Wat stoepplantjes kunnen betekenen voor de stad
Negen honoursstudenten gingen de uitdaging aan om binnen twee weken te onderzoeken hoe de Hortus zich het beste kan inzetten voor de stadsnatuur. ‘Niets was voorgekauwd, het was allemaal zelf ontdekken en beslissen.’
Omringd door planten presenteren de studenten van de summer school ‘Biodiversiteit in de stad’ hun bevindingen in de Hortus botanicus. In de afgelopen twee weken zijn zij de straat op gegaan en hebben vragen gesteld aan Leidenaren als ‘Waar denkt u aan bij het woord stadsnatuur?’ en ‘Bent u bereid stoepplantjes rondom uw woning te laten staan?’ Aan de hand van de antwoorden hebben de honoursparticipanten een advies opgesteld met verbeteringen die de Hortus kan aanbrengen in de educatie omtrent stadsnatuur.
"We interviewden de directeur van de Hortus om na te gaan of onze ideeën haalbaar waren"
Emma, student biologie, vertelt dat er in het project veel ruimte was voor eigen inbreng. ‘De folder waarin we ons advies hebben uitgebracht, hebben we helemaal zelf ontworpen en geschreven. Ook interviewden we de directeur van de Hortus om na te gaan of onze ideeën haalbaar waren.’ De vrijheid beviel Emma goed. ‘Het eindproduct is echt geworden wat wij zelf voor ogen hadden. Niets was voorgekauwd, het was allemaal zelf ontdekken en zelf beslissen.’
Klaproos of duizendblad
Binnen de summer school was er veel aandacht voor stoepplantjes. Zoals de naam al doet vermoeden zijn dit plantjes die tussen de stenen in een stad groeien. Veel mensen halen ze weg omdat ze het beschouwen als onkruid, terwijl deze planten hitte kunnen verminderen en een positief effect hebben op de biodiversiteit. Biologiestudent Hilde zal in elk geval niet snel meer een stoepplantje weghalen. ‘Die kleine plantjes kunnen echt het verschil maken. En sommige zijn ook heel mooi, kijk maar naar de klaproos of het duizendblad.’
Een van de bevindingen van de studenten was dat wanneer burgers meer weten over stoepplantjes, zij ook meer bereid zijn deze te laten staan. Dit is ook het idee achter botanisch stoepkrijten. Hilde: ‘Je loopt dan over straat en als je een stoepplantje ziet zet je er met krijt de naam bij. Wanneer mensen er dan langslopen weten ze welke plant het is en zien ze het niet enkel als onkruid. Dan krijgen ze er meer waardering voor.’
Veel namen geleerd
Ook al zijn er wel 1350 verschillende stoepplantjes, Hilde en Emma kunnen er al aardig wat benoemen. Emma: ‘Ik heb heel veel namen geleerd, dus ik kan ze nu ook aanwijzen terwijl ik over straat loop. Ik maakte gisteren een wandeling met mijn moeder en vandaag in de Hortus pikt zij ook de soorten eruit die ik haar toen aanwees.’
De eindpresentatie van de studenten is niet ongemerkt aan de hortusbezoekers voorbijgegaan. Alle stoelen zitten inmiddels vol en steeds meer geïnteresseerden zijn erbij komen staan in de hoop nog wat op te vangen over de verkoelende werking van stoepplantjes. Nadat het laatste woord is gesproken volgt er nog een borrel die de summer school officieel afsluit en de zomervakantie inluidt.
Tekst: Sarawitia Franken
Foto's: Eric van den Bandt