
Oudgriekse spelfouten bieden nieuwe blik op taalontwikkeling
Had je in de Oudheid iets belangrijks op te schrijven? Dan deed je dat in het oostelijk Middellandse Zeegebied meestal in het Grieks. Universitair docent Joanne Stolk krijgt een ERC-beurs om uit te zoeken welke schrijffouten daarbij werden gemaakt. En, nog belangrijker: welke verbeteringen voerden de schrijvers door?
De meeste teksten die Stolk zal gaan bestuderen, zijn overgeleverd uit Egypte. In het warme, droge klimaat blijft papyrus nu eenmaal het best bewaard. ‘We hebben persoonlijke brieven, officiële documenten, maar ook literaire werken, soms in het handschrift van de auteur zelf, of gekopieerd,’ vertelt Stolk. ‘In totaal beschikken we over meer dan 60.000 geschriften en daar komen nog regelmatig teksten bij.’
De meeste teksten die Stolk zal gaan bestuderen, zijn overgeleverd uit Egypte. In het warme, droge klimaat blijft papyrus nu eenmaal het best bewaard. ‘We hebben persoonlijke brieven, officiële documenten, maar ook literaire werken, soms in het handschrift van de auteur zelf, of gekopieerd,’ vertelt Stolk. ‘In totaal beschikken we over meer dan 60.000 geschriften en daar komen nog regelmatig teksten bij.’
Fout of ontwikkeling?
Die teksten bieden een schat van informatie over de Egyptische maatschappij, maar ook over de manier waarop het Grieks daar werd gebruikt. ‘We zien regelmatig Grieks dat naar onze maatstaven rammelt’, zegt Stolk. ‘Daar zijn allerlei verklaringen voor bedacht: enerzijds zouden de schrijvers laaggeletterd zijn of zouden de teksten zijn geschreven door mensen die het Grieks als tweede taal beheersten. Anderzijds zou het een teken van taalverandering kunnen zijn. De fouten zouden dan niet altijd fout zijn, maar een ontwikkeling naar het Nieuwgrieks zoals wij dat kennen.’
In die theorievorming bleef één aspect onderbelicht: de mening van de schrijvers zelf. Zij maakten namelijk niet alleen regelmatig fouten, ze corrigeerden ze ook. Naar precies die correcties wil Stolk gaan kijken. Stolk: ‘Voor we allerlei verklaringen gaan zoeken voor de “fouten”, is het goed om in kaart te brengen wat destijds als fout werd beschouwd. Als je ziet dat één vorm nooit werd gecorrigeerd, is het waarschijnlijk onze anachronistische blik die bepaalt dat dit fout is, niet de norm van die tijd.’
Daarnaast is het een vorm van respect voor de schrijvers om naar de correcties te kijken, vindt ze. ‘Als je ziet dat ze hun fouten verbeterden, wisten ze dus wel degelijk hoe het “hoorde”,’ zegt ze. ‘Bovendien hebben we de meeste teksten tot nu toe beschouwd als eindproducten, maar als je ziet hoe er in sommige is gestreept, vraag je je af of het niet vaak om kladversies gaat, waarin een spelfout of kromme formulering van een andere orde is dan in een eindproduct.’
-
Oudgriekse tekst met correcties Copyright: Universitätsbibliothek Gießen, P. Giss. inv. 96
Database
Om dit soort vragen te beantwoorden, gaan Stolk en haar team eerst een database voor alle correcties opzetten. ‘Van sommige alternatieve spellingen weten we dat ze veel voorkomen, maar van bijvoorbeeld per ongeluk overgeslagen letters zien we er nu niet zoveel in edities, waarschijnlijk juist omdat ze snel gecorrigeerd werden. Ik verwacht dat dit type fouten vaker zal gaan opduiken tussen de correcties, wat ons dan weer argumenten geeft om aan te tonen dat andere niet-gecorrigeerde ‘fouten’ eigenlijk toentertijds volledig geaccepteerde taalvariaties of taalveranderingen zijn. Waarom zou een auteur anders de ene fout wel corrigeren en de andere niet?’
Daarnaast biedt Stolks onderzoek mogelijkheden voor andere specialisaties. ‘De database kan ook nuttig zijn voor historici, bijvoorbeeld om te zien hoe een begrip zich door de jaren heen heeft ontwikkeld en hoe het in de praktijk werd gebruikt. Tegelijkertijd kan onze aanpak om naar correcties te kijken in taalkundige onderzoek ook toepasbaar zijn voor onderzoekers met een andere taal als expertise, zoals Nederlands, Duits of Frans.’