Universiteit Leiden

nl en

De administratie van de firma De Heyder & Co: ‘Volkomen verweven met de koloniale markt’

In het depot van de Lakenhal liggen drie negentiende-eeuwse contra-stalenboeken, waarin katoenfirma De Heyder & Co precies bijhield wie welke bestelling deed. Geschiedenisstudent Marit Scheepsma gebruikte ze om te achterhalen hoe het met de koloniale contacten van het bedrijf zat.

‘Iedereen kent Leiden als de zeventiende-eeuwse Lakenstad, maar in de negentiende eeuw werd het een katoenstad’, vertelt Marit. ‘Dat brengt allerlei koloniale contacten met zich mee. De Lakenhal is daar als Leids stadsmuseum erg in geïnteresseerd, deels omdat het Leidse koloniale en slavernijverleden recent is onderzocht en deels omdat de nadruk van de collectie nu erg op de zeventiende eeuw ligt, terwijl er ook veel materiaal over de modernere periode beschikbaar is.’

Toen Marit zich bij het museum meldde voor een onderzoeksstage, was het dan ook snel duidelijk dat ze zich zou gaan verdiepen in drie negentiende-eeuwse contra-stalenboeken van de Leidse katoenfabriek De Heyder & Co.  ‘In het depot lagen veel meer stalenboeken met alle stofjes uit de collectie van het bedrijf,’ legt Marit uit, ‘maar conservator Jori Zijlmans en ik zagen al snel dat de contra-stalenboeken de enige waren waar ook tekst in stond. Als historicus geef ik daar dan toch de voorkeur aan.’

Allerlei koloniale verbanden

De contra-stalenboeken boden een overzicht van alle bestellingen bij het bedrijf. Al snel dienden daarbij de koloniale verbanden zich aan. ‘De reden dat De Heyder & Co in Leiden werd gevestigd, is bijvoorbeeld al koloniaal’, vertelt Marit. ‘Het bedrijf was oorspronkelijk Belgisch, maar toen Nederland en België in 1830 van elkaar werden gescheiden, had België vrijwel geen mogelijkheid meer om handel te drijven met Nederlands-Indië, terwijl koning Willem I juist wilde investeren in die grote afzetmarkt. Daarom is De Heyder & Co toen naar Nederland verhuisd.

De tactiek werkte. Een van de bedrijven die het vaakst een bestelling plaatste bij De Heyder & Co was NHM. ‘Dat is min of meer de opvolger van de VOC. Destijds had de NHM alleen nog handelshuizen in Nederlands-Indië’, vertelt Marit. ‘Het is dus heel waarschijnlijk dat al die bestellingen op de koloniale markt terecht zijn gekomen, ook omdat de NHM expliciet als doelstelling had om de koloniale handel nieuw leven in te blazen.’

Ook cultureel waren er verbanden tussen de koloniale markt en De Heyder & Co. Marit: ‘Een heel sprekend voorbeeld is batik. Normaal is dat een heel arbeidsintensief proces waarbij met hete was patronen op stof worden aangebracht, en de stof tot wel zeven verfbeurten krijgt., maar De Heyder & Co ging dat als een soort vroege fast fashion versneld namaken. Dat is een wat meer fluïde verband dan echt je geld verdienen met koloniale handel, maar het laat wel zien hoe die koloniale contacten overal in de markt doordrongen.’

Binnenkort te zien

De Lakenhal is blij met Marits onderzoek, omdat het aansluit bij het langere proces van het museum om aan de slag te gaan met het koloniale verleden. Zelf wil ze ook graag verder met dit type onderzoek. ‘Als historicus is het heel leuk om aan de hand van historische stukken te bedenken hoe je een verhaal kunt overbrengen, terwijl je tegelijkertijd rekening moet houden met de historische werkelijkheid en accuraat moet blijven.’ Ze is inmiddels dan ook begonnen aan een scriptie die raakt aan haar stageonderzoek. ‘Ik ben geïnteresseerd in de familie achter De Heyder & Co, de Driessens. Ik zou graag een mentaliteitsgeschiedenis over hen willen schrijven. In welke context waren zij bezig en hoe past die in de geschiedenis?’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.