Universiteit Leiden

nl en
Studentenwebsite Farmacie (MSc)

Leren leven met chronische pijn? ‘Met data-gedreven aanpak kun je behandeling afstemmen op het individu’

Minder sporten, feestjes overslaan en worstelen op werk: de verwachting van chronische pijn-, en jeukklachten kan leiden tot vermijdingsgedrag. Maar bij lang niet iedereen met chronische pijn werkt dat zo, ontdekte promovendus Gita Nadinda. Wat betekent dit voor de gezondheidszorg?

Gita Nadinda promoveerde op het samenspel van verwachting en vermijding van pijn en jeuk: ‘Er heerst nog sterk het idee dat chronische pijn tussen je oren zit.’

Stel, je gaat voor de neus van een groepje collega’s flink onderuit. Maar ondanks dat je met je met een flinke smak op de stenen trap belandt, en je collega’s je met bezorgde blikken te hulp schieten, krabbel je snel op. ‘Het gaat wel!’ roep je, en je weet niet hoe snel je je uit de voeten moet maken. De dag erna zit je onder de blauwe plekken en voelt je stuitje beurs. Hoe kan het dat je tijdens je val nauwelijks pijn voelde?

Pijn als drempel

Toen Gita Nadinda bovenstaand voorbeeld hoorde in het vak Health Psychology tijdens haar bachelor Psychologie, raakte ze gefascineerd door pijn. Vooral door het idee dat pijn geen vaststaand gegeven is, maar door talloze mechanismen wordt beïnvloed. ‘Als je jezelf bezeert, zijn er allerlei psychologische en sociale redenen waarom je die pijn minder goed kan voelen. Ik had er tot dat moment nooit bij stilgestaan dat er zoveel schuilging achter onze fysieke sensaties.’ Na haar bachelor deed ze vrijwilligerswerk bij een organisatie voor mensen met een fysieke beperking. ‘Ik werkte veel met mensen bij wie een ledemaat geamputeerd was. Voor veel van hen bleek pijn de grote drempel waardoor ze geen prothese wilden dragen of niet meer naar fysiotherapie kwamen.’

Chronische pijn en jeuk

Voor haar masterscriptie onderzocht Nadinda de invloed van psychologische interventies als cognitieve gedragstherapie op de pijnbeleving voor en na operaties. Hoogleraar Experimentele gezondheidspsychologie Madelon Peters van Universiteit Maastricht begeleidde haar en werd daarna, samen met Leidse psychologen Andrea Evers en Antoinette van Laarhoven en Johannes Vlaeyen van de Universiteit Maastricht, ook supervisor van haar promotieonderzoek. Nadinda maakte deel uit van het door Andrea Evers geleide Mind-Body Team, van het New Science of Mental Disorders-consortium, gefinancierd door en Zwaartekrachtsubsidie. Op 10 september verdedigt Nadinda haar proefschrift Nexus, Uncovered: On the Relations Between Expectancy, Avoidance, and Somatic Sensations. In haar onderzoeks kijkt ze niet alleen naar de relatie tussen verwachting en vermijding bij chronische pijn, maar ook van jeuk.

‘Chronische pijn heeft veel invloed op je sociale leven’

Pijn en jeuk in dagelijks leven

Ongeveer een kwart van de Nederlanders heeft chronische pijn, 17 procent ervaart chronische jeuk. Van de vijftigplussers kampt zelfs 30 procent met chronische jeukklachten. En die pijn en jeuk kunnen een behoorlijk beslag op het leven leggen. ‘Chronische pijn neemt veel aandacht op, waardoor je minder goed kunt functioneren op werk. Daarnaast stoppen mensen soms ook met sporten uit angst voor nog meer pijn. Ook als ze daar altijd erg van genoten,’ vertelt Nadinda. ‘Chronische pijn heeft ook veel invloed op je sociale leven. Mensen ervaren vaak onbegrip uit hun omgeving als ze weer een afspraak afzeggen vanwege de pijn. “Waarom neem je niet gewoon wat pijnstillers?” horen ze dan.  Er heerst nog sterk het idee dat chronische pijn tussen je oren zit.’ Ook mensen met chronische jeuk ervaren een sociaal stigma. ‘Als iemand zichzelf veel krabt, zijn anderen soms bang dat diegene een besmettelijke ziekte heeft.’

Doet pijn vermijden?

