
Wat moet de universiteit doen? Veel vragen en emoties tijdens debat Israël-Palestina
Moeten we banden met Israëlische universiteiten verbreken of juist behouden? Tijdens de bijeenkomst A University Conversation on Israel/Palestine op 1 juli werd duidelijk hoe diep het conflict snijdt. Studenten en medewerkers worstelen met morele keuzes en academische waarden.
Ondanks de tropische warmte stroomde het Telders Auditorium in het Academiegebouw vol. Studenten en medewerkers kwamen massaal naar het debat over de vraag hoe de universiteit zich zou moeten opstellen met betrekking tot de oorlog in het Midden-Oosten. Het doel van deze en vorige bijeenkomsten over dit vraagstuk is om een open, universiteitsbrede discussie op gang te brengen waaraan zoveel mogelijk medewerkers en studenten kunnen deelnemen. Deze bijeenkomst was georganiseerd in overleg met experts van de Faculteit der Geesteswetenschappen en het College van Bestuur.
Wat is er al gedaan?
De meningen tijdens het debat liepen flink uiteen. De universiteit bevroor vorig jaar mei al de studentenuitwisselingen en stelde een voorlopig verbod in op nieuwe institutionele samenwerkingen met Israëlische universiteiten. Maar bestaande partnerschappen lopen nog door. Wat moet daarmee gebeuren? En wie worden daar uiteindelijk het hardst door geraakt? De universitaire Commissie Mensenrechten en Conflictgebieden werkt aan een advies en wil horen wat er leeft binnen de universiteit.
Extreme tragedie
Rector Hester Bijl opende de avond. Ze schetste de ernst van het moment: ‘Een decennialang conflict is uitgemond in extreem geweld. Na de verschrikkelijke terreuractie van Hamas zien we de voortdurende slachting van onschuldige Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen in Gaza. Ik denk dat we het erover eens zijn dat deze oorlog een extreme tragedie is, maar de meningen verschillen hoe we moeten reageren.’
Pleidooi voor actie
Vier Leidse wetenschappers deelden vervolgens hun visie. Hoogleraar Jan Aart Scholte waarschuwde tegen onverschilligheid en uitstel in onze reactie tot de huidige oorlog in Gaza. De universiteit heeft een morele plicht om druk uit te oefenen. Hij stelde vier mogelijke maatregelen voor, inclusief een openbare universitaire verklaring voor vrede met recht in Israël-Palestina en een schorsing van institutionele banden met universiteiten in Israël totdat een programma voor de wederopbouw van het hoger onderwijs in Gaza op gang is.
Docent Christian Henderson was het meest uitgesproken. We zijn getuige van een genocidale oorlog, zo stelde hij. Hij noemde de huidige politici ‘fascistisch’ en waarschuwde voor stilzwijgen: ‘We zijn het verplicht aan Cleveringa’s erfgoed – ons uit te spreken tegen onrecht. Doen we dat niet, dan zijn we medeplichtig aan genocide.
Genocide
Larissa van den Herik, hoogleraar Internationaal Publiekrecht, stipte het punt aan dat velen niet de term genocide willen gebruiken zolang er nog geen rechterlijk oordeel is. Zij benadrukt dat er geen juridische basis is voor die visie. Staten, instellingen en individuen mogen en moeten soms zelfs de term genocide gebruiken. 'Ook als er nog geen juridische uitspraak ligt.' Ze verwees naar het Genocideverdrag uit 1948 dat landen verplicht om te handelen indien er een risico op genocide bestaat. Behalve landen kan ook nagedacht worden over de verantwoordelijkheden van andere betrokken partijen.
Het is echter niet zo dat individuele academici zich móeten uitspreken, aldus Van den Herik. ‘Of je je uitspreekt als academicus hangt er ook van af hoe je de rol van wetenschap in de samenleving ziet en wat je vakgebied is.’ Aan het eind van haar betoog sprak ze met enige spijt: ‘Als universiteit hadden we ons in ieder geval kunnen uitspreken over de vernietiging van universiteiten in Gaza.’
Verhitte discussies
De oorlog in Gaza en het decennialange conflict leidt vaak tot verhitte discussies in de collegezalen, constateerde Noa Schonmann, universitair docent Midden-Oostenstudies. Ze is van Israëlische komaf en vindt het verschrikkelijk wat er gebeurt. Ze startte samen met de Palestijnse journalist Rajaa Natour een podcast om studenten te stimuleren zich in elkaars perspectieven te plaatsen. De universiteit is volgens haar een ‘pluralistische gemeenschap’ en Schonmann verzet zich tegen het idee dat de universiteit zich ‘met één stem’ uitspreekt in dit conflict. Later stelde ze de vraag: is het wenselijk als de universiteit zich telkens moet uitspreken in oorlogen, ook van andere landen, en een buitenlandpolitiek moet voeren?
Vragen uit de zaal
Moderator Mark Rutgers gaf het woord aan de zaal. Waarom duurt het zo lang voordat de commissie een advies geeft?, vroegen diverse studenten en medewerkers ongeduldig en sommigen geëmotioneerd. Want na de Russische invasie in Oekraïne werden samenwerkingsverbanden met Russische universiteiten wél snel stopgezet. Rector Hester Bijl zei de frustraties goed te begrijpen. De universiteit heeft vorig jaar al de eerdergenoemde maatregelen genomen, maar het onderzoek van de commissie moet zorgvuldig gebeuren omdat het eventueel verbreken van banden ook onbedoelde effecten kan hebben. Bovendien: het stopzetten van de samenwerking met Russische universiteiten was destijds het gevolg van een directe oproep van toenmalig onderwijsminister Robbert Dijkgraaf en gold voor alle Nederlandse universiteiten.
Wie wordt gestraft?
Iemand in de zaal merkte op: ‘Wie wordt eigenlijk gestraft als we banden verbreken? De kolonisten of bijvoorbeeld Palestijnen en kritische stemmen aan de universiteit?’ Henderson liet weten weinig te merken van een kritische houding van Israëlische universiteiten. Een student vroeg Noa Schonmann haar standpunt toe te lichten. Ze zei als wetenschapper niet activistisch te willen zijn in de collegezaal, om studenten zelf hun mening te laten vormen. Scholte stelde dat er niet één soort activisme is.
Benefietactie studenten
Drie geneeskundestudenten vertelden over hun bijzondere initiatief: ze verkopen zelfgemaakte keycords en de opbrengst gaat naar Gaza en de artsenorganisatie Doctors of the world. De zaal reageerde met luid applaus. Tegen het eind van de bijeenkomst werd het debat emotioneler. Een Palestijnse student met getroffen familie in Gaza merkte op niet te begrijpen waarom de wereld al tientallen jaren toekijkt naar de onderdrukking van de Palestijnen zonder in te grijpen. Een Israëlische student, met vrienden die slachtoffer werden van de gijzelactie van Hamas, was ook fel en vond dat de laatste tijd vooral de Palestijnse kant de aandacht krijgt.
Meer samenwerking
Vicevoorzitter Timo Kos stond hierna kort stil bij alle emoties. ‘We zijn hier met veel mensen die familie en vrienden hebben in de regio. Ik begrijp heel goed de emoties en alle vragen.’ Hij erkende dat het proces van een nieuw advies lang duurt en dat de oorlog vele grote vragen oproept over de rol van wetenschappers en universiteiten bij conflicten. Kos is voorstander van meer samenwerking met andere Nederlandse universiteiten op dit gebied. Nog voor het zomerreces zei hij een eerste advies over de uitwisselingsprogramma’s te verwachten. Hierna spraken aanwezigen nog lang met elkaar na in de receptieruimte.