
‘Eerst snapte ik niks, nu kan ik het uitleggen’
Studenten techniek, rechten en economie onderzochten in het LDE Space & Society Honours Programme hoe ruimtevaart en samenleving iets voor elkaar kunnen betekenen. Op het slotevent blikten ze terug op een steile leercurve. ‘We hebben ze in het water gegooid en ze moesten wel zwemmen.’
Op het slotevent van het LDE Space & Society Honours Programme is de sfeer informeel, maar gefocust. De meeste studenten kletsten ontspannen met een drankje in de hand, andere halen toch even hun laptop tevoorschijn en zetten nog de laatste puntjes op de i. Vandaag presenteren zeven studententeams de resultaten van hun Space Challenge, waarbij ze een vraagstuk uit de ruimtevaartsector onderzochten.
Over dit honoursprogramma
Het LDE Space & Society Honours Programme is een 1-jarig honoursprogramma voor bachelorstudenten aan de Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam. Studenten van alle opleidingen zijn welkom: van rechten tot psychologie en van natuurkunde tot filosofie. Samen leren ze de veelzijdigheid van de ruimtevaartsector kennen en tackelen ze een vraagstuk uit het werkveld. Dit studiejaar ging de eerste editie van start.
Dat ze hier vandaag allemaal staan, mag best een prestatie genoemd worden. Sommige studenten hadden nog nooit van satellietbanen of de Outer Space Treaty gehoord. ‘In het begin snapte ik niks van wat bijvoorbeeld de ingenieurs zeiden,’ vertelt Shefali, studente economie aan de Erasmus Universiteit. ‘Maar als ik nu naar de presentaties van anderen luister, begrijp ik wél waar zij het over hebben en kan ik het zelf ook uitleggen.’
Uit de comfortzone
Het samenwerken met andere vakgebieden was volgens meerdere studenten een uitdaging én een eyeopener. ‘Meestal bestaat ons publiek bij presentaties uit andere ingenieurs,’ zegt Max. Hij studeert samen met zijn teamgenoot Tom Aerospace Engineering. ‘We moesten het technische niveau een stuk terugschroeven, veel meer dan ik had verwacht.’ Shefali vult aan: ‘Soms raakten we tijdens het project in conflict omdat we een ander focuspunt wilden hanteren en moesten we dat oplossen.’
Dat het programma studenten uit hun comfortzone haalt - en in aanraking laat komen met andere vakgebieden - is precies de bedoeling, vertelt Dimitra Stefoudi, universitair docent ruimterecht en coördinator van het honoursprogramma. ‘We hebben ze in het water gegooid en ze moesten wel zwemmen, maar ik denk dat ze het heel goed gedaan hebben.’
-
Teams presenteerden hun projecten tijdens het slotevent. -
Teams presenteerden hun projecten tijdens het slotevent. -
Teams presenteerden hun projecten tijdens het slotevent. -
Teams presenteerden hun projecten tijdens het slotevent. -
Teams presenteerden hun projecten tijdens het slotevent.
Van zonne-energie tot stamcellen
Het eerste deel van het honoursprogramma was gevuld met colleges over de technologische, juridische, bestuurskundige en bedrijfskundige kant van de ruimtevaartsector. Ook buiten de collegezaal was er ruimte voor verdieping, met een excursie plaats naar onder andere Airbus, EUSPA, en ESA. ‘Het bracht hen echt van het klaslokaal naar daar waar het echt gebeurt’, aldus Stefoudi.
Vanaf half maart begonnen de teams aan de zogeheten ‘challenge’, geïnspireerd op toepassingen in de ruimtevaartsector. Uit de presentaties blijkt dat de studenten uiteenlopende vraagstukken onderzocht hebben. Zo bedacht een team een open-source satellietsysteem om ruimtepuin in kaart te brengen. Een ander team onderzocht de mogelijkheden van het groeien van stamcellen in microzwaartekracht.
Ruxin, studente bedrijfskunde, keek met haar team of het mogelijk is om zonne-energie op te wekken via reflectoren op de maan. ‘Ons eerste idee was te breed. Een expert uit een andere groep vertelde ons dat we ons misschien moesten richten op technologie die zonlicht reflecteert.’ Ook voor haar was het werken in een team ‘het leukste aspect van dit programma’, vertelt Ruxin.
‘Een goede eerste editie’
Met 40 deelnemers, zeven teams en zeven wervelende eindpresentaties kijkt coördinator Stefoudi positief terug op de eerste editie van het LDE-honoursprogramma. ‘Het was een positieve ervaring. Het was ook een zeer goede samenwerking tussen de drie universiteiten, zowel wat betreft studenten als docenten.’
Ook René Olie, universitair hoofddocent aan Erasmus Universiteit, spreekt zijn waardering uit voor het eindresultaat. Hij noemt de presentaties inspirerend: ‘Als docent heb ik er zelf ook veel van opgestoken. Ik ben onder de indruk van de inzichten en oplossingen die studenten aandragen.’
Volgend jaar staat een tweede editie op de planning, met mogelijk een aangescherpte opzet op basis van studentenfeedback. ‘We hebben heel veel feedback gegeven,’ zegt Jenny (International Studies). ‘Natuurlijk waren er wat haperingen, maar ik zie er persoonlijk veel potentieel in. Ik ben erg benieuwd wat ze volgend jaar gaan doen.’
