Sustainable City Lab gaat ‘in de eigen achtertuin aan de slag met duurzaamheid’
Het Sustainable City Lab The Hague wordt een knooppunt dat Haagse organisaties die werken aan duurzaamheid verbindt met onderzoek en onderwijs van de Universiteit Leiden. ‘We gaan in onze eigen achtertuin aan de slag met complexe duurzaamheidsuitdagingen’, zegt projectleider Eefje Cuppen.
Het lab is een gezamenlijk initiatief van de Campus Den Haag en Liveable Planet, het interfacultaire programma van de Universiteit Leiden om interdisciplinair onderzoek en onderwijs op het gebied van duurzaamheid te stimuleren. Cuppen is dat programma al een aantal jaar aan het ontwikkelen, samen met Thijs Bosker (LUC), Jan Willem Erisman (CML), Marja Spierenburg (FSW) en Wil Roebroeks (Arch).
Cuppen: 'In de benadering staan liveable communities centraal. Hoe kan je globale doelen vertalen naar lokaal niveau? Want daar moet het uiteindelijk gebeuren. Op lokale plekken komen alle duurzaamheidsuitdagingen samen, in een setting waar beperkingen zijn qua ruimte en capaciteit. En hoe koppel je die kennis vervolgens weer terug en schaal je het uit naar andere niveaus?'
Subsidie van de gemeente
Het Sustainable City Lab The Hague (SCL) heeft onlangs 70.000 euro subsidie van de gemeente Den Haag gekregen, waarmee gewerkt gaat worden aan een inclusieve energietransitie. 'Voor een stad als Den Haag is dat heel belangrijk. Op dit moment gebeurt er veel met de warmtetransitie en het bestrijden van energiearmoede. Op dit moment verandert er veel, niet alleen in de technische infrastructuren (van gas naar elektrisch of warmtenetten bijvoorbeeld), maar ook in de maatschappelijk dynamiek, het beleid, en de manieren waarop burgers hierbij betrokken zijn. De vraag is hoe je in de wijk aan de slag kan met verduurzaming op een rechtvaardige manier, zodat iedereen mee kan doen.'
Momenteel wordt er gezocht naar een programmamanager die fulltime met het lab aan de slag kan. 'Daarna gaan we het project met de inclusieve energietransitie starten. Er lopen al een aantal initiatieven in Den Haag waar we bij aan willen haken, zoals LDE Centre for Sustainability Cities Hub, Kennis in Productie, Binckhorst, en Scriptiewerkplaats Den Haag Zuidwest. Het idee is om aan de slag gaan met de gemeente, bewoners, en andere partijen in de stad zoals woningcorporaties, lokale duurzaamheidsorganisaties, energieleveranciers en netbeheerders. Met alle stakeholders die in een wijk bezig zijn met de energietransitie kijken we hoe we met onze kennis en studenten daaraan kunnen bijdragen.'
Onderwijs
Niet alleen onderzoek, maar ook onderwijs speelt een belangrijke rol binnen het SCL. Het lab bouwt voort op het Local Actions Plan, dat Thijs Bosker samen met collega Paul Behrens ontwikkelt om lesmodules over duurzaamheid te ontwikkelen die door opleidingen en docenten uit alle vakgebieden gebruikt kunnen worden.
Cuppen: ‘Op de campus Den Haag zitten verschillende opleidingen die willen bijdragen aan het lab. Zelf ben ik betrokken bij de master Governance of Sustainability. Onze studenten hebben veel interesse in dit soort thematiek. Tweedejaarsstudenten hebben het vak Sustainability Challenge, waarbij ze in groepjes een opdracht doen voor een externe partij. Het lab is een mooi vehikel om deze groepen met echte duurzaamheidsopgaven aan de slag te laten gaan. Ook bij Urban Studies loopt er al een project waarbij studenten met deze thematiek bezig zijn.' Cuppen hoopt ook dat studenten van verschillende studies met elkaar samen gaan werken.
Inclusief
Om de energietransitie inclusief te maken, moet iedereen evenveel toegang hebben tot middelen, legt Cuppen uit. ‘Er zijn bijvoorbeeld verschillen in de mate waarin bepaalde groepen toegang tot subsidies, netwerken en de overheid hebben. Er wordt veel participatie georganiseerd in de energietransitie, om mensen mee te laten denken over het beleid of de plannen in hun wijk. Je ziet dat daar een bepaald soort mensen naartoe komt. Het zijn toch vaak oudere, hoogopgeleide, witte mannen. Hoe zorg je dat andere groepen, die ondervertegenwoordigd zijn, daar een stem in krijgen?’
Bij inclusiviteit hoort ook het eerlijk verdelen van de kosten en baten. 'Hoe zijn de lusten en de lasten verdeeld? Als jij een eigen huis hebt, kan je er zo zonnepanelen op leggen. Als veel mensen dat doen, moet de netbeheerder daarvoor aanpassingen doen. De kosten voor het net worden dan hoger. Dat soort kosten worden afgewenteld op alle gebruikers.' Als voorbeeld noemt Cuppen haar eigen wijk. 'Wij hebben onze koopwoning afgekoppeld van het gas, maar mijn buren wonen in woningbouwhuizen. Zij moeten meebetalen aan de verhoogde kosten voor het net, die wij met onze warmtepomp veroorzaken.' Zo’n oneerlijke verdeling kan leiden tot weerstand onder bewoners, waarschuwt Cuppen.
Uitnodiging
Het SCL zal zich dus eerst vooral richten op projecten rondom de energietransitie, maar Cuppen hoopt dat het uiteindelijk een groot structureel programma wordt. ‘We willen verschillende invalshoeken, verschillende faculteiten en disciplines, bij elkaar brengen en samen aan een breed scala aan duurzaamheidsopgaven werken. We zijn nu ook aan het verkennen hoe we kunnen samenwerken op het gebied van gezondheid, bijvoorbeeld met partijen zoals het LUMC. Duurzaamheid en gezondheid raken elkaar, zeker als je denkt aan energiearmoede.' Cuppen doet dan ook een oproep aan collega's. 'Vind je dit interessant, laat het ons weten. De bedoeling is om echt interdisciplinair aan de slag te gaan. Iedereen is welkom om een bijdrage te leveren.'
Cuppen nodigt ook andere partijen uit om mee te doen. 'Stap één in het project is de samenwerking met partners buiten de deuren van de universiteit. Dat netwerk gaan we versterken. Denk bijvoorbeeld aan hogescholen, gemeentes, energiecorporaties, stichtingen die lokaal bezig zijn. In korte tijd moeten er grote stappen gemaakt worden. Die enorme opgave kan niemand alleen voor elkaar krijgen.'
Tekst: Tom Janssen
Bannerfoto: Unsplash