Universiteit Leiden

nl en

Onderzoek Coco Kanters ‘herwaardeert’ geld

Geld, zo constateert promovendus culturele antropologie Coco Kanters in haar proefschrift, is geen ongrijpbaar of acultureel fenomeen. Het is een maakbaar ‘product’ dat voortkomt uit specifieke waarden en kan worden ingezet voor bepaalde doelen. Promotie op 1 april.

Kanters laat dit zien aan de hand van haar praktijkonderzoek naar - zoals ze hen zelf doopte - ‘money makers’ in Noordwest-Europa. Dit zijn instituten die op lokaal niveau, bijvoorbeeld in een stad, alternatieve munteenheden in het leven roepen. ‘Zo’n alternatieve munt heeft altijd een specifiek doel, bijvoorbeeld het ondersteunen van lokale ondernemingen’, vertelt Kanters. ‘In zo’n geval worden plaatselijke instellingen en bedrijven aangemoedigd om lid te worden van een netwerk, en binnen dat netwerk wordt dan met de alternatieve munteenheid betaald voor goederen of diensten.

De ‘money makers’ willen een alternatief bieden voor de huidige wereldeconomie

Goed burgerschap bevorderen

Andere doelen van een munt kunnen zijn om het gebruik van meer duurzame goeden en diensten te stimuleren, of het bevorderen van ‘goed burgerschap’. Bijvoorbeeld door een wandelingetje met oudere inwoners van je woonplaats te gaan maken. Betalen met het alternatieve geld gaat precies zoals we dat al kennen, namelijk aan de hand van een app. Sommige alternatieve munteenheden maken ook gebruik van fysieke biljetten. Via het bancaire softwaresysteem Cyclos worden de betalingen bijgehouden. Een bekend voorbeeld van de alternatieve munteenheid is de Bristol Pound /Bristol Pay. Ook in Nederland bestaan dit soort lokale munteenheden al, zoals de Utrechtse Euro.

Briefgeld van de Bristol Pound

Wegsijpelen

De money makers hopen op deze manier meerdere doelen te bereiken. Allereerst: hechtere plaatselijke gemeenschappen bevorderen, met burgers die meer oog hebben voor elkaar. Ten tweede: het voorkomen dat geld, zoals dat gebeurt in de conventionele economie, als vanzelf wegsijpelt naar plekken die geld aantrekken, zoals financiële centra of belastingparadijzen. En het ultieme doel is een alternatief bieden voor de huidige wereldeconomie.

Geen kleinschalige ruileconomieën

‘De money makers hebben overigens geen kleinschalige ruileconomieën voor ogen’, vertelt Kanters. ‘We hebben het over professionele bedrijven die in allerlei landen actief zijn.’ Voor haar onderzoek volgde Kanters gedurende twee jaar de verrichtingen van drie ‘money makers’ uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk: STRO (the Social Trade Organisation), Qoin en de Bristol Pound. Daarbij participeerde ze ook in het gebruik en de promotie van alternatieve munteenheden. Ze was onder meer ‘currency consultant’ (waarbij ze probeerde om gemeenten te interesseren voor een alternatieve munteenheid) en betrokken bij de opzet van de Utrechtse Euro.

Experimenteren met geld

Kanters onderzocht de wijze waarop deze alternatieve geldsystemen zijn verbonden met bedrijven, het maatschappelijk middenveld, en financiële regulering. Zo wordt duidelijk dat zoiets abstracts als geld geen eigen leven heeft, maar juist wordt bestuurd door verschillende actoren in de samenleving. ‘Veel mensen vragen of de alternatieve geldsystemen hun beoogde doel bereiken’, zegt Kanters. ‘Maar mijn onderzoek is geen evaluatie. Ik kan wel zeggen dat de money makers zelf vinden dat ze succesvol zijn. Hun ultieme doel om de economie op zijn kop te zetten is ambitieus, dat hebben ze niet behaald, maar ze zien elk nieuw experiment met geld als een stapje dichter bij dat doel.’

Na haar promotie blijft Kanters zich bezighouden met onderzoek naar economische antropologie. De komende tijd wil ze zich richten op filantropen en hun drijfveren om te investeren in grote duurzame projecten.

Tekst: Jan Joost Aten

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.