Universiteit Leiden

nl en

'Een robot een eitje leren bakken, dat is nog niet zo gemakkelijk'

‘AI kan echt nog niet zoveel als een hoop mensen denken’, zegt informaticus en psycholoog Roy de Kleijn. Hij probeert robots schijnbaar eenvoudige dingen te leren, en ontdekt daardoor telkens weer hoe knap de menselijke intelligentie in elkaar zit. Drie dingen die computers nog lang niet kunnen.

Alledaagse handelingen

‘Voeg in een kom 200 milliliter melk toe’. Zo’n taak, legt De Kleijn uit, is voor een robot ontzettend ingewikkeld. Hij moet het melkpak en de kom weten te vinden, het woord “toevoegen” begrijpen, en dan moeten de handelingen zelf nog beginnen. Terwijl een mens, ook in andermans keuken, vrijwel vanzelf de koelkast herkent, altijd wel iets vindt dat voor een ‘kom’ door kan gaan, kortom: die kan meteen aan de slag.

AI is heel goed in dingen als schaakzetten doorrekenen, patronen herkennen in data. Maar ‘handig’ zijn computers niet. ‘Wij mensen kunnen heel veel verschillende dingen, en we zijn heel adaptief. Hoe dat komt, weten we simpelweg nog niet. Men denkt dat de sleutel zit in de architectuur van het brein: hoe die 300 miljard neuronen met elkaar verbonden zijn.’ Het vraagstuk waar hij aan werkt: ‘Met welke architectuur kunnen we het neurale netwerk van de robot verbeteren? Welke verbindingen in ons brein maken dat wij mensen nu nog superieur zijn aan de computer in zoiets ogenschijnlijk simpels als een ei bakken?’

Informaticus en psycholoog Roy de Kleijn bak in de keuken van zijn woning een ei
Een eitje bakken, zoals Roy de Kleijn hier doet, is nog niet zo makkelijk voor een robot

Aanpassen

De Kleijn probeert een robot te trainen om drie punten in een bepaalde ruimte aan te raken. Als een mens dat moet doen, kiest hij vanzelf de meest efficiënte volgorde, houdt zijn hand onder de juiste hoek, kortom: past zijn gedrag zonder erbij na te denken aan de situatie aan. ‘Het is heel moeilijk om een robot dat te laten nabootsen. Hoe je die optimalisatie van gedrag aanleert zijn we nu aan het uitzoeken. In een tweedimensionaal vlak lukt het redelijk om de menselijke handigheid in een robotarm te repliceren, maar met een derde dimensie erbij is het een stuk lastiger, laat staan als er nog zwaartekracht of wrijving bij komt. Terwijl er geen theoretische reden is waarom een robot dit niet zou kunnen.’

Converseren

‘In de jaren zestig werd al beweerd dat we binnen tien jaar met computers zouden praten. Nou, iedereen die anno 2021 weleens met de chatbot van een bedrijf heeft gecommuniceerd, weet dat we nog lang niet zover zijn. Bij een test of je met een mens of een computer aan het chatten bent, valt ook de beste computer nog steeds binnen vijf zinnen door de mand. Dan heb ik het nog niet eens over sarcasme herkennen. Dat is nog een stap verder.’ 

Roy de Kleijn is universitair docent en is expert op het gebied van (cognitieve) robotica en kunstmatige intelligentie aan de sectie Cognitieve Psychologie.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.