Universiteit Leiden

nl en

Niet alleen onder professoren: héle oppositie mag in toga

Geen bonte mix meer aan kledingstijlen en vele tinten zwart tijdens de promotieplechtigheid. Want sinds kort mogen ook oppositieleden en copromotoren in toga als ze geen hoogleraar zijn. De verruiming benadrukt de gelijkwaardigheid van alle leden. Hoe historisch is deze verandering?

Tot voor kort trok computerwetenschapper Jan van Rijn ‘alleen een net pak’ aan bij een promotie als hij optrad als copromotor of lid van de oppositiecommissie. Het recht om een toga en baret te dragen was immers alleen voorbehouden aan hoogleraren. Maar op 17 januari 2024 had hij als copromotor samen met de oppositiecommissie een opvallende primeur. Op het programma stond de promotie van Mike Huisman. Iets voor 10 uur ’s ochtends stapten ze voor het eerst állemaal in toga en baret het Groot Auditorium binnen. Want sinds januari dit jaar is het togaprotocol van de Universiteit Leiden verruimd en dat gebeurde niet alleen hier: ook de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam deden dat.

De promotie van Mike Huisman (midden, zonder toga). Voor het eerst in de recente geschiedenis is de hele oppositie en copromotor Jan van Rijn (zesde van rechts) in toga. De promovendus en paranimfen dragen geen toga.

Wegbereiders

De verandering in Leiden kwam er mede dankzij pleidooien van Universiteitshoogleraar Ineke Sluiter en De Jonge Akademie van de KNAW. Ook rector Hester Bijl steunde deze verruiming. Een van de aanleidingen was het voorstel ‘Iedereen Professor’ in 2023. Hierin stelt De Jonge Akademie voor om universitair (hoofd)docenten  het recht te geven als promotor op te treden, de titel 'professor' te voeren en een toga te dragen. Ineke Sluiter wilde met Athena’s Angels - vier vrouwelijke hoogleraren die strijden voor gelijke kansen in de wetenschap - al langer iets doen aan ‘niet-functionele hiërarchie’ binnen de universiteit. Omdat het ondermijnend kan zijn voor de sociale veiligheid en het werkplezier, aldus Sluiter.

'Het togarecht was laaghangend fruit'

Toga is werkkleding

‘Het is moeilijk’, zegt zij, ‘om in één keer de hele problematiek rondom het ius promovendi (het recht om kandidaten tot doctor te promoveren, red.) op te lossen. Maar het togarecht was laaghangend fruit.’ Even overwoog Sluiter twee scenario’s: of iedereen een toga, of er als professor zelf geen aantrekken. Ze ging voor de eerste optie. ‘Niet omdat ik zelf zozeer aan die toga hang, maar omdat de hele pomp and circumstance van een Leidse promotie erg leuk is voor de promovendus, familie en vrienden en bijdraagt aan de plechtigheid van het moment.’

Expertise van niet-hoogleraren

Daarom hield Sluiter vorig jaar een pleidooi tijdens een bijeenkomst met onder andere decanen en wetenschappelijk directeuren. ‘Met als argument dat alle leden van de oppositiecommissie dezelfde rol hebben, dat vaak juist de niet-hoogleraren echt alleen op basis van hun expertise in zo’n commissie zitten, en dat het publiek zo niet langer de verkeerde indruk krijgt dat de vraag van iemand in toga zwaarder weegt dan die van andere leden.’ Zo nieuw is dit ook weer niet, voegt ze eraan toe. ‘Elke promotie wordt voorgezeten door een pro-rector, getooid met de ambtsketen van de rector magnificus. We zijn ook niet bang dat de pro-rector het Academiegebouw verlaat en overal de rechten van de rector opeist. De toga tijdens de promotie is gewoon werkkleding.’

'Mooi dat de erkenning wordt gereflecteerd in de kleding'

Erkenning leeuwendeel

Sluiters voorstel kreeg veel bijval en daarna sprak rector Bijl met de raad van decanen die instemde. Bijl is blij met de verandering: ‘Een toga voor alle commissieleden drukt uit dat zij eenzelfde rol hebben als expert. Ook voor de copromotoren is het een erkenning van hun grote inspanning bij het promotietraject; zij doen soms het leeuwendeel van de begeleiding van de promovendus.’ Dat tot voor kort alleen hoogleraren een toga en baret mochten dragen is een minder lange traditie dan vaak wordt gedacht, merkt Bijl op. Pas in de 20e eeuw werd dat een exclusief recht voor hoogleraren. Universiteitshistoricus Pieter Slaman legt dat uit in onderstaand kader.

Toga werd pas later exclusief

De verruiming van het togarecht grijpt terug op een lange traditie, stelt Slaman. ‘De toga was in de middeleeuwen aan Europese universiteiten gewone dagelijkse dracht voor de hele academische gemeenschap, inclusief studenten. Maar in de 16e, 17e en 18e eeuw droegen ze alleen nog een toga tijdens hun promotie. Docenten, of ze nu hoogleraar of lector waren, bleven nog wel een toga dragen. Pas in de 20e eeuw veranderde dit. Door de sterke uitbreiding van de staf kwamen er meer academische rangen, waarbij de hoogste rangen bang waren voor statusverlies. Daarom behielden zij de toga voor zichzelf. De keuze anno 2024 voor een toga voor commissieleden is dus een verwijzing naar de tijd dat het een tooi was voor geleerden in het algemeen die de onderlinge gelijkheid benadrukt.’

Onderdeel van academische traditie

Terug naar de togaprimeur van Jan van Rijn. ‘Het was een bijzonder moment’, zo blikt hij terug. ‘Ik voelde me op dat moment echt onderdeel uitmaken van de Leidse academische traditie. Hiervoor stoorde ik me er niet echt aan dat ik geen toga aan mocht. Maar juist door mijn eerste keer in toga in Leiden besefte ik dat het eigenlijk heel logisch is om dit recht te verruimen. We zijn allemaal deskundig en mooi dat die erkenning nu ook gereflecteerd wordt in de kleding.’

Tekst: Linda van Putten

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.