties, geschiedenis en overtuigingen. Alleen zo blijven we bouwen aan de universiteit die we willen zijn: betrokken, moedig en verbonden.
Luc Sels, Hester Bijl en Timo Kos
College van Bestuur Universiteit Leiden