Universiteit Leiden

nl en
Studentenwebsite Biologie (BSc)
Pixabay

Hoogleraar bepleit: ‘Laat de natuur haar gang gaan’

Geef organismen zoals planten en dieren de vrijheid om zich te verplaatsen, op elkaar te reageren en in hun levensbehoeften te voorzien. Dan zullen ze vanzelf floreren, stelt hoogleraar Geert de Snoo. Onze bemoeienis werkt herstel alleen maar tegen.

Natuurbeheerders proberen op allerlei manieren de natuur in ere te herstellen. Daarbij hebben ze vaak vastomlijnde denkbeelden en doelen. Denk aan het weghalen van jonge bomen om heide te beschermen. Of aan het verwijderen van exotische planten en dieren die inheemse soorten het leven moeilijk maken. Vaak is een terugkeer naar ‘hoe het vroeger was’ de drijfveer.

Maar ondanks die goede bedoelingen slagen we er niet in het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen, stelt De Snoo. Het aantal soorten in Nederland en in de rest van de wereld neemt in snel tempo af. Neem de Nederlandse vlinderpopulaties als voorbeeld: die namen volgens het CBS tussen 1992 en 2024 gemiddeld met 56 procent af.

Teruggrijpen naar het verleden is volgens de hoogleraar milieubiologie niet de beste optie om die trend te keren. De omstandigheden zijn nu eenmaal anders dan vroeger.

Het houdt bijvoorbeeld in dat we exotische soorten hun gang laten gaan. 

Laat je verrassen door de natuur

De Snoo komt daarom met een geheel nieuwe kijk op biodiversiteit en hoe we die kunnen herstellen. Die komt grotendeels neer op loslaten. ‘Het is een meer ontspannen manier van omgaan met de natuur’, zegt hij. ‘Minder denken vanuit de wens: dit willen we hier. Maar je juist laten verrassen door de natuur.’

Dat gaat soms tegen je gevoel in, ‘want we willen nu eenmaal graag beheren’, zegt De Snoo. Het houdt bijvoorbeeld in dat we exotische soorten hun gang laten gaan. Nu doen natuurbeheerders juist grote inspanningen om die soorten in de kiem te smoren. Het betekent ook dat we natuurbranden grotendeels hun gang laten gaan. ‘Al is dat een extreme vorm van loslaten’, geeft de hoogleraar toe.

Organismen kunnen gaan en staan waar ze willen

Om de nieuwe visie in de praktijk te brengen, onderscheiden De Snoo en medeauteur Kees Musters drie vormen van vrijheid voor organismen. De eerste heeft te maken met de ‘abiotische’ omgeving. Dat zijn de niet-levende onderdelen van een landschap, zoals de bodem, het water en de lucht. Die moeten schoon zijn. En om te gedijen moeten organismen er vrije toegang toe hebben.

De tweede vorm heeft te maken met de ‘vrijheid’ van organismen, zoals dieren en planten. Die moeten op elkaar kunnen reageren, zonder dat de mens tussenbeide komt. De laatste vorm is de bewegingsvrijheid. Dat betekent: geen soorten aan gebieden toevoegen, en ook geen soorten verwijderen. Bovendien moet er genoeg tijd zijn om een compleet leven te kunnen leven.

Een bos dat verantwoordelijk is voor zichzelf

Om dat recht op vrijheid voor organismen concreet vorm te geven, zou je het kunnen vertalen naar een juridisch recht, stelt De Snoo voor. Op sommige plaatsen is er al sprake van rechten voor de natuur. De rivier Whanganui in Nieuw-Zeeland was er het eerste voorbeeld van.

‘Het onderzoek biedt een raamwerk om te reflecteren op de manier waarop we nu met de natuur omgaan’

‘Maar er is nog niet zoiets als het recht voor organismen om zich vrij te mogen verplaatsen’, zegt De Snoo. Dat zou volgens hem de natuur wel degelijk helpen. ‘Uit die eerdere rechtszaken zie je dat ze leiden tot een betere bescherming. Dat is hoopgevend.’

De Snoo benadrukt dat zijn onderzoek geen ‘kookboek’ is waar natuurbeheerders zomaar recepten uit kunnen overnemen. Een groot deel van het aardoppervlak wordt immers gedomineerd door de mens, en dat kunnen we niet zomaar uitvlakken. ‘Maar het biedt wel een raamwerk om te reflecteren op de manier waarop we nu met de natuur omgaan’, zegt de hoogleraar.

Bij het dorp Doorn in Utrecht geeft de stichting ‘Het bos dat van zichzelf is’ wat hem betreft het goede voorbeeld. Zoals de naam aangeeft, is het bos van niemand. Dat betekent ook dat wie tijdens een wandeling een tak op zijn hoofd krijgt, geen verantwoordelijke bosbeheerder de schuld kan geven. Het bos beheert namelijk zichzelf.

Free organisms for bending the curve of biodiversity loss’ verscheen in Biological Conservation. Op Zondag 27 juli kwam het onderzoek aan bod in het BNNVARA-programma Vroege Vogels.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.