Paarse Vrijdag: ‘Ik wil de gemeenschap een hart onder de riem steken’
Paarse kleding en een wapperende pride-vlag bij alle universiteitsgebouwen: ook dit jaar doet de Universiteit Leiden mee aan Paarse Vrijdag. Hoe wordt deze dag beleefd? We spraken erover met medewerkers en studenten van de Faculteit Geesteswetenschappen.
Op Paarse Vrijdag betuigen scholieren en studenten hun steun aan de LHBTIAQ+-gemeenschap door paarse kleding te dragen. Daarnaast wordt op de universiteitsgebouwen de pridevlag gehesen. Bij de oude UB gebeurde dat dit jaar symbolisch door universitair docent Looi van Kessel, assessor van het faculteitsbestuur Nova Verkerk en student Castor Smiet.
(Geen) gemeenschap
Van Kessel is naast zijn docentschap voorzitter van het LGBT+ Network van de universiteit. ‘Toen ik aan de Universiteit Leiden studeerde, voelde ik me vaak wat ontheemd’, vertelt hij. ‘Ik mocht er zijn, maar ik had geen gemeenschap, ook omdat er in Leiden weinig te doen was voor queer studenten. Ik ben dan ook blij dat er nu Paarse Vrijdag is. Zo’n initiatief kan ervoor zorgen dat queer studenten makkelijker deel worden van een gemeenschap.’
Assessor Nova Verkerk onderschrijft het belang van community building. ‘Ik ben vorig jaar op Paarse Vrijdag bij een lezing over queer history geweest in de Roze Beurs en ik heb deze zomer meegevaren op de universiteitsboot tijdens de Pride. Bij dat soort evenementen voel je zoveel support: ik bleef glimlachen. Ik ben dus blij dat dit jaar nog meer studieverenigingen meedoen aan Paarse Vrijdag. Zo worden we als faculteit steeds inclusiever.’
‘Ik voel me als openlijke queer in elk geval altijd thuis’, vult student Castor Smiet aan. ‘Op andere campussen kan ik me nog weleens de vreemde eend in de bijt voelen, maar bij Geesteswetenschappen kan ik mezelf zijn. Paarse Vrijdag is dan een mooie reminder dat dit nog niet overal vanzelfsprekend is voor queer mensen.’
Ruimte voor andere standaard
Toch kan er ook aan de Universiteit Leiden nog het een en ander worden verbeterd, vinden de drie. ‘Bij mij is het redelijk zichtbaar dat ik queer ben, maar ik hoor van anderen bij wie dat minder is, dat er toch nog vrij makkelijk wordt uitgegaan van een heteronormatieve standaard’, zegt Smiet. Verkerk, knikkend: ‘Ik heb nu toevallig een relatie met een man, waardoor ik soms het gevoel heb dat ik moet benadrukken dat ik vrouwen ook leuk vind. Mensen gaan er toch nog steeds automatisch van uit dat je op een geslacht valt, niet op een persoon.’
‘Het blijft belangrijk dat onze heteroseksuele medestudenten en -collega’s zich ervan bewust zijn dat ze studenten en collega’s uit de LHBTIAQ+-gemeenschap om zich heen hebben, zodat ze daar ook ruimte voor kunnen maken’, vat Van Kessel het samen. ‘Dat kan soms met heel kleine dingen. Als je een praatje maakt bij de koffieautomaat, is het fijn als je niet meteen aanneemt dat de ander met een partner van het andere geslacht op vakantie is geweest. Zo help je anderen om zich gezien en thuis te voelen aan de universiteit. Onze collega Jojanneke van der Toorn heeft daar mooi onderzoek naar gedaan.’
Hart onder de riem
‘Daarnaast wordt op beleidsniveau hard gewerkt om die veilige gemeenschap te creëren. ‘We hebben bijvoorbeeld in steeds meer gebouwen genderinclusieve toiletten en sinds dit jaar is er een communicatiebeleid om mensen inclusief aan te spreken. Op die manier proberen we het idee te normaliseren dat niet iedereen cis-gender is’, legt Van Kessel uit. ‘Homo- en biseksualiteit lijken de afgelopen jaren dan misschien meer geaccepteerd te worden, trans- en non-binaire personen ervaren nog steeds heel veel weerstand uit de maatschappij. Door ons beleid normaliseren we het idee dat iedereen verschillend is binnen de universiteit. Op Paarse Vrijdag draag ik dat wat extra uit door buttons met de transvlag op mijn trui te spelden. Zo wil ik die gemeenschap een hart onder de riem steken.’
Voorzitter College van Bestuur Annetje Ottow: ‘Afgelopen jaar is er een belangrijke stap gezet door het invoeren van gender inclusieve aanspreekvormen in officiële communicatie: denk hierbij aan contracten, notificaties, en promotie ceremonies. Hierdoor is er ook meer aandacht voor gender inclusie in de werkomgeving, bij leidinggevenden en afdelingen. Collega’s van veel verschillende afdelingen hebben hieraan bijgedragen. Het is een mooi voorbeeld van het belang van het bestaan van het LGBT+ netwerk dat vragen en aandachtspunten deelt, en hoe wij samen kunnen werken aan een veilige en inclusieve gemeenschap voor iedereen.'
Wil je op de hoogte blijven van activiteiten van de Universiteit Leiden rond queer diversiteit en inclusie? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief van het LGBT+ Network. Daarnaast moedigt de Faculteit Geesteswetenschappen een inclusieve leeromgeving aan. Heb je hier ideeën voor? Meld je dan aan voor het JEDI-fonds.