De dag van Jasper
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
Vrijdag 30 juni
‘Het is rond kwart over acht als ik met Pieter Schipper, hoofd Academische Zaken, in de trein stap. We gaan naar Maastricht voor het overleg van bètadecanen, voorafgegaan door een landelijk overleg over de toekomst van faciliteiten voor cryo-elektronenmicroscopie. Het wordt een lange dag met belangrijke onderwerpen en we gebruiken een deel van de reis om de agendapunten goed voor te bereiden. Ik zal beide overleggen voorzitten, wat een leuke taak is, maar wel een die op dit niveau veel aandacht en energie vraagt.
De overstap in Eindhoven brengt ons samen met collega’s van andere universiteiten: de weg naar Maastricht gaat voor de meesten via dit station. Het is een leuke traditie dat we voor de overleggen van bètadecanen opeenvolgend de verschillende faculteiten in het land bezoeken. Een van ons fungeert als gastheer. We komen vijf keer per jaar samen en doen dus ongeveer twee jaar over het volledige rondje door het land. Vergaderingen duren de hele middag, vinden altijd plaats op vrijdag en worden steevast afgesloten met een gezamenlijk diner, waarna iedereen ontspannen het weekend in gaat. Dit heeft geleid tot een hechte groep, waar gezamenlijke verantwoordelijkheid voor bèta-Nederland wordt gevoeld. Als bètadomein hebben we daarvan veel profijt bij uiteenlopende onderwerpen als sectorplannen, loopbaanbeleid, kennisveiligheid, en nog veel meer.
Het is voor het eerst dat we Maastricht bezoeken. Hier is nog niet zo lang een bètafaculteit en mede door de Covid-pandemie zijn we hier nog niet eerder samengekomen. Voor mij is het een feest, want dit is mijn geboortestreek. Ik kom er niet vaak meer, maar er liggen hier veel mooie jeugdherinneringen die omhoogkomen naarmate de trein dieper Limburg inrijdt.
Bij aankomst op de campus blijkt meteen dat er goed voor ons gezorgd gaat worden. Dit deel van Nederland staat bekend om zijn gastvrijheid en die blijkt uit de keuze aan eten en drinken die klaar staat voor de lange dag. Met als letterlijke kers op de taart overheerlijke Limburgse kersenvlaai met slagroom. Deze dag kan al bijna niet meer stuk, zelfs voor er een vergadering geopend is.
‘De overheerlijke Limburgse kersenvlaai is de letterlijke kers op de taart’
Het overleg over elektronenmicroscopie met vier decanen en acht experts is voor Leiden erg belangrijk. Met NeCEN beheren we als faculteit op dit moment de hoge-resolutie-elektronenmicroscopie in het land. Onze microscopen zijn echter aan vervanging toe en deze apparaten en hun exploitatie zijn zo duur dat dit in landelijk verband moet worden georganiseerd. Naast de gezamenlijke belangen spelen op de achtergrond ook een aantal lokale, wat het overleg spannend zou kunnen maken. Het wordt gelukkig een heel goed overleg, waarin grote overeenstemming bestaat over het belang van gezamenlijkheid. We spreken af een taskforce aan het werk te zetten om het landelijk beeld voor de komende jaren te schetsen en na te denken over de business case.
Na een korte maar zeer goede lunch volgt het bèta-decanenoverleg. Vandaag is veel tijd ingeruimd om met NWO-domein ENW (Exacte en Natuurwetenschappen, red.) te overleggen. Een belangrijk onderdeel is samen optrekken om landelijk het bètadomein sterker te profileren. Verder komen onder andere de internationale lidmaatschappen aan grote onderzoeksinfrastructuur ter sprake en de relatie tussen starters- en stimuleringsbeurzen en NWO-aanvragen. Na dit gesprek wijden we onze aandacht aan de lerarenopleidingen en het monitoringsformat van de lopende en nieuwe sectorplannen. Op beide punten is goede voortgang gemaakt. Zo besluiten we het landelijk zij-instroomprogramma Bèta4all voor de lerarenopleiding gezamenlijk tot 2030 voort te zetten.
Na de vergadering hebben we een heerlijk diner in de stad, met als altijd een mengeling van zakelijke en persoonlijke onderwerpen. Ook de treinreis terug is geanimeerd, terwijl een voor een de collega’s een ander pad kiezen op weg naar huis. Uiteindelijk staan Pieter en ik om kwart over elf weer samen in Den Haag. Het was een lange dag, maar zeer geslaagd, concluderen we.’