Universiteit Leiden

nl en
Studentenwebsite Neerlandistiek (MA)

Peuters, apen en Japanners hielpen inzien hoe wij emoties voortbrengen

Een orang-oetan lacht niet gauw hard om een video waarin een soortgenoot dat ook doet. Een peuter doet het meer dan een volwassene, een Japanner weer iets minder. Chris Riddell leerde uit zijn vele experimenten ook dat geduld loont. Hij promoveert 16 september.

Het mooiste moment tijdens het promotieonderzoek van sociaal psycholoog Chris Riddell was toen hij hoorde dat hij een beurs kreeg om naar Japan te gaan. ‘Het had bloed, zweet en tranen gekost om deze grote studie op te zetten, het was prachtig dat ik twee maanden naar Japan mocht om hem uit te voeren.’ Er moest daarna nog een hoop gebeuren, bijvoorbeeld worstelen met de Japanse bureaucratie, maar het ging toch maar mooi door.

Chris Riddell onderzoekt met een onderzoeksassistent in NEMO synchronie en sociale interacties met een camera, computertaak en verschillende fysiologische metingen.

Video’s van gezellig tot horror

Riddell onderzocht twee even grote groepen van in totaal 140 Nederlanders en Japanners, steeds voor de helft kinderen. ‘Ik liet ze video’s kijken, van heel gezellig tot eng, de volwassenen ook horror. Ik keek via camera hoe ze reageerden en ik vroeg achteraf welke emoties ze hadden gevoeld en hoe sterk.’ Dit klinkt niet eens zo ingewikkeld, maar veel onderzoek naar emoties gebeurt veel indirecter, vertelt Riddell, die opgroeide in Australië en sinds 2014 in Nederland woont. ‘Meestal vraagt een onderzoeker aan een proefpersoon: “stel je voor dat je in een rotte appel bijt”, of “trek een walgend gezicht.”’

Zo dicht mogelijk op de emotieproductie

De onderzoeker wilde zo dicht mogelijk op onze emotieproductie komen. Hoe herkennen en produceren mensen emoties? Welke ontwikkeling zien we daarin bij het opgroeien? Hoe zit het bij andere dieren en bij verschillende culturen? Deze vragen leidden tot een breed arsenaal aan experimenten op het gebied van emoties als angst, schaamte en blijdschap.

De groepen Nederlanders en Japanners lieten duidelijke resultaten zien. ‘Japanse volwassenen laten op hun gezicht minder intense emoties zien dan Nederlandse, terwijl ze achteraf bij een zelfde video dezelfde intensiteit van emoties rapporteerden. Bij de kinderen was dit verschil er niet.’ Kennelijk brengen culturele normen tijdens het opgroeien bepaalde remmingen aan bij het tonen van emoties, denkt Riddell. ‘We bekijken de dingen vaak vanuit een te Westers perspectief. Maar als een Japanse collega wat koeltjes lijkt te reageren op een dramatische gebeurtenis op het werk, betekent dat niet dat hij minder aangedaan is.’

Op 16 september promoveert Chris Riddell op het proefschrift ‘Emotions in the social world: Recognition, expression, and alignment across the lifespan’.

Oerang-oetans waren wat minder eenduidig

‘We denken ook dat de mens de enige diersoort is met hoogontwikkelde emoties’, merkt Riddell op, ‘Omdat ze gelinkt zouden zijn aan taal.’ Steeds meer onderzoek wijst uit dat dieren veel meer taal kennen dan we lang dachten, dus Riddell sloeg een interessante weg in. Maar de oerang-oetans uit zijn onderzoek waren wat minder eenduidig dan de mensen.

Riddell liet apen en mensen kijken naar video’s waarop ze een uitbundig lachende soortgenoot zien. ‘De zogeheten playface.’ Kinderen van vijftien maanden en volwassen mensen waren gemakkelijk te vergelijken: ‘Volwassenen gaan niet zo snel mee in zo’n volle lach, ze glimlachen hooguit. Kinderen wel.’ Bij de oerang-oetans was het lastiger. ‘We hadden maar zes individuen met wie we in totaal honderdvijftig tests deden. We konden het niet statistisch aantonen door dat lage aantal, maar het leek erop dat zij minder reageren dan mensen.’ Als dat zo is, hoeft dat niet te betekenen dat bij de apen minder emoties aanwezig zijn, aldus Riddell. ‘Het kan ook komen doordat zij niet zoals mensen gewend zijn om helemaal op te gaan in iets wat ze op een video zien.’

Complex én boeiend

Riddell reflecteert: ‘Het is in dit veld onmogelijk om alle omstandigheden gelijk te krijgen en slechts één variabele te veranderen zodat je alleen die onderzoekt, zoals bij natuurkunde. Sociale interacties zijn vol losse eindjes en wederzijdse versterkingen. Juist dat maakt ze complex én boeiend. In mijn onderzoek heb ik geprobeerd deze rijkdom niet te verliezen, maar zo systematisch mogelijk in kaart te brengen.’

Met de inzichten die Riddell opdeed, kunnen we ons voordeel doen bij bijvoorbeeld samenwerking met collega’s uit andere culturen. Persoonlijk leerde Riddell ook veel. ‘Ik startte in mei 2020, er waren corona-lockdowns. Het was de eerste jaren echt een uitdaging om emoties en sociale interactie te onderzoeken.’ Pas in zijn derde jaar publiceerde de onderzoeker zijn eerste artikel. ‘Ik had gehoopt dat al in mijn tweede jaar te doen, maar ik leerde geduld hebben en gewoon hard door te werken. Uiteindelijk kwam alles goed.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.