‘Data science is in het DNA van de faculteiten gekropen’
Van 14 naar 29 deelnemende promovendi, zeven actief betrokken faculteiten en vooral veel vernieuwend interdisciplinair onderzoek, waarbij data science de verbindende factor is. Het universiteitsbrede Data Science Onderzoeksprogramma (DSO) is zo succesvol gebleken, dat het na vijf jaar met een ‘aanjaagsubsidie’ nu op eigen benen kan staan en onderdeel wordt van het interfacultaire programma SAILS.
‘Het programma heeft geleid tot een duurzaam samenwerkingsmodel tussen de faculteiten en met minimale middelen kunnen we het voortzetten’, vertelt DSO-directeur Wessel Kraaij.
Vanuit de faculteiten komt er meer aanbod binnen het programma en data science wordt vaker ingezet binnen het onderwijscurriculum, zo vertelt hij. ‘We zijn met data science in het DNA van de faculteiten gekropen en daar zijn we heel blij mee. Wat daar zeker aan bijgedragen heeft is dat data science en kunstmatige intelligentie de laatste jaren duidelijk populairder zijn geworden.’
Ook Erwin Muller, decaan van de faculteit Governance and Global Affairs en tijdelijk kwartiermaker voor de samenwerking op het gebied van kunstmatige intelligentie, data en digitalisatie binnen de strategische alliantie Leiden-Delft-Erasmus, is enthousiast over deze nieuwe stap.
'Het interdisciplinaire karakter van DSO is bijzonder en kenmerkend voor de Universiteit Leiden' - Erwin Muller
‘Het interdisciplinaire karakter van DSO is bijzonder en kenmerkend voor de Universiteit Leiden. Het laat de brede toepassing van data science zien. Er is de afgelopen jaren duidelijk aangetoond dat dit werkt en tot nieuwe inzichten leidt. Als onderdeel van het SAILS programma zie ik er veel toekomst in.’
Binnen DSO – opgezet door decanen van verschillende faculteiten in samenwerking met het College van Bestuur – werken promovendi aan onderzoek waarbij ze data science inzetten binnen hun vakgebied. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de inzet van landschapsscans – gemaakt door satellieten – bij het ontdekken van nieuwe archeologische vindplaatsen. Maar ook wordt er promotieonderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een tool die verschillende gebarentalen kan herkennen in video’s.
Data in een verzorgingstehuis
Een van de promovendi binnen het programma is de klinische neurowetenschapper en statisticus Daniela Gawehns. Zij doet haar onderzoek deels in een verzorgingstehuis voor dementerende ouderen. Door een week in dat verzorgingstehuis te wonen heeft ze veel verschillende vormen van data kunnen verzamelen, zoals ingevulde vragenlijsten, bevindingen van personeel, maar ook bewegingspatronen van bewoners. Al die verschillende vormen van data probeert zij in haar onderzoek om te zetten naar cijfers, zodat ze te gebruiken zijn in een algoritme. ‘Maar hoe doe je dat op een manier waardoor je niet de diepte van al die informatie verliest? Dat is een van de grote uitdagingen van mijn onderzoek’, vertelt Gawehns.
'We hebben ontdekt dat we uit de luchtdrukgegevens van de smart watches precies konden aflezen wanneer de bewoners door de schuifdeuren van de in- en uitgang liepen' - Daniela Gawehns
Tijdens de week in het verzorgingstehuis gaf ze een aantal bewoners een smart watch (met toestemming en waarborg voor privacy). ‘We hebben ontdekt dat we uit de luchtdrukgegevens van de smart watches precies konden aflezen wanneer de bewoners door de schuifdeuren van de in- en uitgang liepen, daar is de luchtdruk namelijk anders dan in het gebouw zelf’, zo vertelt ze. Het is niet de bedoeling om de bewoners op de voet te volgen, maar de luchtdrukdata kunnen wel iets zeggen over gedragspatronen, zoals dagelijkse wandelingen of het nuttigen van een kop koffie in het café tegenover het verpleegtehuis.
Zo kunnen sommige mensen met dementie niet ophouden met het lopen van rondjes, of gaan ze dwalen in de avonduren. ‘Met mijn datagedreven methode hoop ik straks te kunnen zien of dat gedrag verband houdt met andere gebeurtenissen. Hebben ze die dag bijvoorbeeld onrustig geslapen, of hebben ze bezoek ontvangen?’ Gawehns zou graag zien dat haar dataonderzoek uiteindelijk leidt tot meer persoonsgebonden zorg, of dat het bestuurders van verzorgingstehuizen kan helpen de leefomgeving van dementerende ouderen beter in te richten.
Werken naast een archeoloog en ecoloog
Binnen DSO vindt ze veel steun bij andere deelnemende promovendi, soms in ideeën en soms simpelweg in een leuk gesprek. ‘Promoveren is vaak een eenzaam proces. Zonder dit programma had ik nooit de kans gehad om te werken naast een archeoloog, of een idee op te doen van een ecoloog. We werken allemaal in een niche binnen ons vakgebied. We doen allemaal aan data- of computerwetenschap en moeten dat terugvertalen. Dat probleem van complexiteit delen we en daar kunnen we elkaar dus ook bij helpen.’
'Als beginnend promovendus moet je vooral heel veel koffiepauzes nemen met je collega’s van andere disciplines, daar ontstaan namelijk de beste ideeën' - Daniela Gawehns
Door de coronacrisis kon er lange tijd geen gebruikgemaakt worden van het DSO lab, de gezamenlijke werkruimte van het programma. Volgens Gawehns zou het goed zijn als die ruimte er in de toekomst weer gaat komen. ‘Als beginnend promovendus moet je vooral heel veel koffiepauzes nemen met je collega’s van andere disciplines, daar ontstaan namelijk de beste ideeën.’
Ook Kraaij heeft goede hoop dat er post-corona meer mogelijkheden voor het programma ontstaan. ‘We zouden vanaf het najaar onze faculteitsseminars en Florence Nightingale-colloquia graag weer op locatie willen organiseren, in plaats van online’, zegt Kraaij. Voor de verdere toekomst wenst hij dat DSO, dat omgedoopt gaat worden tot Leiden PhD community for Data Science and AI, bij de faculteiten op de radar blijft.
‘Goede reclame voor Universiteit Leiden’
‘Het zou mooi zijn als er over vijf jaar nog steeds zo’n twintig tot veertig promovendi in het programma zitten. Maar dat er ook een flink aantal DSO’ers na hun promotie een postdoc in Leiden kunnen doen en hun interdisciplinaire vaardigheden inzetten om nieuwe maatschappelijk relevante onderzoeksprojecten binnen te halen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg. Dat is goed voor de maatschappij en het zou goede reclame voor de Universiteit Leiden zijn.’
Tekst: Tim Senden
Hoofdfoto: Pexels / Pixabay.com