Universiteit Leiden

nl en

Waar wereldsteden van gemaakt zijn

Om onze gebouwen en steden duurzamer te maken, is het belangrijk om eerst te begrijpen waar ze van gemaakt zijn. Industrieel ecoloog Tomer Fishman (CML) ontvangt een ERC Starting Grant om de bouwmaterialen van gebouwen in het Zuidelijke deel van de wereld in kaart te brengen. 'Zonder gegevens kun je geen beleid formuleren.'

Ongeveer de helft van de materialen die de mens jaarlijks uit de natuur haalt, wordt gebruikt als bouwmateriaal. Denk aan cement, beton, staal en hout. De productie van al deze materialen zorgt dan ook voor 15 procent van de jaarlijkse broeikasgassenuitstoot.

En wanneer gebouwen afgeschreven zijn of gerenoveerd moeten worden, zitten we weer met dezelfde materialen. Denk maar aan de duizenden afvalcontainers die je in Nederland ziet staan voor huizen die gerenoveerd worden, zegt Fishman. 'Waar gaan die naartoe?'

Gebrek aan data voor het Zuiden

De manier waarop we gebouwen bouwen en welke materialen we gebruiken, heeft een grote impact op het milieu. Door dit duurzamer en milieuvriendelijker te maken, kunnen we enorme milieuvoordelen behalen, aldus Fishman

‘Het grootste probleem is het gebrek aan gegevens, vooral in het Zuidelijke deel van de wereld’, legt Fishman uit. 'Inmiddels hebben we vrij goede statistieken over de bouwmaterialen die ze gebruiken in Europa, de VS, Australië en zelfs China.’ Dit is deels te danken aan Fishmans eigen eerdere onderzoek.

Van 'ad hoc' naar structureel

Toch is er in de meeste Zuidelijke landen bijna geen informatie over de materialen waaruit gebouwen en steden bestaan. En dat terwijl juist deze opkomende landen in de toekomst het meest gaan groeien. 'En zonder de juiste gegevens kun je geen beleid formuleren', zegt Fishman. Hij vergelijkt het met CO2-uitstoot. 'Je moet weten hoeveel uitstoot er is om te bepalen hoe je die kunt verminderen.'

De ERC-subsidie stelt Fishman in staat om gegevens te verzamelen in wat hij een 'all-in gestructureerd project' noemt, in plaats van het 'ad hoc' onderzoek dat tot nu toe heeft plaatsgevonden. De volledige naam van het project is 'Materials-GRoWL: Gauging the Rest-of-the-World's Lifecycles of construction materials', waarbij de Rest van de Wereld verwijst naar al die steden en landen die nog niet in kaart zijn gebracht.

Satellietbeelden en gedigitaliseerde oude kaarten

Een deel van de nieuwe data zal Fishman verzamelen samen met drie promovendi en postdocs die hij dankzij de subsidie kan aannemen. Ook partners over de hele wereld, voornamelijk in het zuiden, zullen een bijdrage leveren. Zo wil Fishman een netwerk van onderzoekers creëren.

Om erachter te komen welke materialen er in gebouwen en steden worden gebruikt en hoeveel, analyseren Fishman en zijn team een combinatie van satellietbeelden, openbare gegevens en zelfs gedigitaliseerde oude kaarten. In sommige gevallen is onderzoek ter plaatse nodig: 'Je kan niet alles uit kaarten en modellen halen. Soms moet je het gewoon zien.'

Beter reactievermogen bij rampen

Fishman is onder de indruk van de mogelijkheden die uitgebreidere datasets van gebouwen in de wereld kan bieden. Hij stelt zich een toekomst voor met duurzame en circulaire gebouwen, waarin steden in opkomende landen het voortouw nemen. Zij kunnen leren van de fouten die in Westerse landen zijn gemaakt.

Ook bij rampen kan goede data nuttig zijn.' Stel je voor dat we goede modellen hadden tijdens de recente aardbeving in Turkije en Syrië' , zegt hij, 'dan hadden we precies kunnen zien welke bouwmaterialen verloren waren gegaan en wat er nodig was voor de heropbouw. Hetzelfde geldt voor Oekraïne. Met goede gegevens zouden we de fysieke gevolgen van oorlog beter kunnen inschatten.'

Tekst: Samuel Hanegreefs

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.