Universiteit Leiden

nl en

Flitsinterview met alumna Mirjam de Blécourt: 'Just carry on!'

Partner bij Baker McKenzie en Eerste Kamerlid Mirjam de Blécourt vertelt in ons maandelijks alumni-flitsinterview over het missen van feestjes, 'to always carry on' en hoe ze meer begrip kreeg voor stagiaires.

Wat heb je gestudeerd en wanneer?

Civiel en Fiscaal recht in Leiden van 1983 tot 1990.

Waarom heb je destijds Leiden gekozen?

Mijn vrienden en vriendinnen, althans de meesten, gingen naar Amsterdam, maar ik dacht 'daar kan ik later altijd nog naartoe als ik ga werken'. Bovendien leek het mij groot. Ik woonde met mijn ouders en zusjes en broertje bij Utrecht, een stad die ik daarom al goed kende. Groningen leek mij te ver weg en zo kwam ik op Leiden. Een prachtige stad, met het Rapenburg, het Gerecht, de mooie grachten, de Hortus Botanicus. Bovendien, niet onbelangrijk, de rechtenstudie stond (en staat) in Leiden goed aangeschreven. Het leek mij, opgegroeid in de bossen in het midden van het land, heerlijk om zo makkelijk naar de zee te kunnen gaan.

Was het wat je ervan had verwacht?

Ja helemaal. Ik zou zo weer voor Leiden kiezen. Leiden is een heel gezellige kleine studentenstad met heel veel mooie gebouwen. Door lid te worden van de sociëteit kwam je op een makkelijke manier nieuwe mensen tegen. Je kon er iedere avond naartoe en de sfeer in de huizen was enorm gezellig. Omdat de stad niet zo groot is, kom je gemakkelijk met elkaar in contact en je komt elkaar de hele dag tegen. Mijn zusje en broertje hebben er ook gestudeerd en mijn zonen ook. Ik vind het nog altijd leuk om er te komen en over het Rapenburg te wandelen, langs al die studentenhuizen waar wordt gestudeerd maar waar vooral ook veel lol wordt getrapt. Ik woonde op het Rapenburg 120, een prachtig monumentaal pand, met 48 meisjes. We aten met elkaar en we zaten op straat voor het huis te borrelen. We hadden veel lol en we stimuleerden elkaar om te studeren.

Wat voor soort student was je?

Ik studeerde serieus, ik was in Leiden primair om te studeren en dat hield ik altijd voor ogen. Een ouderejaars was stomverbaasd toen ik afstudeerde omdat ze bij mij nooit de gordijnen open had gezien. Dat was echter omdat ik daar geen tijd voor had, ik zag de noodzaak er niet van in omdat je ze 's avonds dan weer dicht moest doen. Toch kon ik ook heel erg veel en hard lachen en goed mee doen met alle gekkigheid, maar dat dan wel op zijn tijd; namelijk als ik niet hoefde te studeren. In de weekenden werkte ik vaak in het verpleeghuis van mijn ouders: mensen wassen, eten geven, stofzuigen. Dat was vrij zwaar werk en als ik dan weer in Leiden kwam, was ik blij dat ik studeerde, veel minder zwaar.

Is er een memorabel moment uit je studententijd dat je durft of wil delen?

Dat zijn er zo veel. Ik heb, samen met Emma Posma, een boek geschreven: Vrijgevochten, mijn ongebaande pad naar de top. Daar staan ook verhalen uit mijn Leidse tijd in. Maar de hoogtepunten waren het jaarlijkse kerstfeest. Dan werd het hele huis ontruimd en versierd en stonden er lange tafels in de hal. We kookten zelf en iedereen had een date, na het diner werd tot laat in de nacht gesjanst en gedanst. Ik had niet altijd tijd om met het huis mee te eten. Ons huis at iedere avond met elkaar. Dat was gezellig, maar ik vond vaak dat ik daar geen tijd voor had, dan maakte ik een blik bonen in tomatensaus open en dat warmde ik op. Dat vond ik prima. Ik vind dat overigens nog steeds heel lekker, bedenk ik me nu, maar ik eet het nooit meer. Koken kon ik niet echt en ik nam er vooral de tijd ook niet voor. Een vriendje van mij kwam voor de eerste keer eten en die schotelde ik spaghetti met Heinz-tomatenketchup voor. Hij vroeg waar de saus was en toen antwoordde ik dat dit het was en dat hij niet zo verwend moest doen. Bij een volgend vriendje deed ik beter mijn best, die kreeg sla met tonijn en ei. Hij had het snel op en vroeg waar de rest bleef, maar ik vond dat ik al enorm had uitgepakt. Als ik zo terugdenk, is het een wonder dat ik überhaupt vriendjes had.

Is er een docent/vak/college/student die je specifiek herinnert en waarom?

Professor Nieuwenhuis gaf leuk les. De eerste les knipte hij zijn das af om het privaatrecht uit te leggen. Hij gaf super les, vooral omdat hij zo geestig was. Verder van fiscaal zal ik de universitaire hoofddocenten Sillevis en De Vries nooit vergeten, ze haalden je vooral naar voren voor een volle collegezaal als ze wisten dat je de stof echt niet had kunnen bestuderen.

