Echte taal komt tot leven in Virtual Reality
Onderzoekers die het ‘natuurlijke taalgebruik van sprekers’ willen onderzoeken, staan voor een uitdaging. Zodra deelnemers in de gaten hebben dat ze worden geïnterviewd, maken ze andere taalkeuzes dan ze in het dagelijks leven zouden doen. Universitair docent Paz Gonzalez denkt samen met collega’s hoogleraar Nivja de Jong en universitair hoofddocent Jenneke van de Wal en student-assistenten een oplossing te hebben bedacht voor dit probleem. Het gebruik van VR-brillen moet helpen de onbewuste, echte taal aan proefpersonen te ontlokken.
Rondlopen in Virtual Reality
In het eerste onderzoek, dat Gonzalez samen met Van de Wal doet, wordt er gefocust op taalvariatie. Waar sprekers in traditionele onderzoeken hun taalgebruik aan de onderzoeker aanpassen of proberen een gewenst antwoord te geven, zou dit bij virtual reality minder moeten gebeuren. ‘In dit onderzoek richt ik mij om het gebruik van de verleden tijd’, legt Gonzalez uit. ‘Deelnemers krijgen een VR-bril op waarmee ze studenten zien die aan het leren zijn. Sommige zijn ijverig, terwijl andere erop los kletsen. Vervolgens zijn dezelfde studenten te zien in een toets ruimte. De studenten die actief aan het leren waren, beantwoorden glimlachend de vragen, terwijl de praatgrage studenten juist met de handen in het haar zitten.’ Gedurende de ervaring wordt aan de deelnemers gevraagd te beschrijven wat ze zien in de studiesessie en de toetsruimte.
Door het gebruik van de VR-bril voelt de studiesessie voor de deelnemers ‘echt’ aan, wat de kans groter maakt dat ze taal gebruiken die voor hen het natuurlijkst is. ‘Een voorbeeld is een Chileense nieuwslezer die tijdens de uitzending standaard Spaans sprak, totdat er een aardbeving kwam’, vertelt Gonzalez. ‘Door de angst en de directe beleving begon hij te praten in zijn echte taal – het Chileense dialect. Dat effect proberen Gonzalez en haar collega's na te bootsen in hun onderzoek. ‘Doordat de deelnemers actief rond moeten lopen in de VR-omgeving vergeten ze dat ze geobserveerd worden. Hierdoor zijn hun reacties, beschrijvingen en taalgebruik natuurlijker.
Wie is de Mol?
Een tweede onderzoek, dat Gonzalez doet in samenwerking met de Jong, draait om tweedetaalverwerving. Werd in het eerdergenoemde onderzoek gekeken naar de echte taal van de deelnemers, dit onderzoek draait om Nederlanders die Spaans leren. De vraag bij dit onderzoek is of het gebruik van virtual reality lossere taal en meer woorden kan ontlokken dan traditionele methodes.
Om daarachter te komen hebben Gonzalez en haar collega’s een Wie is de Mol-spel bedacht waarin de deelnemers kandidaten uit de bekende tv-serie gaan spelen. ‘Bij dit experiment zullen de deelnemers ook met elkaar gaan praten, om erachter te komen wie de Mol is. De hoop is de deelnemers zo actief aan het proces deelnemen, en zo op een lossere manier gaan praten en haast vergeten dat ze onderzocht worden’.