Universiteit Leiden

nl en
Studentenwebsite Geesteswetenschappen

In beeld: Wie zou er in de Kamer zitten als alleen voorkeurstemmen telden?

‘Mannen moeten wijken. Kiezers GroenLinks-PvdA stemmen zeker drie vrouwen extra de Tweede Kamer in’, kopte Trouw deze week. Wat zou er gebeuren als we álle zetels zouden vergeven op basis van voorkeurstemmen? En zien we daarbij verschillen tussen de partijen?

De korte antwoorden: dan zouden we meer vrouwen in de Tweede Kamer hebben; maar met name bij de progressieve partijen. Want al is de voorkeurstem op een vrouw echt - over de gehele linie zijn voorkeurstemmen doorgaans stemmen op een vrouw -, dit beeld is sterker aan de linkerkant.

Wat volgt is een korte analyse van alle virtuele verschuivingen die in de top 25 van de lijsten van GL/PvdA, D66, CDA, VVD en PVV zouden plaatsvinden als we de zetels zouden toewijzen op basis van uitgebrachte voorkeurstemmen. Ik kijk, omwille van de beschikbaarheid van de data, naar de verkiezingen van 2023 en vergelijk de kandidatenlijsten van de kieskring Amsterdam met de herschikte lijst op basis van voorkeurstemmen.

In 2023 één vrouw, nu vier vrouwen extra de Kamer in

Voor de zekerheid; deze herschikking is virtueel. In het echt komt een kandidaat alleen met voorrang in aanmerking voor een zetel als die de voorkeurdrempel haalt. De voorkeurdrempel ligt op 25% van de kiesdeler (zie hier).

In 2023 moest een kandidaat 17.459 stemmen halen om met voorrang een zetel te krijgen. Van de kandidaten die lager op de lijst staan (op een onverkiesbare plaats) redt slechts een enkeling dat. In 2023 kwam alleen Daniëlle Hirsch, de nummer 27 op de lijst GL/PvdA, ook daadwerkelijk met voorrang de Kamer in. Dit jaar lijken vier vrouwen extra de Kamer in te komen: drie bij GL/PvdA en een bij D66.

Maar wat, dus, als we die voorkeurdrempel afschaffen en alle zetels zouden vergeven op basis van de voorkeurstem?

Allereerst wat percentages. Belangrijk om te weten is dat er grote verschillen zijn in het totaal aantal uitgebrachte voorkeurstemmen per partij. Waar 54% van de GL/PvdA-stemmers een voorkeurstem uitbracht, deed slechts 9% van de PVV-stemmers dit (figuur 1a). Daarbij zien we wel dat, over de gehele linie, een voorkeurstem vaak een stem op een vrouw is, óók ter rechterzijde, maar dat die voorkeur sterker is bij progressieve partijen (figuur 1b).

Resultaat: herschikking van de lijsten

Leidt de voorkeurstem ook tot een herschikking van de lijsten? Ook hier weer: ja. En dat zien we met name bij GL/PvdA en D66. Om te kunnen vergelijken tussen de partijen kijk ik naar verschuivingen binnen de top 25, ongeacht hoeveel zetels een partij behaalde. Mijn virtuele parlement kent dus slechts 125 zetels en elke partij krijgt 25 zetels.

Op basis van de kandidatenlijsten zouden in dat parlement 60 vrouwen plaatshebben en 65 mannen. De voorkeurstem zou dit flink veranderen: 71 vrouwen en slechts 54 mannen. Een plus van elf vrouwen. Bij welke partijen zitten die vrouwen? En wie zouden er overtuigend stijgen op de lijsten (10+ plaatsen) of sterk dalen (10- plaatsen), en wie zouden er de top 25 zijn binnenkomen of verlaten?

Hoe zit dit bij GroenLinks/PvdA?

Eerst GL/PvdA. De kandidatenlijst van GL/PvdA bevatte 14 vrouwen en 11 mannen. Als we die lijst herordenen op basis van de behaalde voorkeurstemmen komen we op een top 25 uit die zou bestaan uit 20 vrouwen en 5 mannen. De tabel hieronder geeft de overtuigend stijgende (⇧) kandidaten weer en de vrouwen die de top 25 binnenkomen ().

Kandidaat 

  van  

  naar  

 Stijger/

 binnenkomer

Daniëlle Hirsch (v)             

   27

    7

  ⇧/

Glimina Chakor (v)

   23

   10

  ⇧

Marleen Haage (v)

   26

   11

  ⇧/

April Ranshuijsen (v)

   33

   19

  ⇧/

Inge Oosting (v)

   30

   21

  ♢

Eylem Köseoglu (v)

   34

   22

  ⇧/

Eva de Bruijn (v)

   43

   23

  ⇧/

Marjolein Moorman (v)

   50

   24

  ⇧/

Alleen Habtamu de Hoop mannelijke stijger

Geen enkele overtuigend stijgende man? Dat klopt. Sterker nog, het lijkt erop dat de enige stijgende man in de bovenste helft van de lijst Habtamu de Hoop was. Hij maakte een klein plusje van 12 naar 8. Andere mannen daalden juist sterk () en verlieten de top 25 (○).

Kandidaat

  van  

  naar  

  Daler/

  verlater

Tom van der Lee (m)            

9

30

/○

Mohamed Mohandis (m)       

14

31

/○

Geert Gabriëls (m)

15

25

Joris Thijssen (m)

16

38

/○

Raoul White (m)

21

32

/○

Het patroon bij D66

Bij D66 zien we dit patroon ook. De originele lijst had 13 vrouwen en 12 mannen in de top 25. Als we die lijst zouden herschikken op basis van uitgebrachte voorkeurstemmen komen we op 15 vrouwen en 10 mannen. Opvallend bij D66 is dat een aantal partijprominenten hard stijgt: Sigrid Kaag, maar ook Alexander Pechtold, Robbert Dijkgraaf, en Jan Terlouw komen de top 25 binnen.

