Vroege jager-verzamelaars veranderden ver voor de eerste landbouw al de ecosystemen van Europa
Een nieuw onderzoek van de Leidse archeologe Anastasia Nikulina en een internationaal team uit Frankrijk, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Nederland, weerlegt het idee dat jager-verzamelaars vóór de opkomst van de landbouw een verwaarloosbare impact hadden op hun leefomgeving.
Vegetatiepatronen
In de baanbrekende studie werd ontdekt dat mensen al in het late Pleistoceen begonnen Europese landschappen te veranderen, duizenden jaren voor de opkomst van de landbouw. Met behulp van geavanceerde modelleringstechnieken hebben de onderzoekers aangetoond dat zowel Neanderthalers als mesolithische jager-verzamelaars een belangrijke rol speelden bij het vormgeven van vegetatiepatronen in heel Europa.
'We hebben voor het eerst gesimuleerd hoe vroege jager-verzamelaars de Europese landschappen kunnen hebben veranderd', zegt Anastasia Nikulina. 'Onze aanpak is uniek omdat ons rekenmodel een nieuwe en uitzonderlijk grote hoeveelheid datasets integreert. Die beslaan duizenden jaren en het gehele Europese continent. We hebben ook een compleet nieuw model ontwikkeld, omdat er nog geen modellen waren die tegelijkertijd rekening konden houden met door de mens gestichte en natuurlijke branden, jachtdruk op dieren en klimatologische effecten van Neanderthalers en Mesolithische jager-verzamelaars. Door een unieke AI-optimalisatietechniek toe te passen, namelijk een genetisch algoritme, konden we duizenden scenario's onderzoeken en de meest plausibele identificeren.'
Verschillen
Het team verdiepte zich in een grote kwestie binnen het vakgebied van de paleo-ecologie: hoeveel van de veranderingen die vegetatie in de prehistorie heeft ondergaan zijn toe te schrijven aan klimaat, bosbranden en plantenconsumptie door dieren en hoeveel aan acties van de mens? De onderzoekers vergeleken in de eerste fase van het onderzoek klimaatmodellen voor de ontwikkeling van natuurlijke vegetatie met op stuifmeel gebaseerde reconstructies uit het laatste interglaciaal (~130.000-116.000 jaar geleden) en het vroege Holoceen (~11.700-8.000 jaar geleden). De verschillen tussen deze datasets suggereerden dat klimaatverandering alleen de veranderingen niet kon verklaren.
Vervolgens gebruikten de onderzoekers een verbeterde versie van het HUMLAND-agent-based model, dat interacties tussen mens en omgeving simuleert. Door middel van het genetische algoritme testten ze verschillende scenario's om te zien welk scenario het beste overeenkwam met de pollengegevens. Het model hield rekening met verschillende factoren, waaronder het verbranden van begroeiing door verzamelaars en de effecten van jacht op populaties van grazers, die ook op hun beurt de vegetatiedynamiek beïnvloedden.
Actief
Uit het onderzoek kwam naar voren: natuurlijke factoren zoals plantenconsumptie door dieren en klimaatschommelingen verklaarden de veranderingen in de vegetatie niet volledig. In plaats daarvan kwamen branden, en in het bijzonder door de mens aangestoken brand, naar voren als een van de belangrijkste factoren in de vegetatiedynamiek. Zelfs in scenario's met minimaal vuurgebruik door jager-verzamelaars had jagen op zich al indirecte ecologische effecten, doordat de begrazingsdichtheid en begrazingsdruk veranderde.
En, misschien wel de meest verrassende bevinding: uit het onderzoek bleek ook dat Neanderthalers en mensen uit het Mesolithicum gebieden van vergelijkbare grootte rond hun kampement beïnvloedden en een voorkeur voor open landschappen deelden. Op basis hiervan denken de onderzoekers dat de mens voor komst van de landbouw geen passieve bewoner van een ongerepte wildernis was, maar actief ecologische veranderingen teweegbracht.
De onderzoeksresultaten verbreden ons begrip van de geschiedenis van de vroegste mens en laten zien dat de landschapsverandering veel verder teruggaat dan men dacht.