Universiteit Leiden

nl en
Protestbord met 'There is no Planet B'
Pexels/Markus Spiske

Klimaattop in Dubai: ‘Vrijwel alle fondsen hebben te weinig financiële middelen tot hun beschikking’

In Dubai krioelt het deze dagen van de wereldleiders tijdens de jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties. Wat kunnen we verwachten? We blikken vooruit met universitair docent en specialist milieupolitiek Shiming Yang. ‘Het geld komt altijd traag.’

‘Een van de belangrijkste punten dit jaar is de global stocktake’, begint Yang. ‘In het Akkoord van Parijs is vastgelegd om de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden Celsius te houden en te blijven proberen de opwarming te beperken tot maximaal 1,5 graad boven het pre-industriële niveau. Destijds is ook besloten dat alle deelnemende landen elke vijf jaar samen zouden evalueren wat ze hadden bereikt en of hun inzet voldoende is.’

De uitkomst van deze wereldwijde inventarisatie ligt voor de hand: ‘Het is algemeen bekend dat we er nog niet zijn’, zegt Yang. ‘Uit een technisch rapport over de wereldwijde stocktake dat in september is gepubliceerd blijkt dat het Akkoord van Parijs weliswaar heeft geleid tot wereldwijde acties die de voorspelde opwarming aanzienlijk verminderen, maar de huidige internationale toezeggingen zijn te laag om de wereld op koers te houden voor de 1,5 tot 2 graden opwarming maximaal. Er is een enorme kloof tussen wat landen beloven op het gebied van uitstoot, aanpassing, klimaatfinanciering, compensatie en klimaatrechtvaardigheid en wat nodig is. Bovendien worden de mogelijkheden om iets te bereiken steeds beperkter.’

Te weinig financiële middelen

Op dit moment zijn ontwikkelingslanden verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitstoot aan broeikasgassen. Hun acties zijn dus essentieel om de 1,5 graad-doelstelling overeind te houden. Tussen de global North en South gaapt echter een kloof op het gebied van financiering. ‘De hoge-inkomenslanden hebben beloofd om vanaf 2020 honderd miljard dollar per jaar beschikbaar te stellen’, legt Yang uit. ‘Twee jaar na de deadline is dat eindelijk gelukt, maar eigenlijk moeten er aanzienlijk meer geldstromen worden gemobiliseerd om decarbonisatie realistisch te maken in ontwikkelingslanden. Naarmate de klimaatcrisis erger wordt, wordt ook de financiële behoefte jaarlijks groter om de gevolgen hiervan te verzachten en een land te compenseren voor verlies en schade. Er is weliswaar een toenemend aantal fondsen, zoals het Groene Klimaatfonds, maar het ontbreekt hen aan financiering door grote landen, zoals de VS.’

Toch komt er waarschijnlijk een nieuw klimaatfonds bij. ‘De afspraak om een schadefonds op te richten, was de grootste prestatie op de vorige VN-top, blikt Yang terug. Dit fonds is bedoeld om financiële hulp te bieden aan de meest kwetsbare landen om de negatieve gevolgen van klimaatverandering op te vangen. ‘Deze klimaattop wordt hopelijk meer duidelijk over de precieze oprichtings- en financieringsvoorwaarden voor het fonds, net als over de bestuursstructuur. De belangrijkste vragen zijn: wie zullen bijdragen aan het fonds, in welke verhouding gaat dat gebeuren en wie krijgt er toegang tot het fonds?’

China en de VS

Aanvankelijk waren alle ogen in dit verband gericht op de Verenigde Staten en China. Na jaren van een gespannen relatie vonden onlangs verschillende ontmoetingen plaats tussen 's werelds grootste vervuilers. En er is vooruitgang geboekt: een paar weken geleden herbevestigden China en de VS in een gezamenlijke verklaring hun inzet om het Akkoord van Parijs uit te voeren en versterkten ze hun samenwerking op het gebied van energietransitie, het tegengaan van methaanuitstoot en andere broeikasgassen dan CO2, en institutionele samenwerking met concrete maatregelen.  Yang: ‘Ondanks het feit dat Biden noch Xi de COP28 persoonlijk zullen bijwonen, kunnen de bilaterale overeenkomsten tussen de VS en China, zoals die van november 2014 waarin beide landen ongekende toezeggingen deden voor de reductie van broeikasgassen, zorgen voor meer vertrouwen in het COP-proces.’

‘Zorg voor klimaatadaptatie’

‘Ik denk dat verschillende individuele landen zullen toezeggen meer bij te dragen dan eerdere jaren, maar ook dat het altijd minder zal zijn dan wat het IPCC (de klimaatafdeling van de VN, red.) hoopt’, vat Yang haar overgebleven verwachtingen samen. ‘Zelfs als we per direct stoppen met broeikasgassen uitstoten, gaan we de 1,5 graad opwarming waarschijnlijk voorbij. Dat maakt klimaatadaptatie belangrijker dan ooit. Hoe beter we dat aanpakken, hoe minder mensen sterven door klimaatrampen.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.