'Laat algoritmes niet de koers bepalen in de klas'
Van TikTok tot ChatGPT: digitale technologie dringt door in ons hele bestaan. Wat betekent dat voor onderwijs en opvoeding? Het gaat niet om schermtijd, maar om de aard en context van het gebruik, stelt pedagoog Marga Sikkema-de Jong.
In een wereld vol schermen, platformen en algoritmen leren kinderen, spelen ze en ontwikkelen ze zich. Daarom is het essentieel dat pedagogiek zich hiertoe verhoudt en erop reageert, aldus de hoogleraar Onderwijs en Opvoeding in een Digitale Wereld: ‘Niet nostalgisch of technologie-pessimistisch, maar ook niet naïef meebewegend met alles wat nieuw en efficiënt oogt.’
Regie
Deze nieuwe online wereld roept fundamentele vragen op: ‘Wie bepaalt wat telt in de klas: de leraar of het algoritme? En hoe zorgen we dat digitale middelen niet de koers bepalen, maar ondersteunen waar dat zinvol is?’ Daarom pleit Sikkema-de Jong in haar oratie voor bewuste pedagogische keuzes: kies alleen voor digitale middelen als deze verrijkend zijn en behoud de regie.
Gamificatie
Een voorbeeld is ‘gamificatie’ in het onderwijs: de lesstof wordt aangeboden met online spelelementen zoals bonussen en beloningen. Spelvormen kunnen de motivatie van leerlingen versterken, maar alleen wanneer ze goed doordacht en doelgericht worden ingezet, meent ze. Het format moet dus pedagogisch verantwoord zijn en vereist meer dan een eenvoudige beloningsstimulans. ‘Als leren en opvoeden worden teruggebracht tot instant prikkels en beloningen, verdwijnt betekenis.’ Want zo ontnemen we kinderen de kans om zich te leren concentreren en intrinsiek gemotiveerd te zijn.
Dit wil zeker niet zeggen dat ze vooral kritisch is ten aanzien van digitaliteit, benadrukt Sikkema-de Jong. Het gaat niet zozeer om schermtijd, maar om de aard en context van het gebruik. Zowel op school als thuis is schermgebruik vaak bron van zorg én van verbondenheid, aldus de hoogleraar.
Digitale prentenboeken
Ze is enthousiast over digitale prentenboeken met een audio voorleesfunctie. Die komen bijvoorbeeld heel goed van pas in gezinnen waar ouders zelf niet goed Nederlands kunnen lezen. ‘Digitale prentenboeken ondersteunen de ontwikkeling waar analoge middelen tekortschieten. Zo’n boek maakt literaire ervaringen toegankelijk voor jonge kinderen.’
Onderzoek met eyetrackers
Sikkema-de Jong doet onder andere onderzoek naar het effect van e-boeken. Met eyetrackers onderzoekt ze hoe kinderen hun aandacht verdelen als ze worden voorgelezen door de computer. Data uit digitale bibliotheken laten zien hoe kinderen thuis en op school e-boeken gebruiken. Voor een ander onderzoek gebruikt ze smartphone-registraties die inzicht geven in hoe jongeren zich bewegen tussen apps en sociale platforms. ‘Zulke gegevens zijn nooit een doel op zich’, benadrukt ze. ‘Ze krijgen pas betekenis wanneer ze worden verbonden met de ervaringen van opvoeders en de vragen die in de samenleving spelen.’
Ruimte voor het onverwachte
Aan het eind van haar oratie pleit ze voor het herwaarderen van ‘serendipiteit’ in onderwijs en opvoeding: houd ruimte voor het onverwachte, timmer niet alles dicht met formats. Ze blikt terug op haar eigen natuurkundeleraar in 6 VWO. Die durfde na de vondst van een papieren vliegtuigje zijn les om te gooien, liet de leerlingen zelf vliegtuigjes maken en leerde de klas zo meer over de wetten van luchtweerstand. Het werd een onvergetelijke leerervaring. Sikkema-de Jong: ‘Wie ruimte laat voor het onverwachte, houdt het hart van opvoeding en onderwijs open, ook in een digitale wereld.’