Oekraïne, Gaza, klimaat en migratie: geopolitiek steeds vaker op bordje van gemeente
Van steden die soms afwijken van het nationale buitenlandbeleid tot de directe invloed van geopolitiek op lokale ontwikkelingen: promovendus Pieter Jeroense, directeur van VNG International, onderzocht zeventig jaar internationalisering van Nederlandse gemeenten en zag opvallende ontwikkelingen.
‘Wanneer ontstond het idee voor je onderzoek?
‘Ik werk inmiddels acht jaar bij Vereniging van Nederlandse Gemeenten, maar het idee voor het onderzoek is veel ouder. Toen ik van Buitenlandse Zaken overstapte naar gemeentelijke organisaties in Alphen aan den Rijn, Leiden – mijn stad – en Rotterdam, merkte ik hoe verschillend gemeenten omgaan met internationale thema’s. Rotterdam heeft bijvoorbeeld een eigen kantoor in Brussel en een uitgebreide acquisitie-afdeling. In Leiden ging het om stedenbanden en Europese subsidies binnenhalen, terwijl andere gemeenten, zoals Alphen, nauwelijks iets deden. Mijn vraag was: hoe zit dat?’
Wat kwam je tegen toen je in de literatuur dook?
‘Ik ontdekte dat lokale internationalisering niet nieuw is. Al sinds 1913 worden internationale congressen georganiseerd door lokale overheden. De reden: gemeenten werden voor steeds meer taken verantwoordelijk, zoals riolering en volkshuisvesting, en ze wilden weten hoe andere landen dit deden. Na de Tweede Wereldoorlog kwam daar een idealistische reden bij: met het oog op behoud van vrede gingen ze stedenbanden aan. Er kwamen gaandeweg steeds meer onderwerpen bij, zoals ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten. Maar de laatste dertig jaar is het vooral verzakelijkt: city marketing, gericht op profilering en het binnenhalen van bedrijven.’
Wat was de grootste uitdaging tijdens je onderzoek?
‘Dat er nauwelijks literatuur was. Ik moest de geschiedenis van internationale gemeentelijke samenwerking bijna helemaal reconstrueren. Uiteindelijk is dat het grootste deel van mijn boek geworden.’
Je hebt daarna alle 342 gemeenten onderzocht. Wat kwam daaruit?
‘Dat vooral grote steden en grensgemeenten internationaal actief zijn. Grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zijn onderdeel van wereldwijde stedennetwerken zoals de C40 en de U20. Ze hebben economische macht, havens, een internationale uitstraling. De 61 grensgemeenten zijn weer internationaal actief vanwege heel praktische redenen: arbeidsmarkt, fiscaliteit, zorg, verkeer.’
'Vooral grote steden en grensgemeenten zijn internationaal actief'
Kun je uitleggen waarom grensgemeenten zo’n bijzondere positie hebben?
‘Ik startte tijdens coronatijd met mijn onderzoek en zag nog duidelijker hoe verschillend regels aan weerszijden van de grens kunnen zijn. Er golden totaal andere spelregels per kant. Als je de grens zou weghalen, zie je eigenlijk dat natuurlijke economische regio’s ontstaan, zoals Heerlen en Aken. Toch kampen grensgemeenten al decennialang met knelpunten die maar niet opgelost raken, zoals verschillen in belastingregels voor grenswerkers. En zelfs nu zie je het weer: voor vuurwerk gelden in België andere regels dan in Nederland. Daarnaast hebben grensgemeenten vaak een veel natuurlijkere oriëntatie op Brussel. Alleen in ons hoofd stopt Nederland bij de grens.’
Je beschrijft in je boek dat lokaal en nationaal beleid soms kunnen botsen. Hoe werkt dat?
‘Gemeenten in Nederland blijven uiteindelijk altijd binnen de lijnen van de nationale overheid. Ze werken internationaal, maar doen nauwelijks aan politiek. Maar ze zijn wel mondiger geworden. Dat zag je recent bij de discussies over Gaza. Burgemeesters kregen te maken met protesten, moties en oproepen vanuit hun gemeenteraden. Gemeenten mogen zich overal over uitspreken, ook over internationale kwesties, ze gaan er alleen niet over en dat beseffen ze zich dondersgoed. Dat spanningsveld is niet nieuw: in de jaren tachtig gebeurde hetzelfde bij de kruisrakettendiscussie en de anti-apartheidssituatie in Zuid-Afrika, toen waren er ook oproepen en moties vanuit gemeenteraden.’
Hoe kijk je naar de ontwikkeling in New York, met de recent verkozen burgemeester met een heel andere lijn?
‘Het past in een trend: grote wereldsteden hebben een enorme impact op de wereldeconomie. Die zoeken elkaar ook op om zaken te doen en kennis te delen. Als dan het politieke profiel van een burgemeester afwijkt van dat van de nationale regering, kan dat schuren. In de VS zien we dat recent: de federale regering onder Trump heeft een ander profiel dan de burgemeester van New York. Dat kan spannend worden als New York als economische en culturele wereldspeler eigen prioriteiten heeft op het gebied van migratie, klimaat en mensenrechten. Je ziet dit in meer landen: grote steden ontwikkelen zich tot “global cities” met een eigen diplomatie en eigen netwerken, die soms haaks staan op de koers van de nationale regering. Als onderzoeker vind ik dat vooral een interessant verschijnsel - het laat zien dat geopolitiek allang niet meer alleen iets is van landen, maar ook van steden.’
Zijn er gemeenten die in jouw ogen echt vooroplopen?
‘Vooral regio’s met sterke economische clusters. Eindhoven, Rotterdam, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en de regio Leiden profileren zich al lang heel duidelijk internationaal. Leiden investeert bijvoorbeeld al jaren in het bioscience-profiel en dat betaalt zich uit, de regio is aantrekkelijk voor internationale bedrijven, zoals de komst van de grote medicijnfabrikant Eli Lilly naar Katwijk laat zien.’
Veel Nederlandse steden hebben een kantoor in Brussel. Wat doen ze daar precies?
‘Ze volgen Europese regelgeving die direct impact heeft op gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, cybersecurity of waterbeheer. Ze zoeken Europese subsidies en werken samen in netwerken zoals Eurocities.’
Is er tijdens je onderzoek iets geweest dat je echt verraste?
‘Vooral de rol van grensgemeenten. Die fascinatie is eigenlijk steeds blijven hangen. Het internationaal bewustzijn is recent heel erg gegroeid bij de gemeenten. Ik vind het opvallend hoe sterk geopolitieke ontwikkelingen nu doordringen tot de lokale overheid. De vluchtelingen uit Oekraïne, debat over de oorlog in Gaza, klimaatadaptatie, migratievraagstukken: het ligt allemaal op het bordje van de gemeenteraad.’
Wat zijn je plannen?
‘Nu het boek af is, borrelen er alweer nieuwe ideeën op. Ik wil onder meer nog schrijven over de relatie tussen grote steden en nationale overheden, en over de politieke kleur van megasteden. Dit thema is nog lang niet uitgeput.’