Universiteit Leiden

nl en

Archeoloog op het Binnenhof: ‘Zelfs het personeel at hier reiger’

Een schedel uit de ijzertijd, een eenhoorn om je oor mee uit te lepelen en duizenden bierkannen. Alumnus Chris Muysson deed bijzondere vondsten als archeoloog bij de renovatie van het Binnenhof. ‘Elk puzzelstukje geeft ons meer informatie over de geschiedenis.’

‘Steek hier een schep in de grond en je komt kannetjes van steengoed (uit de 14e en 15e eeuw, red.) tegen waaruit bier werd gedronken’, zegt Chris Muysson, archeoloog bij gemeente Den Haag lachend. ‘Als we er tienduizend hebben gevonden, is het weinig. We hebben zelfs een afvalkuil gevonden met daarin honderd kilo van die kannetjes. Het waren de plastic flesjes van toen en het lijkt ook wel een soort decadentie dat ze die na gebruik weggooiden.’

De drinkbekers zijn sporen die een deel van de 800-jarige geschiedenis laten zien van het Binnenhof. Uit gevonden fundamenten en bodemvondsten blijkt dat het politieke centrum al in de dertiende eeuw een gigantisch complex was. Er waren zelfs ambities voor een keizerlijk paleis.

Kademuren uit de dertiende eeuw

De renovatie biedt archeologen een unieke kijk in het verleden. Op een heleboel plekken wijst de 32-jarige Muysson enthousiast op stukken steen die onderdeel waren van een dertiende-eeuwse kademuur. ‘Het is bijzonder dat we die originele muur aantreffen. Daarmee kunnen we een nieuw beeld schetsen van hoe het hof er toen uitzag. Overal waar bouwvakkers werken, kijken wij mee. Elk puzzelstukje geeft ons meer informatie over de geschiedenis.’

Luxe in de afvalkelder

Een van die puzzelstukjes vonden ze twee meter onder de grond. Na een korte afdaling via een ladder laat Muysson de resten van een beerkelder zien, een kelder waar afval, poep en plas werden gestort. ‘Het was een zware klus om uit te graven, want dat moest bijna helemaal met de hand gebeuren. Maar wat er tevoorschijn kwam, is fantastisch. Het afval geeft een beeld van het dagelijks leven op het middeleeuwse hof: je weet wat ze aten en wat ze gebruikten.’

Zo vonden archeologen een beitel met een handvat van gewei, een schedel van een reiger en een zilveren muntje met daarop Floris V (graaf van Holland, Zeeland en West-Friesland) afgebeeld. ‘Onder zijn regeerperiode heeft hij dit hier gebouwd, dus het is superbijzonder dat we precies hier zo’n muntje vonden.’ Ook de reigerschedel is opvallend volgens Muysson. ‘Het was in de dertiende eeuw heel fancy om reiger te eten, dus dat we die hier vonden op een plek waarvan we denken dat die voor personeel bedoeld was, geeft luxe aan.’ Datzelfde geldt voor de bakstenen die zijn gebruikt voor de beerkelder. Bakstenen waren toen namelijk ontzettend duur en gaven status. ‘Dat die zelfs gebruikt werden voor personeelsruimten zegt iets over de ambities van het complex.’

Van fysiotherapie naar archeologie

Zijn mooiste vondst deed Muysson op het plein voor de Ridderzaal. Hij wijst naar een plek midden in wat nu een enorme bouwput vol water is: ‘Daar kwamen we een crematiegraf uit de ijzertijd tegen waarin we de schedel van een kind vonden en geen enkel ander bot. Dat is zo gek, er hangt zoveel mysterie omheen. In deze regio is nog nooit zo’n crematiegraf gevonden.’

Tijdens het graven herkende Muysson meteen dat het om een stukje schedel moest gaan. Voordat hij archeologie ging studeren in Leiden, leerde hij namelijk voor fysiotherapeut waardoor hij veel anatomische kennis opdeed. ‘Tijdens de studie Fysiotherapie kwam ik erachter dat je dan veel met mensen moet werken en dat is niet mijn ding. Dus ging ik archeologie doen, want die botten praten niet terug’, zegt hij grappend. ‘Ik wilde eerst fysisch antropoloog (archeoloog gespecialiseerd in onder andere menselijke anatomie, red.) worden, maar ontdekte dat iedereen dat wilde. Ik dacht dat er dan geen baankans was en richtte mij op veldwerk in Nederland.’

Omdat hij al 24 jaar was toen hij aan Archeologie begon, wilde hij zo snel mogelijk klaar zijn. ‘Ik heb me vol op de studie gestort en daardoor is mijn studententijd snel voorbijgegaan.’ Via uitzendwerk kwam hij nog tijdens het afronden van zijn masterscriptie bij de gemeente Den Haag terecht op het Binnenhof. ‘Ik heb echt geluk gehad.’

Twee mannen in oranje werkkleding en met helm op zitten op hun knieën in het zand voor de Ridderzaal.
Chris Muysson (rechts) bij de opgraving van het crematiegraf. Foto: Gemeente Den Haag afdeling Archeologie

Topvondsten

In Den Haag specialiseerde hij zich in een geavanceerde 3D-techniek waarmee de archeologen de resten van het Binnenhof gedetailleerd in kaart brengen. Ook als de vloeren weer dichtgaan, nieuwe gebouwen verrijzen en politici het terrein weer op mogen, blijft het culturele erfgoed zo behouden.

Niet alles verdwijnt trouwens weer onder de grond of wordt weggesaneerd. In een blauwe container met een groot slot liggen de pareltjes van de opgravingen opgeslagen, die af en toe worden tentoongesteld. ‘Het is niet opgeruimd hoor’, zegt Muysson als hij de deur opent. Binnen liggen stapels kratten met daarin zakken vol scherven en doorzichtige doosjes met spullen. ‘Kijk, dit is een topvondst’, zegt de archeoloog terwijl hij een zakzonnewijzer van hoorn uit een doosje haalt.

Het is gevonden op een plek waar ooit een brug stond. ‘Het horloge was een luxe product voor die tijd. Je ziet al helemaal voor je dat iemand naar de tijd aan het kijken was en het in het water liet vallen. Aan de andere kant van de brug vonden we deze eenhoorn. Met de ene kant kan je je tanden schoonmaken en met de andere kant je oor uitlepelen. Waarschijnlijk stond iemand dat op die brug te doen.’

Op zoek naar een boerderij

De komende jaren is er nog genoeg te doen voor de archeologen. Muysson is vooral heel benieuwd wat ze nog gaan vinden rondom de Ridderzaal. ‘Er gaan verhalen over een hofstede die daar ooit stond, maar daarvan hebben we tot nu toe geen bewijs gevonden. Als het er is, moeten we het daar vinden.’

De opleverdatum van het Binnenhof is al een paar keer verschoven (‘niet onze schuld’) en er is nog geen officiële einddatum bekend. Maar ook daarna is het werk van Muysson nog niet klaar. Dan gaat hij met collega’s namelijk alle bevindingen uitwerken. ‘Ik denk dat dat het leukste wordt, want dan krijg je alle verhalen erbij.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.