Universiteit Leiden

nl en

Dorpsgevoel op campuscrèche: psycholoog Ellen Buschman leidt De Kattekop

Uit alle hoeken van de universiteit brengen ouders hun kinderen naar De Kattekop. Dit universitaire kinderdagverblijf bestaat 45 jaar en aan het roer staat directeur Ellen Buschman. Hoe komt haar studie psychologie van pas in haar werk?

Het zijn vertederende taferelen in het houten gebouw van De Kattekop aan de Wassenaarseweg. Pluizige gele kuikentjes lopen rond in een grote doorzichtige bak, een paar nieuwsgierige peuters kletsen met elkaar aan tafel en enkele baby’s doen een middagdutje in hun eigen vertrek. Directeur Ellen Buschman volgde vroeger psychologiecolleges in het faculteitsgebouw op luttele meters van de crèche. Na een paar omzwervingen na haar afstuderen is ze nu directeur van De Kattekop en past ze inzichten uit haar studie toe in de praktijk.    

Geslaagd! Na de buluitreiking van psychologie.
Geslaagd! Na de buluitreiking van psychologie.

Waarom koos je destijds voor de studie psychologie?

‘Ik was altijd al geïnteresseerd in de psyche van mensen, wat iemand drijft. Eerst wilde ik kinderarts worden, maar daarvoor had ik niet de juiste bètavakken. Toen kwam ik op psychologie uit en specialiseerde mij in organisatiepsychologie en ontwikkelingspsychologie, omdat ik meer wilde weten over de ontwikkeling van kinderen. Na mijn afstuderen ging ik aan de slag als schoolpsycholoog, maar daar had ik vooral contact met kinderen en ouders als er al veel problemen waren. Toen realiseerde ik me extra het belang van een goede basis en start in de jeugd en mede daarom stapte ik over naar de kinderopvang.’

Waarom is die vroege periode zo belangrijk?  

‘De periode 0 tot 6 jaar is de cruciale fase waarin kinderen zich veilig moeten leren hechten. Vanuit een fijne basis kunnen kinderen zich goed ontwikkelen en daarom creëren we hier een heel veilige omgeving: fysiek en emotioneel. We letten hier erg op sfeer en stabiliteit. Die sfeer en ook de kleinschaligheid is de charme van De Kattekop. We hebben twee babygroepen en twee peutergroepen en gelukkig weinig personeelsverloop. Ook voor ouders voelt het, zo horen we, als een veilige haven. Veel ouders kennen elkaar al via het werk en dat draagt bij aan een soort dorpsgevoel.’

Waar komen de ouders vandaan?

‘De ouders zijn heel divers: wetenschappers, medewerkers en studenten en velen hebben een internationale achtergrond. Onlangs organiseerden we een ouderavond over meertalig opvoeden en toen vertegenwoordigden de ouders samen maar liefst veertien talen. Binnen één gezin is het vaak al internationaal. Dan is bijvoorbeeld papa Italiaans, mama Frans, spreken ze samen Engels en het kindje krijgt hier Nederlands. Onze medewerkers houden er extra rekening mee dat de kinderen niet allemaal een Nederlandstalige opvoeding krijgen. Gelukkig zijn kinderen vaak heel flexibel en pakken ze de taal snel op.’  

Wat is nog meer typerend voor een kinderdagverblijf op de universiteit?

‘Onlangs bezocht ik met onze pedagogische coach hier de faculteit Sociale Wetenschappen waar zij net als ik ook heeft gestudeerd. Toen ontstond het idee om meer te doen met het feit dat we bij de universiteit horen. Bijvoorbeeld door mee te werken aan een pilot waarin praktijk en theorie over nieuwe pedagogische inzichten samenkomen. Het is inspirerend om die werelden samen te brengen.’

‘Kinderen leven zo in het hier en nu en zonder al die to do-lijsten die volwassenen hebben'

Je werkt hier nu vier jaar als directeur. Wat zijn de uitdagingen?

‘Ik moet veel ballen in de lucht houden: van het aansturen van het team en het vernieuwen van het pedagogisch beleid tot heel praktische zaken als het hek laten aanpassen. Mijn studie komt zeker van pas, want leiddinggeven heeft natuurlijk alles te maken met psychologie. Wat drijft medewerkers, hoe kan iedereen zich ontwikkelen en wat is een fijne werksfeer? Ook zelfkennis en je eigen valkuilen kennen is belangrijk als je een team aanstuurt. Ik heb naast psychologie later nog een studie bedrijfskunde gedaan, want het managen van een organisatie is wel een vak apart.’

Zijn er ook dingen die jij van kinderen leert?

‘Kinderen leven zo in het hier en nu en zonder al die to do-lijsten die volwassenen allemaal in hun hoofd hebben. Ik maak ‘s ochtends altijd wel een rondje hier en de peuters zijn dan al lekker aan het kletsen, zich aan het verwonderen of gewoon blij met zoiets als nieuwe schoenen. Daar kan ik echt van genieten.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.