Slavernijverleden van Leiden wordt zichtbaar
Met markeringen maakt Mapping Slavery in Leiden het slavernijverleden van de sleutelstad zichtbaar. Waarom is dit belangrijk en wat betekent het voor de samenleving van nu? Voorafgaand aan het plaatsen van de markeringen werd er op 24 maart door een panel gesproken over het slavernijverleden van de stad, maar ook dat van de universiteit.
De markeringen komen in de vorm van een metalen pin te liggen bij plekken die iets met het slavernijverleden te maken hebben. Dat kunnen bijvoorbeeld huizen van plantagehouders zijn, huizen van vrije zwarte Leidenaren of musea die werden gevuld met objecten uit koloniën. ‘We willen laten zien dat slavernij en kolonialisme eeuwenlang onderdeel waren van het dagelijkse leven in de stad’, zegt Max Urai van Mapping Slavery in Leiden. ‘Leidenaren participeerden erin, waren er slachtoffer van, hadden er voordeel van, dachten erover na, droomden erover en verzetten zich ertegen. Pas als we die geschiedenis volledig onder ogen kunnen komen, kunnen we proberen te begrijpen wie we zelf zijn.’
Centrum van kennisproductie
Het project in Leiden ontstond naar aanleiding van een bijeenkomst van Mapping Slavery, waar initiatiefnemers van verschillende steden bij elkaar kwamen. Mapping Slavery in Leiden is ook mogelijk gemaakt door het verschijnen van het boek Sporen van de Slavernij in Leiden, geschreven door Gert Oostindie en Karwan Fatah-Black, beiden verbonden aan de Universiteit Leiden. ‘Het boek laat een andere geschiedenis van Leiden zien dan die we kennen’, zei Fatah-Black, die ook meedeed aan het panelgesprek. ‘Naast een stad van de Gouden Eeuw en armoedzaaiers is het ook een stad met een koloniaal verleden. Die kennis helpt ons iets bedachtzamer in de wereld te staan als het gaat om nationalisme, etnocentrisme en racisme.’
Fatah-Black vertelde over de vergroeiing van de stad met de West Indische Compagnie. Dat was namelijk goed voor de lakenhandel. De universiteit zorgde ervoor dat Leiden een centrum voor kennisproductie was. En de koloniale bestuurders overzee hadden vaak een opleiding Rechten in Leiden gedaan.
Meer ruimte geven
Annetje Ottow, voorzitter van het College van Bestuur, stond tijdens de bijeenkomst dan ook stil bij de geschiedenis van de universiteit. Het is volgens haar tijd om meer ruimte te geven voor de geschiedenis van de universiteit met betrekking tot het koloniale verleden en de slavernij. ‘Ik verwacht dat wij als onderwijs- en onderzoeksinstelling een belangrijke bijdrage kunnen leveren door het bieden van nieuwe en kritische inzichten en het bevorderen van een open gesprek binnen en buiten de universiteit.’
Verandering
Meer ruimte en aandacht aan het koloniale verleden van de universiteit geven, is volgens de panelleden een belangrijke stap. Bepaalde vormen van superioriteitsdenken uit het verleden zorgen volgens hen nog steeds voor ongelijkheid in de maatschappij van nu. Levi Ommen (beleidsmedewerker Haagse Stadspartij en perswoordvoerder en organisator Black Lives Matter Den Haag) probeert als beleidsmedewerker voor verandering te zorgen. ‘Je kunt dan kijken waar het mis gaat, waar het koloniale verleden een grote invloed heeft op onze hedendaagse maatschappij en hoe we dat gaan veranderen als er een negatieve invloed is. Hou je politici verantwoordelijk’, geeft ze het publiek mee.
Miquella Neyda, die zich inzet tegen onder meer discriminatie, is hoopvol dat er verandering gaat komen. ‘Als iets onzichtbaar is, is het moeilijk te erkennen. Vandaag zijn we tot de erkentenis van de waarheid gekomen. Nu kunnen we onze handen ineenslaan en actie voeren om verandering te brengen voor mensen van kleur.’
Tekst: Dagmar Aarts
Foto's: Lina De Los Rios Torres