Deze mannelijke partijprominenten verklaren waarom de verschuiving in de top van D66 niet sterker richting vrouwen ging. Zonder hen, zou de virtuele top 25 op 17 vrouwen en 8 mannen zijn uitgekomen. Hieronder de vrouwelijke stijgers en top 25 binnenkomers van D66.

Kandidaat

van   

naar  

 Stijger/

 binnenkomer

Sigrid Kaag (v)                    

80

11

/

Robbert Dijkgraaf (m)

78

14

/

Kiki Hagen (v)

38

21

/

Meryem Çimen (v)

26

23

Alexander Pechtold (m)      

76

24

/

Jan Terlouw (m)

79

25

/

Verder zien we bij D66, behalve de genoemde partijprominenten en net als bij GL/PvdA, met name mannen hard dalen en uit de top verdwijnen.

Kandidaat                        

van   

naar  

Daler/

verlater

Joost Sneller (m)

5

17

Felix Klos (m)

16

28

/○

Alberg Spencer (m)

19

29

/○

Sjoerd Warmerdam (m)     

18

40

/○

Een licht ander patroon bij VVD

De VVD dan. Hier zien we voor het eerst een licht ander patroon. De aantallen vrouwen en mannen in de top 25 zou constant zijn gebleven, 14 vrouwen om 11 mannen. Maar de verschuivingen zijn anders. Waar bij GL/PvdA en D66 vrouwen overtuigend stegen en mannen met name sterk daalden (de D66 partijprominenten even daargelaten), zien we hier naast drie overtuigend stijgende mannen ook vijf sterk dalende vrouwen.

Stijgers en binnenkomers:

Kandidaat

van   

naar   

Stijger/

binnenkomer

Wendy van Eijk-Nagel (v)     

17

9

Daan Kort (m)

24

11

Dieke van Groningen (v)

40

13

/

Maarten vd Weijden (m)

80

14

/

Peter Valstar (m)

26

15

/

Rosemarijn Dral (v)

29

19

/

Nupur Kohli (v)

53

24

/

Dalers en top verlaters:

Kandidaat

van   

naar   

Daler/

verlater

Eelco Heinen (m)                    

7

18

Mariëlle Paul (v)

10

21

Judith Tielen (v)

15

25

Hester Veltman-Kamp (v)

16

27

/○

Claire Martens-America (v)    

20

30

/○

Ingrid Michon-Derkzen (v)

19

37

/○

Een vrouw meer in top 25 van de CDA-lijst

Ook het CDA ging de verkiezingen in met gebalanceerde top, 13 vrouwen en 12 mannen. Als we in de CDA-lijst gaan schuiven op basis van voorkeurstemmen dan zien we dat er een vrouw meer bij zou zijn gekomen in de top 25: 14 vrouwen, 11 mannen.

Hoe zien de bewegingen in de top 25 eruit? Ook hier een gemêleerder beeld in het voordeel van mannelijke stijgers.

Stijgers en binnenkomers:

Kandidaat

van

naar

Stijger/

binnenkomer

Antje Beers (v)

36

17

/

Marieke Spek (v)

29

20

Arjen van Gijssel (m)     

26       

21       

Stef Luijten (m)

39

22

/

Dani Bracke (m)

43

24

/

Floris Out (m)

30

25

Dalers en top verlaters:

Kandidaat

van

naar

Daler/

verlater

Evert Jan Slootweg (m)                

12        

27       

/○

Saida Chaoui-Nhass (v)

13

31

/○

Sarath Hamstra (v)

16

26

/○

Johan Goos (m)

22

32

/○

Paul Boogaard (m)

23

35

/○

René Segers-Hoogendoorn (m)       

25

36

/○

Ook bij PVV meer vrouwen in Kamer met voorkeurstem

Als laatste, de PVV. De PVV komt als enige niet met een gebalanceerde lijst en presenteerde 6 vrouwen en 19 mannen. Maar, interessant, ook daar zien we dat de voorkeurstem meer vrouwen naar boven brengt: 8 vrouwen om 17 mannen. Nog steeds sterk in het voordeel van de mannen, maar toch; de voorkeurstem zou ook bij de PVV meer vrouwen in de Kamer brengen.  

Kandidaat

van

naar

Stijger/

binnenkomer

Jeanet Nijhof-Leeuw (v)      

23        

9          

Marina Vondeling (v)

34

14

/

Eric Esser (m)

29

17

/

Gom van Strien (m)

45

18

/

Annette Raijer (v)

42

21

/

Patrick Crijns (m)

32

22

/

Hidde Heutink (m)

26

24

Robert Rep (m)

40

26

En de dalers? Bij de PVV is het aantal voorkeurstemmen zo laag dat verschuivingen lager op de lijst (na nummer 20) om tientallen gaan. Daarnaast stonden er überhaupt geen vrouwen meer op de lijst. Elke plaats winst geboekt door een man gaat dus ook dus ook ten koste van de plaatsing van een andere man.

Valt uit dit alles nou een duidelijk beeld uit op te maken? Nee, daarvoor zouden we daadwerkelijk onderzoek moeten doen naar patronen over meerdere verkiezingsjaren en met veel meer data. Maar was dit een grappig inkijkje in de voorkeurstem? Ik hoop het!

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.