Universiteit Leiden

nl en

Waarom Noord-Korea en zuidelijk Afrika van elkaar afhankelijk zijn

Noord-Korea lijkt een geïsoleerd land, maar heeft sterke banden met Afrikaanse regimes. De liberale wereldorde krijgt steeds minder zicht op deze alliantie, die ondanks internationale sancties handelt in wapens, waarschuwt promovendus Tycho van der Hoog.

Geografisch en cultureel zijn zuidelijk Afrika en Noord-Korea ver van elkaar verwijderd. Toch kwamen de twee bij elkaar in de jaren zestig. ‘In zuidelijk Afrika ontstonden zwarte bevrijdingsbewegingen die afhankelijk waren van buitenlandse sponsoren. Korea was net verdeeld in Noord en Zuid, en beide landen zochten bondgenoten. Noord-Korea besloot te investeren in de Afrikaanse vrijheidsbewegingen, met de overtuiging dat die bewegingen de regeringen van de toekomst waren.’ Een strategische keuze waar het land tot op de dag van vandaag nog profijt van heeft, zo blijkt uit het onderzoek van Van der Hoog. Vandaag de dag worden de meeste landen in zuidelijk Afrika geregeerd door voormalige bevrijdingsbewegingen.

Overlevingsdrang

De relaties tussen Noord-Korea en de zuidelijke Afrikaanse landen zijn niet gemotiveerd vanuit ideologie, maar door overlevingsdrang. ‘De voormalige bevrijdingsbewegingen willen koste wat het kost aan de macht blijven, en Noord-Korea biedt de middelen om dat te doen. Zo levert Noord-Korea op grote schaal wapens en geeft het militaire trainingen.’ Daarnaast is Noord-Korea een inspiratie voor de Afrikaanse regimes. ‘Ondanks de extreme buitenlandse druk en sancties is het regime na decennia nog steeds aan de macht. Dat succes inspireert de bewegingen in Afrika.’

‘Dat er geld vanuit Afrika naar Pyongyang stroomt, zorgt ervoor dat het regime aan de macht kan blijven.’

Noord-Korea heeft door de relaties met de Afrikaanse regimes een goede inkomstenbron, ondanks de strenge sancties tegen het land. Het geld wordt voornamelijk verdiend via de eerdergenoemde wapenhandel en militaire trainingen, de bouw van monumenten en criminele activiteiten. ‘Door de jaren heen heeft Noord-Korea uitgebreide criminele netwerken in Afrika opgebouwd langs de routes van de diplomatieke posten en handelskantoren van de bedrijven die monumenten en wapens verkopen. Via die netwerken worden drugs, goud, namaaksigaretten en andere illegale waren heen en weer gesmokkeld. Dat er geld vanuit Afrika naar Pyongyang stroomt, zorgt ervoor dat het regime aan de macht kan blijven, ballistische raketten ontwikkelt en een nucleair programma heeft.’

Sancties omzeilen

Volgens Van der Hoog is er weinig zicht op hoe Noord-Korea het sanctieregime weet te omzeilen. ‘Een VN-sanctiecommissie brengt jaarlijks een rapport uit waarin meerdere Afrikaanse connecties worden genoemd. Maar dat is slechts het topje van de ijsberg.’ De betrokken Afrikaanse landen weigeren regelmatig te reageren op vragen van de VN. Daarnaast is het toezicht van deze commissie stilgelegd nadat Rusland in maart een veto uitsprak tegen de verlenging ervan. ‘We weten dus nu nog minder wat er gebeurt.’

Van der Hoog waarschuwt dat het zicht op het netwerk van Noord-Korea zo vermindert, terwijl de relaties alleen maar sterker worden. ‘Deze diplomatieke netwerken opereren als een soort autonome bedrijven. Zo vormt zich een ongrijpbare alliantie die zich onttrekt aan de liberale wereldorde.’

Wat kan het Westen doen?

Nog meer druk zetten op Noord-Korea heeft volgens de promovendus weinig zin. ‘De blik moet verschoven worden naar de partnerlanden. We moeten begrijpen waarom zij afhankelijk zijn van Noord-Korea. Als een land op hen is aangewezen voor bepaalde wapenprogramma's, dan zou het Westen daar een beter alternatief voor kunnen bieden, in plaats van deze landen aan hun lot overlaten.’ Als voorbeeld noemt Van der Hoog Tanzania, een land met goede banden met westerse landen, dat voor het onderhoud van gevechtsvliegtuigen nog steeds afhankelijk is van technici uit Noord-Korea.

Van der Hoog was al gefascineerd door de relatie tussen Noord-Korea en zuidelijk Afrika sinds hij als student master-onderzoek deed in Namibië. Hij vroeg zich af waarom de hoofdstad Windhoek vol stond met Noord-Koreaanse monumenten, en schreef daar vervolgens zijn masterscriptie over, gevolgd door zijn promotieonderzoek. Inmiddels werkt Van der Hoog bij de Nederlandse Defensie Academie, waar hij breder onderzoek doet naar de diplomatieke betrekkingen van Afrikaanse landen. ‘Dus niet alleen naar de relatie met Noord-Korea. Ik sluit het onderwerp min of meer af.’

‘Er bestaan vaak nog misconcepties door westerse, haast koloniale denkbeelden.’

Van der Hoog is ervan overtuigd dat westerse landen meer moeten kijken naar ‘African agency’. ‘We moeten begrijpen waarom Afrikaanse landen deze diplomatieke relaties willen en wat zij eruit willen halen. Iedereen die dit bestudeert, kijkt naar de voordelen voor Noord-Korea, of naar de mening van westerse landen over de situatie. We zien Afrikaanse landen als een soort pionnen op een schaakbord, die worden verschoven door andere mogendheden. Er bestaan vaak nog misconcepties door westerse, haast koloniale denkbeelden. We moeten diplomatie bekijken vanuit het Afrikaanse perspectief, daar wil ik mij de komende jaren bij de Nederlandse Defensie Academie voor inzetten.’

Tekst: Tom Janssen
Afbeelding: De Noord-Koreaanse viceminister van het Ministerie van Volksveiligheid inspecteert wapens op een politieacademie in Oeganda tijdens een bezoek in 2013. Noord-Korea heeft sinds 1988 geholpen bij het opleiden van de Oegandese politiemacht.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.