Race tegen de klok: Nederland aan bijna 20 miljoen Pfizer-vaccins helpen
De hele wereld wacht met smart op voldoende coronavaccins. Als Launch Navigator bij Pfizer moet alumnus Dennis de Mik ervoor zorgen dat Nederland 19,8 miljoen doses van het Pfizer/BioNTech-vaccin krijgt. Hoe gaat dat en wat heeft hij aan zijn studie Bio-Farmaceutische Wetenschappen?
'We werken keihard om steeds meer vaccins naar Nederland te verschepen'
Wat is jouw rol bij Pfizer?
‘Ons vaccin wordt in Europa in verschillende fasen en op diverse locaties geproduceerd en wereldwijd gaat het dit jaar om zo’n twee miljard vaccins. Met mijn collega’s zorg ik ervoor dat Nederland het rechtmatige deel krijgt, dat zijn 19.8 miljoen doses. Hiervoor hebben we een medisch team, een logistiek team en een commercieel team en ik ben de vliegende keep die deze teams naadloos met elkaar moet laten samenwerken. We werken keihard om steeds meer vaccins naar Nederland te verschepen zodat ze daarna verdeeld kunnen worden over de mensen zoals in de verpleegtehuizen, ziekenhuizen en de grootschalige vaccinatielocaties.’
Nederland begon relatief laat met vaccineren terwijl het Pfizer-vaccin al op 27 december in Nederland was. Wat vind je daarvan?
‘De uitrol is niet in onze handen maar wordt door het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid georganiseerd. Zij zorgen voor de verspreiding van het vaccin in Nederland. Er is gekozen voor een gedegen voorbereiding en vanaf 6 januari kon er gestart worden. Een succesvolle vaccinatiecampagne is voor iedereen het beste en dat is ook waar wij ons voor inzetten. Inmiddels klimt Nederland op naar het midden van de Europese landen.’
Hoe blik je terug op de afgelopen maanden?
‘Het is een spannende tijd want iedereen kijkt mee en je wilt het goed doen. Vanaf het moment dat Pfizer in 2020 de samenwerking aanging met BioNTech, het Duitse bedrijf dat het vaccin ontwikkelde, begon de race tegen de klok. Er moest veel gebeuren zoals onderzoek naar de veiligheid en de effectiviteit, productielocaties realiseren en de indiening regelen bij de Europese registratieautoriteit EMA. Vervolgens bereidden we de introductie voor in de verschillende landen. Ik maakte de vertaalslag voor de Nederlandse situatie en voerde veel overleg met het ministerie en het RIVM. Op basis van alle informatie kon er besloten worden welke groepen het eerst gevaccineerd konden worden.’
Hoe kon Pfizer de grootschalige productie zo snel voor elkaar krijgen?
‘Processen die normaal gesproken jaren of maanden duren zijn in veel kortere perioden gedaan. De verschillende fasen van onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit vonden nu overlappend plaats. Alles wat gedaan moest worden is gedaan, maar dan onder extreme tijdsdruk omdat we in deze heftige pandemie zitten. Dat zorgde voor mij persoonlijk voor heel lange werkweken van zestig uur of meer. En ja, dat betekent bijvoorbeeld dat ik vaak ’s avonds, in het weekend en in periodes als de kerstvakantie voortdurend in nationale en internationale calls zit. Mijn gezin snapt natuurlijk dat het nodig is en ik ben er trots op dat ik mijn bijdrage kan leveren in deze pandemie.’
'Alles wat gedaan moest worden is gedaan, maar dan onder extreme tijdsdruk'
Waar houd je je nu mee bezig?
‘We zijn nog steeds intensief in gesprek met het ministerie en het RIVM want er komt telkens nieuwe informatie beschikbaar nu er steeds meer mensen gevaccineerd zijn. Bijvoorbeeld over eventuele bijwerkingen. En er lopen er nog allerlei onderzoeken, zoals over de gevolgen van het uitstellen van de tweede prik. Hiervoor kijkt onze medische afdeling vooral naar wat er in Israël en Engeland gebeurt omdat die landen vooroplopen in de vaccinatiegraad.’
Wat deed je voordat Covid-19 de wereld veroverde?
‘Inmiddels werk ik bijna zeven jaar bij Pfizer. Ik heb meegewerkt aan de introductie van een nieuw geneesmiddel tegen borstkanker en twee medicijnen tegen longkanker. Ik houd me bezig met goedkeuringsprocedures en zorg ervoor dat de geneesmiddelen bij de patiënten terechtkomen. Hiervoor deed ik dat voor Roche waar ik ook zorgde voor de lancering van nieuwe kankermedicijnen en relaties onderhield met patiëntenverenigingen. Het is fascinerend wat je kunt doen met toegepaste wetenschap. Dat je snapt hoe een ziekte werkt, hoe een geneesmiddel daarop in moet grijpen en wat het daadwerkelijk betekent in de levens van duizenden of miljoenen mensen.’
Waarom koos je destijds voor Bio-Farmaceutische Wetenschappen in Leiden?
‘Ik wilde graag iets doen met toegepaste scheikunde en biologie en deze studie kun je alleen in Leiden doen. Vanaf dag één ben ik fluitend naar het Gorlaeus gefietst en deed ik met veel plezier de opleiding. Je leert er zowel de taal spreken van artsen als die van onderzoekers en zo kun je samenwerken aan het ontwikkeltraject van geneesmiddelen. Labonderzoek is boeiend, maar ik merkte dat het heel gedetailleerde onderzoek me niet snel genoeg ging, ik wil liever bijdragen aan de fase waarin een geneesmiddel beschikbaar komt. Daarom volgde ik tijdens mijn studie de specialisatie Science Based Business, om meer te leren over management en de economische kant.’
Naast je werk ben je ook vrijwilliger voor Xenia, een hospice in Leiden voor jonge mensen die veelal terminaal ziek zijn. Waarom doe je dat werk?
‘Toen het hospice in 2014 werd gebouwd op de Kloosterpoort woonde ik daar om de hoek en ik was direct geïnteresseerd. Nu ben ik daar al weer ruim zes jaar vrijwilliger. Als gastheer verwelkom ik de tijdelijke bewoners en hun gasten. Ik zorg ervoor dat ze zich thuis voelen, zet koffie, bak appeltaart en neem de telefoon aan. Ook help ik met de marketing en pr want het hospice kan niet zonder donateurs. Door met mijn voeten op de vloer van een zorginstelling te staan, kom ik in contact met de mensen voor wie we het allemaal doen. Ik besef nog beter wat je met geneesmiddelen en zorg kunt betekenen.’
Tekst: Linda van Putten
Wie: Dennis de Mik (39)
Studie: Bio-Farmaceutische Wetenschappen (1999-2005)
Studentenleven: ‘Ik was één jaar lid van Catena, maar ik had al snel genoeg aan mijn actieve studievereniging waar ik veel voor deed. Als studentambassadeur probeerde ik ook andere studenten te enthousiasmeren voor deze studie. Tot op de dag van vandaag zie ik nog steeds veel studiegenoten en ik heb zelfs mijn vrouw via de studie leren kennen.’