Waarom bioloog Rafael Martig kunstenaar werd: ‘Kunst opent ogen’
In zijn kunst toont Rafael Martig hoe drastisch de natuur verandert door de mens. Veldwerk tijdens zijn studie versterkte dat inzicht. ‘Op Ameland trof ik een weelde aan weidevogels, maar het groen op het vaste land bleek vaak een graswoestijn.
Sinds een paar maanden staat op het terrein van de Hogeschool Leiden een intrigerend metersbreed kunstwerk, in de vorm van een reusachtige tulpenbol. ‘Het is wel bijzonder’, zegt Rafael Martig (32). ‘Jarenlang fietste ik hier langs op weg naar college. Nu staat precies op die route mijn eigen kunst langs de weg!’
Bol van diversiteit
De beschilderde bol toont het leven in Leiden en de bollenstreek, boven en onder de grond. Hij wijst op iconische Leidse gebouwen, een stukje Hortus en de bollenteelt. Onder de grond is te zien welke dieren, schimmels en bacteriën hier voorkomen. ‘Dat leven is onder de reguliere bollenteelt veel minder divers, zo blijkt uit bodemmonsters van wetenschappers.’
-
Rafael Martig bij zijn interactieve kunstwerk. -
De beschilderde bol toont het leven in Leiden en de bollenstreek, boven en onder de grond. Foto: Rafael Martig
Gemeenschapskunst
Op drie locaties beschilderde Martig de bol: in de Leidse wijk de Kooi, de Hogeschool Leiden en de Hortus botanicus. Studenten en andere bezoekers droegen suggesties aan. Zoals de veenmol, een groot insect dat voor tuinen een plaag is omdat het wortels afbijt. Met een klas ging Martig op slootjessafari en de opbrengst van die dag – veel waterjuffers en kikkers - haalde eveneens de bol. Ook te zien zijn geschilderde slakken. ‘Die verwijzen naar onderzoek van bioloog Menno Schilthuizen. Hij ontdekte dat slakkenhuizen in de stad vaak lichter van kleur zijn, als strategie om minder warmte op te vangen.’
Op veldwerk
Even verderop in Naturalis vertelt Martig hoe zijn studie Biologie zijn kunst beïnvloedt. Hij groeide op in Arnhem en struinde veel op de heide en langs de rivier. ‘Biologie was dus een vanzelfsprekende keuze. Na het eerste jaar specialiseerde ik me in ecologie en gedragsbiologie omdat ik veel buiten wilde zijn.’ De invloed van de mens op de natuur werd al snel de rode draad. ‘Dat kwam ook door veldwerk zoals in Zuid-Limburg. Het viel me op hoeveel diversiteit aan insecten en planten daar nog was. Deels vanwege de kalkrijke bodem, maar ook omdat grote delen van Nederland meer last hebben van stikstof en kunstmest.’
Weelde aan weidevogels
Dat besef daalde nog harder in tijdens een afstudeerproject op Ameland waar hij vogels ringde. ‘Ik trof een weelde aan weidevogels met grutto's, kieviten, scholeksters en tureluurs. Maar onderweg naar Ameland bleek veel groen op het vaste land een soort graswoestijn vanwege de landbouw. Bizar hoe snel het achteruit is gegaan.’
Keuze voor kunst
Na zijn afstuderen deed Martig nog twee jaar onderzoek naar weidevogels op Ameland, totdat hij voor de kunst koos. ‘Ik begon me steeds meer af te vragen: wat voeg ik toe? We weten al zeventig jaar dat het slechter gaat met de natuur, maar er verandert niets. Mijn onderzoek wordt een pdf die door mensen gelezen wordt die al weten dat het slecht gaat. Natuurlijk moet dit soort onderzoek zeker door blijven gaan, maar zelf wil ik liever inzichten delen met een breder publiek. Met kunst kun je verhalen op een emotionele manier vertellen die ook mensen de ogen kan openen.’
‘Mijn ouders zijn vioolbouwers, dus thuis was er een werkplaats waar ik altijd in kon rommelen'
Staatsieportretten
Hoe schakelde hij als bioloog over op kunst? ‘Mijn ouders zijn allebei vioolbouwers, dus thuis was er een werkplaats waar ik altijd in kon rommelen, schilderen en tekenen. Bovendien volgde ik tijdens mijn studie het vak fotografie bij de Haagse kunstacademie en leerde daar visuele verhalen te vertellen.’
Aanzetten tot actie
Door zijn werk op Ameland kreeg Martig het idee om een serie schilderijen te maken over weidevogels en daar een soort staatsieportretten van te maken. ‘Om te laten zien dat we een gouden eeuw van weidevogels hadden, maar dat ze nu aan het verdwijnen zijn.’ Die serie zou zijn eerste tentoonstelling worden, in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Van elk verkocht werk ging 500 euro naar de Vogelbescherming om een vogelproject te ondersteunen. ‘Ik wil niet alleen bewustzijn creëren, maar ook aanzetten tot actie.’