Universiteit Leiden

nl en

Grootschalige verspreiding van kennis begon al 400 duizend jaar geleden

Verschillende groepen mensachtigen leerden waarschijnlijk al veel eerder van elkaar dan tot nu toe werd aangenomen en die kennis werd ook veel verder verspreid. Een studie van archeologen van de Universiteit Leiden naar het gebruik van vuur laat zien dat er 400 duizend jaar geleden al sprake geweest moet zijn van kennisuitwisseling via sociale netwerken. De ontdekking is op 19 juli gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift PNAS.

‘Tot nu toe werd gedacht dat die culturele diffusie pas 70.000 jaar geleden echt op gang kwam toen moderne mensen, Homo sapiens, zich meer gingen verspreiden. Maar het vuurgebruik lijkt er nu toch op te wijzen dat dat al veel eerder gebeurde’, vertelt archeoloog en onderzoeker Katharine MacDonald.

'We zijn met een andere bril gaan kijken naar de gegevens van decennia aan archeologische onderzoek' - Katharine MacDonald

Samen met Wil Roebroeks, hoogleraar Evolution of the Human Niche, archeoloog Fulco Scherjon, research master-student Eva van Veen, en Krist Vaesen, hoofddocent Filosofie van Innovatie aan de Technische Universiteit Eindhoven, deed MacDonald onderzoek naar de sporen van door mensachtigen gemaakt vuur op archeologische vindplaatsen op verschillende plaatsen in de wereld. ‘We zijn met een andere bril gaan kijken naar de gegevens van decennia aan archeologische onderzoek.’

Wat is: culturele diffusie?

Culturele diffusie is de wijde verspreiding van objecten, technieken of bepaalde uitingen onder mensen of mensachtigen. Voorbeelden zijn kinderliedjes of rijmpjes. Of ze nu door een kind in de Verenigde Staten in het Engels of in Europa in een Europese taal worden gezongen, ze klinken vaak hetzelfde. Dat komt omdat mensen de kennis van de melodie en bijvoorbeeld ook het klappen op de maat via een leerproces aan elkaar hebben overgedragen.

Op veel van die vindplaatsen – in Israël, en ook in Afrika, Europa en mogelijk ook China -  troffen de onderzoekers vergelijkbare (combinaties van) sporen aan, zoals bijvoorbeeld houtskool, verkoolde botten en verhitte stenen. ‘We denken niet dat die gelijkenissen veroorzaakt kunnen zijn doordat vroege voorgangers van de mens zelf grote afstanden aflegden, of dat ze bepaalde technieken afzonderlijk van elkaar ontwikkelden, omdat bijvoorbeeld het brein van mensachtigen plotseling groeide. Daar zijn helemaal geen aanwijzingen voor’, vertelt MacDonald. De enige andere mogelijkheid is dat verschillende groepen mensachtigen die technieken en het gebruik van materialen aan elkaar doorgaven en dat er sprake geweest moet zijn van primitieve sociale netwerken.

Stukje verbrand bot afkomstig van een archeologische vindplaats
Kleine stukjes verhit bot afkomstig uit de prehistorische vindplaats L'Abri Pataud in de Dordogne in Frankrijk

De theorie van het onderzoeksteam wordt gestaafd door archeologische vondsten van bepaalde stenen gereedschappen uit een iets latere periode. De gereedschappen, gemaakt met de zogenoemde Levalloistechniek, duiken in een heel korte periode op steeds meer plekken in de Oude Wereld op. Ook zijn er genetische sporen die laten zien dat verschillende mensachtigen met elkaar in contact geweest moeten zijn.

Antropologie, primatologie en sociale wetenschappen

In het onderzoek is niet alleen gekeken naar archeologisch bewijs voor de verspreiding van vuurgebruik, ook is onderzocht wat ervoor nodig is om die kennis uit te wisselen. Daarvoor was het weer nodig om te weten op welke manieren bepaalde soorten mensachtigen sociaal contact konden hebben. MacDonald: ‘Het is een sterk interdisciplinair onderzoek geworden. Naast archeologisch gegevens hebben we ook kennis uit de antropologie, de primatologie en de sociale wetenschappen geïntegreerd. Daar ben ik erg trots op.’

Een stuk prehistorisch bewerkt steen, gebruikt als gereedschap door mensachtigen
Een werktuig gemaakt met de Levalloistechniek, gevonden bij een opgraving in de Maastrichtse wijk Belvédère

‘Spannend en ook doodeng’, noemt MacDonald de publicatie van de onderzoeksresultaten in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS. ‘We hebben anderhalf jaar aan het artikel gewerkt, het is twee keer volledig herschreven en we hebben het maar met een paar collega’s gedeeld. Maar nu kan de hele wereld het lezen en zijn er ongetwijfeld mensen die het niet met ons eens zijn.’

Toch hoopt ze dat het artikel vooral zal leiden tot het stellen van nieuwe vragen door de archeologie en andere wetenschappelijke disciplines. De belangrijkste vraag is volgens MacDonald: wat heeft de grootschalige culturele diffusie 400 duizend jaar geleden mogelijk gemaakt? ‘Ik hoop dat we de discussie rond vuurgebruik door mensachtigen kunnen veranderen. Dat we minder kijken naar wanneer dat gebruik begonnen is en dat we het meer gaan hebben over wat vuurgebruik betekende voor de ontwikkeling van mensachtigen en hoe dat samenhing met sociale verandering.‘

Tekst: Tim Senden
Hoofdfoto: Timon Wanner / Unsplash

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.