Universiteit Leiden

nl en
Studentenwebsite Geschiedenis (BA)

Een Nederlandse Robespierre? Proefschrift werpt nieuw licht op Leidse revolutionair Pieter Vreede

Met vurige pamfletten en zelfs een staatsgreep streed de Leidse patriot Pieter Vreede (1750–1837) voor meer volksinvloed. In zijn proefschrift laat historicus Dirk Alkemade zien hoe deze idealistische pionier met radicale middelen de Nederlandse democratie hielp vormgeven.

Staatsgrepen, politieke zuiveringen, gewapende burgertroepen: aan het eind van de 18e eeuw trekt een revolutie door Nederland. In de patriottentijd (1780–1787) en ten tijde van de Bataafse Republiek (1795–1801) strijden verschillende groeperingen om de macht. De inzet: wie bestuurt het land, wat betekent vrijheid in de praktijk?

Portret van Pieter Vreede
Portret van Pieter Vreede (1750–1837)

Pioniers van de democratie

‘De patriotten en Bataven legden met hun strijd de basis voor het moderne democratische Nederland’, stelt Alkemade.  ‘Maar lange tijd kregen ze niet de aandacht die zij verdienden.’ Daarom schreef hij een proefschrift over deze radicale hervormers met een hoofdrol voor Pieter Vreede. Deze Leidse pionier eiste meer macht voor het volk en een einde aan het aristocratische bestuur. Ook was hij in die tijd een van de weinige uitgesproken tegenstanders van slavernij. Vreede schreef radicale pamfletten waarin hij de stadhouder en de elite aanviel. Alkemade deed onderzoek naar deze politieke geschriften, en ontdekte dat Vreede in 1786 een heel tijdschrift volschreef met de titel ‘Iets gewigtigs voor Leyden’.

Allegorische voorstelling van de patriotse burgerwapening. Abraham Jacobsz. Hulk, c. 1787, Rijksmuseum Amsterdam.
Allegorische voorstelling van de patriotse burgerwapening. Abraham Jacobsz. Hulk, c. 1787, Rijksmuseum Amsterdam.

Tweederangsburger

Om diens politieke motieven beter te begrijpen keek Alkemade met een biografische blik naar Vreede’s leven en werken. Hij was afkomstig uit een vooraanstaande doopsgezinde familie van Leidse lakenfabrikanten en studeerde Rechten in Leiden. Rond 1780 was hij een van de eersten in het land die pleitte voor een representatieve democratie. Vreede voelde zich als lid van de doopsgezinde gemeenschap ‘een tweederangsburger’, aldus Alkemade, en mogelijk verklaart dat diens fanatisme. ‘Doopsgezinden zoals Vreede moesten hun plek in de samenleving telkens opnieuw bevechten.’ Naast het schrijven van pamfletten hield Vreede opruiende toespraken en richtte vrijkorpsen op. Deze gewapende burgergroepen probeerden politieke invloed af te dwingen en vormden een tegenwicht tegen de militaire macht van de stadhouder.

1797: Zitting van de eerste Nationale Vergadering. George Kocksen/Rijksmuseum Amsterdam
1796: Zitting van de eerste Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek met een volle publieke tribune. Gezicht in de vergaderzaal (voormalige danszaal van het Stadhouderlijke Paleis) met de leden. Prent George Kocksen (1797)/Rijksmuseum Amsterdam

Staatsgreep

In 1796 nam Vreede zitting in het eerste landelijke parlement van de Bataafse Republiek, maar hij raakte snel gefrustreerd over het trage tempo van de hervormingen. Daarom organiseerden hij en zijn medestanders in januari 1798 een staatsgreep. Als nieuwe machthebber van het Uitvoerend Bewind liet Vreede tegenstanders uit het parlement zetten en ontnam duizenden gematigden hun stemrecht. De radicalen ontwierpen een nieuwe grondwet die via een referendum werd aangenomen. Alkemade: ‘De aanname van deze Staatsregeling van 1798 vormt een cruciale stap in de modernisering van de Nederlandse politiek.’

De Nederlandse Robespierre

Door zijn optreden kreeg Vreede de bijnaam ‘de Nederlandse Robespierre’, naar de Franse revolutionair Maximilien de Robespierre die met bloedvergieten de Franse revolutie doordrukte. Vreede verzette zich fel tegen die vergelijking: in tegenstelling tot Frankrijk waren er in Nederland geen massale arrestaties of executies. Toch kwam zijn bewind in juni 1798 tot een abrupt einde door een tweede staatsgreep, dit keer van zijn politieke tegenstanders. Vreede vluchtte en trok zich terug uit de politiek.

Woorden en wapens

Ook Alkemade verzet zich tegen het beeld dat de Nederlandse revolutionairen klakkeloos de Franse revolutionairen navolgden. ‘Door deze periode weg te zetten als “de Franse tijd” hebben historici lang onterecht het idee gewekt dat de Nederlandse revolutie een on-Nederlands fenomeen was.’ Met zijn proefschrift wil Alkemade nieuw licht schijnen op de oorsprong van de Nederlandse democratie: ‘Veel mensen denken dat het er in Nederland altijd relatief kalmpjes aan toe is gegaan in de politiek, maar dat is echt een misverstand. De Nederlandse democratie is bevochten, met woorden én met wapens.’

Op 18 juni verschijnt de publieke uitgave van het proefschrift: Radicale democratie Pieter Vreede (1750-1837) en de Nederlandse revolutie, Dirk Alkemade (Boom uitgevers Amsterdam)

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.