Universiteit Leiden

nl en
Studentenwebsite Zoek en selecteer een opleiding
Je ziet nu alleen algemene informatie. Selecteer je opleiding of exchange-faculteit om ook informatie te zien over jouw faculteit en opleiding.

Oneindige liefde in een eindig leven: waarom we volgens filosoof Errol Boon ‘eeuwige’ liefde beloven

In de liefde gebruiken we graag grote woorden. We beloven voor ‘altijd’ van elkaar te houden, de geliefde is niets minder dan ‘de ware’. Ondertussen weten we best dat we niet eeuwig leven en dat we die ware wellicht ooit tegenover ons vinden in een echtscheiding. Waarom blijven we dan toch zulke grote woorden gebruiken? Schuilt er misschien een diepere waarheid in de ogenschijnlijke absurde belofte van oneindige liefde tussen eindige mensen? Doctoraal onderzoeker Errol Boon schreef er een essay over.

‘Als filosoof ben je hoe dan ook bezig met de liefde’, vertelt Boon. ‘Filosofie betekent letterlijk “liefde voor wijsheid”, maar misschien veronderstelt het tevens altijd een “wijsheid van de liefde”, zoals Levinas ooit heeft gezegd. Voor veel filosofen is een reflectie op de liefde een onlosmakelijk onderdeel van hun werk – als zelfreflectie op hun werk als filosoof. Zelf ben ik nu een tijdje filosofisch met de liefde mee bezig, al is het voor het eerst dat ik er een essay over heb geschreven.’

Mysterie van de ander

In dat essay gaat Boon in op de manier waarop we tijdstermen gebruiken om liefde uit te drukken. ‘Binnen relaties verlaten we ons, zeker sinds het ideaal van een liefdeshuwelijk in zwang is gekomen, op een eeuwigheidsidioom om onze hartstochten tot uitdrukking te brengen. We zeggen dingen als: “Ik houd van jou voor altijd.” “Ik ga nooit bij je weg.” “Jij bent alles voor mij.’’ Op het eerste gezicht is dat natuurlijk heel irrationeel. Hoe kun je als eindig mens nou oneindige liefde beloven? In het artikel vraag ik me af of zo’n belofte niet toch betekenisvol en emancipatoir kan zijn.’

Volgens Boon ligt het antwoord in wat hij ‘het mysterie van de ander’ noemt. ‘In de romantische liefde hebben we te maken met een paradox. Enerzijds hebben we het idee dat we de ander bij uitstek goed kennen. Eigenlijk kent niemand diegene zo goed als jij. Tegelijkertijd blijft de ander ook altijd een raadsel, iemand die je nooit helemaal kúnt kennen, juist omdat je van diegene houdt. Zeker in het bewustzijn van diegene die verliefd is, wordt dat mysterie van de ander iets betoverend groots. Juist wanneer we iemand heel intiem leren kennen, komen we erachter dat we diegene niet kennen. Liefde komt voort uit een weten niet te weten.’

Wonder van de liefde

Bij een dergelijk ongrijpbaar gevoel, hoort groots taalgebruik, redeneert Boon, omdat juist die grootsheid plaats heeft voor de onbepaaldheid van het mysterie. Een zin als ‘Ik houd van je voor altijd’, moet volgens hem dan ook niet worden opgevat als een te verwachten realiteit, maar als een manier om te laten zien dat de ervaren werkelijkheid niet meer in woorden weer te geven valt. Boon: ‘We drukken met een dergelijke zin vooral uit dat onze gevoelens onuitdrukbaar zijn. Als we onze gevoelens niet meer kunnen uitdrukken, rest ons tenminste nog de mogelijkheid om die onuitdrukbaarheid zelf uit te drukken. De liefde wordt dan neergezet als een soort wonder dat per definitie niet discursief uitgelegd kan worden.

Diezelfde onuitdrukbaarheid zit in een begrip als ‘de ware’. Boon: ‘Op het moment dat je helemaal zou kunnen uitleggen of zou kunnen weten waarom je op de ander valt, is het eigenlijk reeds voorbij. Toen een vriend van mij eens smoorverliefd was, vertelde hij me dat er nog nooit iemand was geweest die hij zoveel had bestudeerd en over wie hij zoveel had nadacht als over zijn geliefde. Toch, elke dag als hij haar naast haar wakker werd, vroeg hij zich opnieuw af wie zij nu eigenlijk was. Dat onvervulbare kennisgebrek is volgens mij het wezen van erotisch verlangen. Zodra dat verdwijnt, is de liefde goed en wel voorbij.’

‘Met een begrip als ‘de ware’ drukken we uit dat we het verlangen hebben om juist met díe ene singuliere persoon samen te zijn. Ik zeg dan: diegene, en diegene alléén, is de enige bestemming van deze meest private gevoelens die mij op dit particuliere moment zozeer in de greep hebben. Juist die hyperparticulariteit maakt de liefde ongrijpbaar voor algemene concepten; en des te geschikter voor de onbepaalde begrippen, waarmee we juist die onnoemelijkheid zelf tot uitdrukking plegen te brengen.’

Lees het volledige essay hier.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.