Is er iets dat je, met de kennis van nu, had willen kunnen volgen tijdens je rechtenstudie? Een specifiek vak dat niet werd gegeven, of juist een stage of iets anders dat je hebt gemist?

In Leiden had je het vak Practicum dat al redelijk praktijkgericht was en waar ik echt wat aan heb gehad. Presenteren is iets anders dan debatteren en het zou wel handig geweest zijn als ik dat meer had kunnen oefenen.

Kun je uitleggen waarom je ervoor hebt gekozen in de advocatuur te gaan werken?

Eigenlijk wilde ik kinderrechter of journalist worden. Advocatuur was geen heel bewuste keuze. Bij Baker McKenzie kon ik civiel en fiscaal recht doen en het internationale karakter van Baker McKenzie sprak mij aan. Ik heb er geen dag spijt van gehad, het is een super veelzijdig en interessant beroep. Het aansturen van een team vind ik fantastisch en iedereen verder proberen te brengen is mijn doel. Heel inspirerend met een vak bezig te zijn dat zo verandert en om iedere dag met jonge ambitievolle mensen te werken.

En waarom daarnaast ook nog een drukke baan als Eerste Kamerlid?

Ik was 25 jaar advocaat en vond het tijd om iets terug te doen. Iets waar mijn kracht/kennis ligt, dus stelde ik mezelf de vraag: wat kan ik?. Het antwoord bleek simpel: wetten lezen! Zo kwam ik uit bij de Eerste Kamer. Ik ging naar de scoutingcommissie en meldde mij aan. Vervolgens werd ik naar de topkadertraining gestuurd en werd ik gekozen. Daar ben ik best trots op. In de Eerste Kamer was ik het eerste jaar weer een stagiaire, althans zo voelde het. Er was zoveel te leren, heel louterend en waardevol. Ik verhoud me nu weer beter tot de stagiaires bij Baker McKenzie.

Je bent partner. Hoe combineer je het drukke bestaan van partner met je privéleven? Wat heb je ervoor moeten laten? Ik heb in mijn leven heel veel feestjes en etentjes moeten afzeggen, jammer maar geen ramp. Vaak kan ik niet met vriendinnenuitjes mee. Ik heb geen gouden tip, anders dan: don't complain, don't explain, just carry on! Iedereen vindt iets van je, sommigen zijn positief, anderen niet. Als mannen of vrouwen vroeger zeiden 'wat zielig voor de kinderen dat je zoveel werkt', antwoordde ik met 'wat zal je blij zijn dat jij het dan anders kan doen'. Of ik reageerde met: 'laten we over tien jaar kijken hoe het met onze kinderen gaat'. Ik richt me op de positieve mensen. Soms krijg ik terechte kritiek, dan pas ik mijn gedrag aan.

Je bent een voorvechtster van vrouwenpower.Hoe draag jij dit uit en wanneer ben je tevreden?

Ik draag dit overal waar ik kom uit. Dit is wie ik ben. Ik ben er tegenaan gelopen dat het voor vrouwen moeilijker is om de top te bereiken dan voor mannen en daarom zet ik mij voor gelijkwaardigheid in. Langzaam gaat het beter met de vrouwenzaak. Jonge vrouwen merken in hun levensfase niets van deze ongelijkheid, en dat klopt, die is ook niet merkbaar in die fase. Echter op het moment dat zij echt verder willen (en wat ouder zijn, zo'n 35) dan lopen zij er ook tegenaan. Ik heb vaak reacties gekregen van vrouwen die zeiden dat ze echt niet begrepen waar ik het over had totdat ze er zelf tegenaan liepen. Mannen begrijpen mijn standpunt niet en zeggen voortdurend tegen mij dat ik one of the guys ben. Mijn repliek daarop is de vraag of zij het leuk zouden vinden om one of the girls genoemd te worden.

Wat voor impact heeft deze coronatijd voor jou?

Eigenlijk niet zoveel, het is (gelukkig) heel druk met werk. De Eerste Kamer mag ik af en toe naartoe als ik een debat heb, dat is fijn. Verder mis is natuurlijk de lol met collega's. Ik vind het voor jonge mensen die net beginnen met werken echt veel zwaarder. Zij kunnen hun collega's niet leren kennen, ze zitten vaak op kleinere appartementen en ervaren de gezellige kanten van werken nu niet. Uiteraard zijn er ook gezinnen die klein behuisd zijn, met kinderen die niet naar school kunnen moet dat echt lastig zijn. Ik zou pas echt balen als we niet met vakantie kunnen! We gaan met een auto met een tent op het dak naar Griekenland rijden en daar verheug ik mij enorm op.

Je hebt waarschijnlijk weinig vrije tijd, maar er is er toch een Netflixserie of -film of een boek dat je absoluut wilt aanraden aan je mede-alumni?

Ik kijk bijna nooit Netflix, maar toen ik in december corona kreeg heb ik Netflix ontdekt. Inmiddels heb ik er geen tijd meer voor helaas. De allerleukste serie vind ik Dix pour cent. Echt geweldig. De humor, de types en zo goed gespeeld! Ik heb echt hardop gelachen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.