Even bellen over de oorlog in Oekraïne: ‘Heeft Poetin de tegenstander onderschat?’
De oorlog in Oekraïne duurt inmiddels bijna twee weken. Wat denkt Poetin te bereiken met zijn inval en hoe groot is de kans dat het westen betrokken raakt bij de oorlog? We bellen erover met hoogleraar en Ruslandkenner André Gerrits.
‘Iedereen, met uitzondering wellicht van de Britse en Amerikaanse geheime diensten maar met inbegrip van collega’s en vrienden in zowel Rusland als Oekraine, is uitermate verbaasd dat Poetin een full-scale war is begonnen tegen Oekraïne’, stelt Gerrits. Volgens hem zijn de doelen van Rusland dan ook eerder politiek dan militair van aard. ‘Poetin heeft zijn eisen duidelijk gemaakt: demilitarisering en denazificatie van Oekraïne. Daar kun je weliswaar van alles onder verstaan, maar de essentie is dat Rusland vanaf nu de toekomst van Oekraïne wenst te bepalen.’
'In zijn eigen val getrapt'
Dat Poetin nu kiest voor een militaire oplossing voor een politiek probleem, is volgens Gerrits mede geïnspireerd op een klassieke misrekening: onderschatting van de tegenstander. ‘Poetin is in zijn eigen val getrapt: hij neemt de staat Oekraïne niet serieus, en waarschijnlijk heeft hij daarom ook de weerstand en het verzet die zijn militaire optreden zouden oproepen onderschat. Ik ga ervan uit dat hij gedacht heeft: ik trek binnen met een overweldigende meerderheid aan troepen, ik vernietig de militaire infrastructuur van Oekraïne en dan is het met die weerstand snel gedaan.’
In werkelijkheid lijkt de Russische opmars trager te vorderen dan de Russen hadden voorzien, wat Poetin in een lastig parket brengt. ‘Poetin heeft voortdurend benadrukt dat hij niets tegen Oekraïners heeft. Sterker nog, hij zegt dat de Russen en Oekraïners een jednyj narod, één volk, zijn. Je kunt je ‘eigen’ volk moeilijk terugbombarderen naar het Stenen Tijdperk, maar zonder massaal militair geweld tegen steden en dus ook tegen burgers krijgt Rusland de Oekraïense regering waarschijnlijk niet op de knieën.’
Opvoeren van de strijd
Gerrits vermoedt dat Poetin er uiteindelijk toch voor zal kiezen om het militaire geweld te intensiveren. ‘Ik ga ervan uit dat hij nog steeds denkt dat hij zijn politieke doeleinden met militaire middelen kan bereiken. Dat betekent dat Poetin en de zijnen waarschijnlijk geen andere optie zien dan die militaire strijd op te voeren.’
Westerse inmenging
Die intensivering van de strijd zou onder meer tot een grotere betrokkenheid van het westen kunnen leiden, vermoedt Gerrits. ‘Op dit moment zijn er veel onzekere factoren die op elkaar inspelen, maar iedereen weet dat mogendheden zich vaak in een oorlog rommelen, zonder dat men oorspronkelijk het plan had om mee te vechten. Eerst worden wapens geleverd, dan adviseurs, dan moeten die adviseurs beschermd worden en zo raak je geleidelijk steeds dieper bij een conflict betrokken.’
Ook de westerse publieke opinie speelt een rol bij het besluit om deel te nemen aan een oorlog. ‘Als steden verwoest gaan worden, dan kan het sentiment snel veranderen, naar: we kunnen hier niet langer afzijdig van blijven. Wat nu nog ongewenst of onmogelijk is, kan er door de ontwikkelingen op het slagveld in een, twee weken heel anders uitzien. Kortom, het is van het grootste belang om een verdere escalatie van de oorlog te voorkomen.’ Het probleem is alleen dat dat idee wellicht het minste leeft bij degene die er de meeste invloed op heeft: Vladimir Poetin.