Voor haar proefschrift onderzocht Nadinda de relatie tussen verwachtingen van pijn en jeuk en vermijdingsgedrag. Kortom: leidt de gedachte dat je pijn gaat lijden er ook toe dat je die pijn gaat vermijden? ‘In de literatuur is het angst-vermijdingsmodel een veel aangehaalde theorie; het idee dat mensen met chronische pijn bang worden voor de pijn, bepaalde bewegingen gaan vermijden en daardoor nog meer pijn ervaren. Maar er is nog weinig empirisch bewijs dat negatieve verwachtingen ook daadwerkelijk leiden tot vermijding.’

'Er is nog weinig empirisch bewijs dat negatieve verwachtingen ook leiden tot meer vermijdingsgedrag'

Geen vermijding van pijn

Daarom zetten Nadinda en haar collega’s een eigen experiment op. Gezonde deelnemers kregen in het lab van onderzoekers te horen dat ze pijn zouden voelen van een elektrische prikkel, wat leidde tot een negatieve verwachting. Daarnaast mochten ze kiezen: óf ze moesten een lastig spel spelen, maar kregen wel minder pijn te verduren. Óf ze speelden aan makkelijkere versie, maar zouden wel meer pijn voelen. ‘We zagen keer op keer dat negatieve verwachtingen wel zorgden voor meer pijn, het nocebo-effect, maar niet tot vermijding van de pijn.’ Mensen speelden dus liever een makkelijker spelletje dan dat zij minder pijn ervaarden. Verwachting van pijn leidt dus niet per se naar vermijding van die pijn, maar, voegt Nadinda toe: ‘De deelnemers vermeden wel iets anders, namelijk het moeilijkere spel. Dit is nog steeds vermijdingsgedrag.’

Wel vermijding van jeuk

In een tweede experiment wekten Nadinda en haar collega’s jeuk op bij deelnemers door met haartjes van een tropische boon over hun huid te wrijven. De deelnemers kregen de optie om de jeuk te proberen te vermijden door een halve minuut hun vuist stevig samen te knijpen. Best vermoeiend, maar het samenknijpen weerhield wel van het krabben. ‘Daar zagen we dat, ook als deelnemers maar weinig jeuk verwachtten, ze er wel voor kozen de jeuk te vermijden.’ Waarom mensen de voorspelde jeuk wel vermeden en de pijn minder? ‘Dan kan ook met de opzet van de studie te maken hebben. Mensen waren eerder bereid om even kort pijn te ervaren dan drie minuten een ingewikkeld spel te spelen. Bij jeuk was die kosten-batenafweging anders.’

‘Het varieert sterk hoe de verwachting van pijn en vermijding voor mensen samenhangen’

Data-gedreven pijnbehandeling

Tot slot deed Nadinda een netwerkanalyse van mensen met chronische lage rugpijn. Deelnemers rapporteerden over een langere periode vijf keer per dag hun pijn, stemming, verwachting en vermijding van pijn op dat moment. ‘We keken hoe al die verschillende factoren elkaar beïnvloeden, zowel op groepsniveau als individueel. We zagen op individueel niveau veel variatie. Bij sommige mensen voorspelde de verwachting van pijn wel vermijding, maar bij anderen juist helemaal niet, of verliep het proces andersom.’ Het bevestigt voor haar het nut van een aanpak die al vaker wordt bepleit in onderzoek naar chronische pijn: stem behandeling af op het individu. ‘Met data-gedreven aanpak krijg je inzicht in de verbinding tussen alle factoren en kun je daar bewust op inspelen.

Allergisch voor krab

Verbaast het de psycholoog dat de deelnemers in haar onderzoek pijn niet zoveel vermeden als theorieën eerder suggereerden? ‘Ja en nee. Waarom niet? Ik begrijp het al beter als ik kijk naar mijn eigen situatie. Ik ben allergisch voor krab, maar ben er ook dol op. Soms eet ik het ook gewoon en neem ik de allergische reactie op de koop toe.’ Op eenzelfde manier, vertelt ze, doet iedereen weleens dingen die tot pijn kunnen leiden. Denk aan een geblesseerde hardloper die toch voor die marathon gaat trainen. ‘Hetgeen wat pijn bezorgt, kan je ook vreugde brengen. Het is dus een continue afweging van persoonlijke kosten en baten.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.